Pepijn Kennis stopt als parlementslid van Agora. Omdat dat zo was afgesproken, maar ook omdat hij weer concreter aan de slag wil. “De kritiek die we hadden op de partijpolitiek, bleek volledig terecht. Net daarom is Agora zo nodig.”
| Pepijn Kennis zal niet langer zelf in het Brussels parlement zitten, maar Agora biijft wel. “Pas als we de voorstellen van burgers bindend hebben kunnen maken, kan Agora uit het parlement stappen.”
Wie is Pepijn Kennis?
- Zoon van Bral- en Brukselbinnenstebuiten-stichter Wim Kennis
- Geboren in Leuven, opgegroeid in Schaarbeek, woont in Laken
- Studeerde sociologie en Urban Studies aan de VUB
- Gewezen coördinator van vzw Toestand, dat leegstaande gebouwen sociocultureel invult
- Sinds 2019 het eerste en enige parlementslid voor Agora, dat via burgerassemblees tot standpunten komt
Het is tien uur ‘s morgens en de gordijntjes van café Les Brasseurs gaan pas open als we elkaar begroeten. Kennis mocht de interviewlocatie kiezen – of hij hier dan vaak komt pintelieren? “Met twee kleine kinderen drink ik niet zoveel pintjes meer,” lacht hij. “Het is hier dat we de verkiezingsuitslag gevolgd hebben. Een feestelijke avond.” De burgerbeweging Agora haalde toen vanuit het niets een zetel in het Brussels parlement, waar Pepijn Kennis plaats op mocht nemen. Daar vertolkt hij de standpunten die in de burgerassemblees vorm krijgen.
Vier jaar later is het tijd voor een balans. Dat doet Kennis enigszins vermoeid: kinderziektes – letterlijk dan – hielden hem de afgelopen nacht uit zijn slaap. En ook van mentale moeheid is er waarschijnlijk wel sprake, want Pepijn Kennis stopt ermee als parlementslid.
Je bent geen kandidaat om jezelf op te volgen. Waarom niet?
Pepijn Kennis: In de eerste plaats omdat we dat zo afgesproken hadden. We hebben zelfs even overwogen om het stokje al halverwege de legislatuur door te geven. Daar zijn we van afgestapt omdat de opgebouwde kennis en relaties zo zouden verloren gaan. We zijn niet in het parlement gegaan om een politieke carrière opbouwen, integendeel. Parlementsleden zoals Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang) of Guy Vanhengel (Open VLD) zitten hier al decennia. Anderen zoals Ariane de Lobkowicz (Défi), Jonathan de Patoul (Défi) of Julien Uyttendaele (PS) treden in de voetsporen van hun ouders. Dan mag je nog zoveel pensenkermissen aflopen om in contact te komen met de echte Brusselaar, je leeft in een andere wereld. Het aantal mandaten moet beperkt worden tot twee of maximaal drie.
“Ik ben niet zo gedesillusioneerd, omdat ik met weinig hoop begonnen was”
Anderzijds verlies je wel die opgebouwde relaties, zoals je zelf net aanbracht.
Kennis: Men zegt weleens dat je drie legislaturen nodig hebt: een om het te leren, een om het te doen en de derde om het door te geven. Maar als politiek zo moeilijk wordt dat je vijf jaar nodig hebt om het te leren, is er een probleem.
Zijn er nog andere redenen waarom je stopt?
Kennis: Ik wil graag iets concreters doen. Zeker in de oppositie blijf je aan de zijlijn staan. Dat is ook belangrijk, maar persoonlijk mis ik het om hands-on dingen te doen. Dat kon ik bij Toestand wel, dat op de korte termijn gericht was. Het parlement is heel erg op de lange termijn en je impact is op z’n best indirect. Misschien dat mijn volgende job er tussenin zal zitten.
Hoe kijk je terug op de voorbije vier jaar in het parlement?
Kennis: Het was een boeiende leerschool, maar ik snap wel de kritiek van collega-parlementslid Juan Benjumea Moreno (Groen), die zegt ermee te stoppen omdat hij geen impact merkt. Het is de rol van het parlement om aan de zijlijn commentaar te geven en zo het schip van koers te doen veranderen. Maar de regering is nog altijd kapitein – en vandaag is dat misschien iets te veel zo.
Je klinkt minder gedesillusioneerd dan Benjumea Moreno.
Kennis: Misschien ben ik met minder hoop begonnen (lacht). We zijn er net bijgekomen omdat we kritiek hadden op het systeem. Om dan te merken dat het er in de debatten ook effectief zo star aan toegaat: dat was geen shock. Toch is het vermoeiend om vast te stellen dat onze voorstellen, amendementen en resoluties – die bloed, zweet en tranen kosten – worden weggestemd of onderaan de stapel worden gelegd omdat ze van de oppositie komen.
Wat is het effect daarvan op de burgers die deelnemen aan jullie burgerassemblees, waar die voorstellen tot stand komen? Zijn ze ontgoocheld?
Kennis: Dat denk ik wel. Maar we informeren hen daar op voorhand over. Wat niet wegneemt dat we zoveel als mogelijk moeten blijven pushen om het er wél door te krijgen. Deelnemende burgers leren daarnaast dat het helemaal niet makkelijk is om beslissingen te nemen. Zo wil iedereen discriminatie afschaffen, maar hoe doe je dat concreet?
Benjumea Moreno kreeg met zijn kritiek nogal wat bijval. Ook jij schetst een beeld van machteloze parlementariërs. Hoe is de sfeer nu in het parlement?
Kennis: Er is een tweedeling die ik altijd heel gek heb gevonden. Enerzijds heb je het politieke debat, waarin de mensen heel hard opgaan, al is het maar om daarvan filmpjes te maken voor sociale media ...
... een sneer naar de PVDA?
Kennis: Niet alleen, maar zij zeker ook. Anderzijds is er de offstage, waar geen camera’s komen – in de koffiekamer van het parlement bijvoorbeeld. Daar vind je parlementsleden die wel collegiaal met elkaar omgaan, écht kunnen praten en vriendelijk zijn.
Guy Verhofstadt (Open VLD) gebruikte ooit de metafoor van het omgekeerde Italiaans restaurant. Een janboel in de keuken, maar de gerechten komen piekfijn op tafel. In de Belgische politiek is het net omgekeerd, stelde hij. Achter de schermen komt men goed overeen, maar in de zaal is het kletterende ruzie.
Kennis: Een mooie vergelijking die ik wel kan volgen, al is het in de politieke keuken ook niet altijd pais en vree. Het is jammer dat het systeem zo focust op die verschillen, die debatten en de oppositie. Toeschouwers denken dan dat enkel dat bestaat, maar als je politici rond tafel zet met onderzoekers of uitgelote burgers, valt er soms echt wel te praten. Al is dat misschien net omdat het dan vrijblijvend blijft.
”Als politiek zo moeilijk wordt dat je vijf jaar nodig hebt om het te leren, is er een probleem”
Wat zijn jullie verwezenlijkingen tot nu toe met Agora?
Kennis: We hebben heel veel vragen gesteld en interventies gedaan, meer dan tweehonderd in totaal. Nu zijn we resoluties en voorstellen voor ordonnanties aan het indienen, bijvoorbeeld rond huisvesting en energie. Dat wetgevende werk is een pak moeilijker dan gedacht.
En het wordt meteen weggestemd.
Kennis: We zullen zien hé. Hopelijk worden de voorstellen minstens bediscussieerd.
Wat staat er nog op het palmares?
Kennis: De overlegcommissies in het Brussels parlement, waarbij parlementsleden en burgers in debat gaan (niet te verwarren met de stedenbouwkundige overlegcommissies, red.). Dat is onze grootste trofee. Er is er al een geweest over 5G, over dakloosheid, biodiversiteit en nu geluidshinder. Ecolo had het voorstel voor die overlegcommissies weliswaar in de vorige legislatuur al eens ingediend, maar dat het nu aanvaard werd, is mede dankzij onze one-issuepartij.
Hoe lopen die overlegcommissies?
Kennis: Goh. Om te beginnen merken we dat de partijlijnen snel terugkeren in die debatten. Zo wou de PS in de overlegcommissie over biodiversiteit niet eens over de Josaphat-site praten. Ook over de interne reorganisatie van Brussel – moeten de gemeenten afgeschaft worden bijvoorbeeld – mocht er geen overlegcommissie plaatsvinden. “Je bent te vroeg,” zei onder anderen Guy Vanhengel (Open VLD) daarover. “We weten het zelf nog niet goed.”
Te vroeg?
Kennis: Tekenend. De politiek is duidelijk nog niet klaar om de macht af te geven.
En wat gebeurde er met de conclusies van de overlegcommissies die wel doorgingen?
Kennis: Te weinig. Er waren enkele opvolgvergaderingen waarbij de regering zei: “Dit stond al in ons programma, dit gaan we nog doen en dit kunnen we niet doen.” Maar dat is te light. Die voorstellen zouden moeten bindend zijn, anders blijft het windowdressing. Pas als we dat bindende met Agora verwezenlijkt hebben, kunnen we uit het parlement stappen.
Dus Agora neemt opnieuw deel aan de verkiezingen.
Kennis: Ja.
Wat is de voorspelling? Opnieuw een zetel veroveren?
Kennis: Dat denk ik wel. Hopelijk twee of drie. Op die manier hebben de echte Brusselaars meer impact op de politiek. Dat blijft onze strijd.
Ben je niet bang dat de hele organisatie in duigen valt als jij weggaat?
Kennis: Neen. Sowieso gebeurt er veel binnen Agora waar ik amper bij betrokken ben. Zo moei ik mij niet met de organisatie van de burgerassemblees, net om mij inhoudelijk ook niet te moeien. De hele beweging rust eigenlijk op vrijwilligers.
Naar verluidt sta je ook een flink deel van je parlementaire wedde af om die burgerassemblees te kunnen organiseren, en de uitgelote burgers een vorm van vergoeding te geven.
Kennis: Mijn inkomsten worden afgetopt op het mediaan Brussels loon van iemand met negen jaar anciënniteit: 2900 euro netto. Terwijl mijn parlementaire wedde, onkostenvergoedingen en extra’s samen op 8.350 euro netto per maand komen.
Dus je schenkt per maand 5.450 euro aan de burgers in de assemblee?
Kennis: Aan de burgers, de catering, de tolken, de zaal ...
En daar gaan ze thuis mee akkoord?
Kennis: Ja. 2.900 euro is een mooi loon. En ik kom van Toestand, waar het een pak minder was (lacht).
Tot slot, weet je al wat je zal doen na 2024?
Kennis: Me verder blijven inzetten voor een beter Brussel. Een concreet idee of voorstel heb ik nog niet.
Maar je blijft wel actief binnen Agora?
Kennis: Wellicht ga ik mee campagne voeren. Of meewerken achter de schermen. Hoe die verkiezingen precies zullen uitdraaien en wat we erna zullen doen, zien we nog wel. Maar ik blijf waarschijnlijk wel betrokken, op de een of andere manier.
Lees meer over: Brussel , Politiek , pepijn kennis , agora , Brussels Parlement , burgerparticipatie , toestand vzw
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.