Op de Vlaamse feestdag wordt de band tussen Vlaanderen en Brussel gevierd. Een goed moment dus om de Vlaamse minister voor Brussel, Benjamin Dalle (CD&V) te vragen naar hoe die relatie er nu voorstaat. "Burgemeesters in Brussel moéten tweetalig zijn. Zij hebben een voorbeeldfunctie.”
Benjamin Dalle over 11 juli: 'Er is in Brussel nog altijd wantrouwen tegenover Vlaanderen'
Hoe is de band nu tussen Vlaanderen en Brussel?
Die is nog altijd uitzonderlijk belangrijk. Om een voorbeeld te geven: van de extra middelen die collega Jan Jambon (N-VA) heeft vrijgemaakt voor cultuur, gaat 30 procent of 7,5 miljoen euro naar Brusselse cultuurinstellingen. Daarmee komen 28 procent van de uitgaven in het kader van het kunstendecreet toe aan Brussel. In de vorige ronde was dat 26 procent - ook al een hoog percentage, maar we gaan zelfs nog vooruit. Ook in het Nederlandstalig onderwijs wordt nog altijd massaal geïnvesteerd, en terecht.
U acht de band sterk omdat er veel geld wordt geïnvesteerd, maar zien de inwoners van Brussel Vlaanderen graag, en vice versa?
Een goed punt. Weinig Vlamingen zien hun hoofdstad graag, dat geldt trouwens ook voor de Franstaligen. Wanneer het over Brussel gaat, is de perceptie vaak negatief. Zo worden Brusselse jongeren in een slecht daglicht geplaatst door het gedrag van enkelen in Blankenberge of in de Gentse Blaarmeersen. Dat gedrag is soms echt fout, maar is natuurlijk niet representatief voor alle Brusselse jongeren, of voor Brussel in het algemeen. Vandaar dat nu in de beheersovereenkomst van de VRT staat dat er ook positieve aandacht moet zijn voor Brussel. En daarom dat VRT NWS nu berichten van BRUZZ kan overnemen, om zo de stadsverhalen beter kenbaar te maken.
En omgekeerd: ziet Brussel Vlaanderen graag?
Vorige week hebben we in Brussel 12 broedplekken aangekondigd. Dit worden plaatsen waar we de muurtjes slopen tussen verschillende sectoren zoals media, onderwijs sport etc. Iedereen is fier op die vernieuwende projecten en ze vinden het fijn dat Vlaanderen die mee ondersteunt. Maar toch merk je, vooral bij de Brusselse politiek, wat wantrouwen tegenover Vlaanderen – bij de mensen zelf merk ik dat minder. Vlaanderen is voor die politici soms nog altijd tegen hen, en niet met hen. Terwijl we er voor alle Brusselaars zijn.
Hoe komt dat?
Men heeft soms een verkeerde perceptie. Van de coalities in Vlaanderen. Over hoe men kijkt naar Brussel...
Nederlandstaligen zien Brussel als een stad waar je niet altijd in je eigen taal terecht kan. Het recente taalrapport van de vicegouverneur bevestigt ook die indruk: in de Brusselse besturen worden heel wat eentalig Franstaligen aangenomen, terwijl ze eigenlijk tweetalig moeten zijn.
De cijfers zijn niet hoopgevend. Ik betreur dat de gemeenten de wet niet naleven. Brusselaars zijn fier om meertalig te zijn en Nederlands te kennen. Diezelfde fierheid zou er ook bij onze Brusselse besturen moeten zijn.
Hebben burgemeesters hierin een voorbeeldfunctie?
Evident. Als burgemeester van een tweetalige stad of gemeente, moet je tweetalig zijn. Als ik kijk naar mijn eigen burgemeester Philippe Close (PS), dan zie ik hoeveel inspanningen hij daarvoor doet. Daar gaat een belangrijk signaal van uit: in deze stad is het Nederlands belangrijk. Andere burgemeesters doen dat minder en dat is jammer.
Gelooft u in een tweetalige dienst? Dat niet iedereen tweetalig is, maar dat er telkens iemand is die de burger in zijn eigen taal kan verder helpen.
Lang geleden hebben we daar in Schaarbeek slechte ervaringen mee gehad, toen aparte loketten voor Nederlandstaligen werden ingericht. Maar het hangt ervan af hoe je het invult. Ik sta open voor die discussie, maar vandaag is tweetaligheid van het personeel de wet. En zolang dat de wet is, moet je die toepassen.
2024 nadert met rasse schreden, het moment voor een nieuwe staatshervorming. Een van de pistes is een België met vier gewesten en Brussel als volwaardig gewest. Hoe staat u daartegenover?
Van zij die dat graag wensen zou ik graag eens horen wat ze dan met cultuur en onderwijs doen.
Dat worden Brusselse bevoegdheden.
Daar zou ik me dan zeer stevig tegen verzetten. Het Nederlandstalig onderwijs is nu dé motor van meertaligheid. En voor wat cultuur betreft: de rijkdom van Brussel zit net in het enorme culturele aanbod. De ene dag kan je naar de KVS, de andere dag naar het Theatre National. Als alles onder de chapeau komt van het Brusselse gewest, met minister-president Rudi Vervoort (PS) als verantwoordelijke, dan denk ik niet dat het een vooruitgang zou zijn. Integendeel, het zou een enorme verschraling van het cultuurlandschap betekenen.
Dan blijft alles bij het oude?
Neen, want de staatsstructuur is nu veel te complex. Zo moeten de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en het Gewest (die nu naast elkaar staan, red.) herbekeken worden. Daarnaast heb je de 6 politiezones, de 19 gemeenten, de 19 OCMW’s: zo kan je niet efficiënt werken. Maar de aanwezigheid van de twee gemeenschappen, met aan Vlaamse kant de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) vind ik wel een meerwaarde. Als daar nog een vereenvoudiging nodig is, prima. Maar schaf niet af wat goed werkt.
Zoveel minder complex wordt het dan niet in uw voorstel.
Als je de gemeenten, OCMW’s en politiezones herbekijkt, kom je toch al een heel eind. En voor wat betreft de gemeenschappen: als we nagaan waarom Brusselaars de hoofdstad verlaten, merken we toch vaak dat het omwille van gewestelijke materie is – denk aan parkeren, denk aan veiligheid, netheid, de woonproblematiek...Over de dienstverlening van de Nederlandstalige instellingen is men over het algemeen wel heel tevreden.
Hoe loopt de politieke samenwerking tussen het Gewest Brussel en het Gewest Vlaanderen in uw ogen?
Brussel is geen eiland. Op vlak van tewerkstelling is samenwerking erg belangrijk, net als rond mobiliteit. We moeten die banden versterken. Als er een conflict is, bijvoorbeeld over de slimme kilometerheffing, dan merk je dat dat heel sterk wordt uitvergroot. Maar er zou ook wel wat meer aandacht mogen zijn voor de dingen die goed gaan. Vlaanderen investeert deze legislatuur bijna een half miljard in fietssnelwegen naar de hoofdstad. Ook het akkoord rond tewerkstellingen tussen VDAB en Actiris biedt veel kansen voor de Brusselse en Vlaamse arbeidsmarkt.
Maar er is toch ook wel veel dat stilstaat. De slimme kilometerheffing, de verbreding van de ring, het shoppingcentrum Neo. Telkens houdt het ene gewest het andere tegen. Kun je dan niet spreken van een soort blokkeringspolitiek?
Als je kijkt naar de fietssnelwegen zijn dat toch massieve investeringen.
Dat is één voorbeeld, en dan nog. Soms loopt die fietssnelweg dood, eenmaal de fietssnelweg op Brussels grondgebied komt.
Het is de opdracht voor Brussel om gelijke tred te houden.
Tot slot: hoe zal u 11 juli doorbrengen?
We starten om 10 uur aan de Grote Markt. Om 11 uur is er dan de klassieke receptie van het Vlaams parlement in het Brussels stadhuis, waar ook de burgemeester van Brussel het woord zal nemen. Daarna worden de eretekens uitgereikt, zijn er de activiteiten op het Muntplein en de Grote Markt - met ‘s avonds ook een optreden van #LikeMe, waarna er een dj-set is van de AB ter ere van Arno. Ook ik ga daar Arno huldigen. Ik mag het laatste nummer aankondigen.
En dat is?
Nog geheim (lacht). Met Raymond van het Groenenwoud als afsluiter hoop ik dat het weer een echt volksfeest wordt, want dat is 11 juli. De blik op Brussel én op Vlaanderen, en de openheid om samen feest te vieren.
Vlaamse feestdag in Brussel
Lees meer over: Brussel , Politiek , Vlaamse feestdag in Brussel , Vlaamse feestdag , 11 juli , Vlaanderen Feest, Brussel Danst , staatshervorming