Sinds 1999 zit hij voor de Labour Party, het Verenigd Koninkrijk en zijn kiesomschrijving Londen in het Europees Parlement. Maar net voor de nieuwe Europese verkiezingen komt de brexit eraan. Dus zal Claude Moraes na twintig jaar dienst zijn geliefde Brussels moeten verlaten. “Ik kom terug om er nog meer van te genieten.”
Claude Moraes werd in 2011 door European Parliament Magazine uitgeroepen tot Member of European Parliament (MEP) of the Year. In 2016 was hij volgens Politico Magazine een van de 40 MEPs Who Actually Matter, en in 2017 noemde Vote Watch Europe hem als most influential Brits Europarlementslid. Maar als we hem de hand schudden, stelt Moraes zich voor als een “saaie persoon met veel werk”.
Dat hij toch op de interviewaanvraag inging, komt “omdat ik nog iets wil zeggen over Brussel voor ik wegga”. Moraes komt even terug op de openingswedstrijd van België op het WK voetbal. “Mijn zoon vertelde me via de telefoon vanuit Londen dat hij zou supporteren voor België. Toen ik vroeg waarom, antwoordde hij “omdat jij zoveel van Brussel houdt”. Ik reis voor mijn job naar verschillende steden in de wereld, maar mijn zoon heeft dus toch opgepikt dat ik echt van Brussel hou. Ik word boos als er over Brussel en België kwaadgesproken wordt. Ik word zelfs kwaad als er op neutrale toon over Brussel en België gepraat wordt.”
Het bureau van Moraes bevindt zich op de achtste verdieping van het Altiero Spinelli-gebouw. Medewerker Adam badget ons door de beveiliging, de liften en de gangen. In die gangen staan voor elke deur de beruchte boxen klaar waarmee maandelijks spullen en dossiers naar Straatsburg verhuisd worden.
Op het einde van een van die gangen staat de kist van Moraes. Ernaast een kleurige houten constructie die hij bij ons afscheid zal identificeren als een traditioneel kamelenzadel, dat hij gekregen heeft tijdens een missie van een EU-delegatie aan Niger, waar een van de drukste migratieroutes richting Libië passeert.
Het kantoor van Moraes is naar eigen zeggen wat groter dan dat van de meeste andere parlementsleden, omdat hij een commissie leidt. Maar het kantoor is zo goed als leeg. Is het dat wat de Britse MEP bedoelt met saai? “Ik hou het vooral minimalistisch omdat ik zoveel werk heb. Als ik niet op tijd alles weggooi, is het niet meer te overzien. Het parlement telt momenteel 22 permanente commissies. Maar onze commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken vertegenwoordigt meer dan veertig procent van het werk. Omdat we veel bevoegdheden combineren: van alles wat met migratie en Dublin te maken heeft, tot de privacywetgeving in relatie tot Facebook en consorten.”
"Populisme is een bedreiging, maar zal ook worden overwonnen. Al was het maar omdat de situatie in de wereld daarom vraagt."
Schuldige voor die overladen portefeuille blijkt het fameuze Verdrag van Lissabon uit 2007 te zijn, dat het parlement wetgevende bevoegdheid gaf. “Toen werd ook consumer privacy als kleine nevenbevoegdheid in onze portefeuille geschoven, terwijl daar vandaag enorm veel rond draait: Zuckerberg is hier pas langs geweest, e-privacy is van groot belang in alle handelsverdragen die we sluiten, en het hele GDPR-verhaal, dat ook onder onze commissie valt, is het grootste stuk wetgeving geworden uit de geschiedenis van het parlement en van Europa.Nu zijn we alweer bezig met Dublin en het asielbeleid, de migratiecrisis, Schengen, de toepassing van het beruchte artikel 7 tegen Polen en Hongarije, enzovoort. En het vreemde is natuurlijk dat ik als Brit deze commissie nog kan voorzitten voor the end of it all. Ik ben de laatste voorzitter van een wetgevende commissie die uit het Verenigd Koninkrijk komt. In de commissie Interne markt moest de Britse kandidaat-voorzitter onlangs nog plaats ruimen voor een Belg (Anneleen Van Bossuyt, red.).”
‘The end of it all’, u klinkt dramatisch.
CLAUDE MORAES: Natuurlijk, dat is het ook. En het einde is ook nog een beetje interessant, want 31 maart is de dag van de brexit, terwijl pas een aantal weken later een einde komt aan de termijn van het parlement (de Europese verkiezingen vallen in ons land op 26 mei, red.).
De vraag die ook Politico zich onlangs in een stuk stelde, is wat er in de tussentijd met de Britse parlementsleden zal gebeuren. In die laatste maand moet in onze commissie nog een hoop wetgeving worden afgerond en het zou toch raar zijn als ik daar na al die voorbereidingen niet meer bij zou kunnen zijn. Het schetst hoe vreemd het is dat een land de EU verlaat.
Hoe heeft u de brexit en de campagne die ertoe leidde beleefd?
MORAES: Ik zou aan jullie coole, bedaarde lezers willen zeggen dat alles wat wij in de campagne tegen de brexit hebben gedaan niet op kon tegen de manier waarop de Britse pers 25 à 30 jaar lang denigrerende en frontale aanvallen op de EU-instituties heeft gelanceerd. Ze heeft corruptie vereenzelvigd met de EU, ze heeft migratie vereenzelvigd met de EU, enzovoort.
In andere landen is euroscepticisme altijd nog genuanceerd. Je legt de nadelen in de weegschaal met de voordelen van de douane-unie, de eenheidsmarkt, projecten als Erasmus … In het VK vernemen de neen-kiezers nu pas wat de nadelen zullen zijn van hun keuze. Zij dachten dat de EU alleen geld kostte en immigranten opleverde. Door de Griekse crisis en de migratiecrisis leek het verhaal van de Britse pers op waarheid te berusten. Het was een perfecte storm van vooroordelen en onwetendheid. En toch koos nog 48 procent ervoor om in de EU te blijven.
Om het nog even te schetsen: als je in het Verenigd Koninkrijk zegt dat in de Europese Commissie ongeveer evenveel mensen werken als in de raad van een doorsneestad als Leeds, dan kunnen ze dat niet geloven. In hun hoofd zitten hier duizenden mensen die hen aan het onderdrukken zijn. Ik zeg dat tegen jullie omdat deze stad van zoveel wordt beschuldigd. Want de eurosceptics hebben het niet over de EU maar over ‘Brussels’. Alsof ‘Brussels’ gelijkstaat met corruptie. ‘Straatsburg’ zeggen ze overigens niet. Terwijl ik hier twintig jaar lang alleen maar vrienden heb gemaakt.
Heeft u persoonlijk onder negativiteit te lijden gehad omdat u hier werkte?
MORAES: O ja. In sociale contacten komt het altijd ter sprake, en daarom vermeld ik soms niet wat mijn job is. Een jaar of vijftien geleden voerden de conservatieven een campagne voor de EU-verkiezingen met de woorden dat ze hun kiezers niet op een dieet van Brusselse spruitjes wilden zetten. Brussel afschilderen als een verschrikkelijke plaats omdat kinderen meestal geen spruitjes lusten, Nigel Farage die zegt dat ‘Brussels niet eens een land is’ … het is allemaal heel triest. Ik hou van Brussel.
Zopas breide John Cleese na een show in Hasselt nog eens een vervolg aan de oude Monty Python-gag dat Belgen ‘Miserable Fat Belgian Bastards’ zijn. Hij meent het niet zoals Farage, maar het toontje tegen België komt wel ergens vandaan.
MORAES: Het geval van Monty Python is interessant omdat zij private school boys waren die de BBC acceptabel maakten voor de working class. Ook al omdat bijvoorbeeld The Beatles zich fan verklaarden. Toch bezigden ze elitaire ironische comedy. En die toon tegenover België maakt op een of andere manier toch deel uit van een strategie om je als Brit beter te voelen.
Zo is er ook die terugkerende quizvraag Name a famous Belgian. Om te tonen dat Britten te midden van het afnemende zelfvertrouwen dat het ooit zo grote imperium gaf, toch nog iets voorstellen. Zo hadden de Britten ook moppen over de Ieren. Maar helaas waren er wel heel wat bekende Ieren op te sommen. En ook bij de Fransen werkt dat geintje niet echt. Dus werden de Belgen het slachtoffer. Zeker toen de enige bekende Belg op een gegeven moment Jean-Claude Van Damme was. Dat maakte het nog grappiger. Maar eronder zit de behoefte om zich superieur te wanen.
Hoe is uw persoonlijke verhouding met Brussel? Had u hier tijd voor niet-professionele activiteiten?
MORAES: Om verkozen te kunnen worden, moeten Europarlementsleden in hun kieskring op het thuisfront wonen. Leden van afgelegen landen als Malta of Cyprus wonen hier en verplaatsen zich dan voor het werk in hun kieskring. Maar ik woon met mijn gezin in Londen, terwijl ik hier voor het parlement moet zijn van maandag tot donderdag, en voor het commissievoorzitterschap tot vrijdag.
Tijdens mijn eerste termijn heb ik alleen maar gewerkt. Tijdens mijn tweede en derde termijn bleef mijn vrouw soms hier in het weekend en dwaalden we rond in de stad. Dat was een hele verademing na de eerste jaren in de bubbel. Toen heb ik buurten leren kennen en ben ik afgegaan op tips van mijn collega’s. Brussel is natuurlijk overzichtelijker dan Londen, maar je moet toch zoeken naar het echte Brussel.
Ik hou van architectuur en op dat vlak is er hier na de oorlog veel verdwenen. Ik kom uit Schotland en mijn favoriete gebouw is de Glasgow School of Arts van Charles Rennie Mackintosh dat pas is afgebrand. Vorige week was er een speech in de European Parliamentary Association Building in Straatsburg (gevestigd in de art-nouveauwoning Villa Schützenberger, red.) en zat ik de hele tijd naar de plaasteren armaturen te kijken. Maar Brussel is de bakermat van de art nouveau.
Ik ben minder geïnteresseerd in de clichés dan in de kleine elementen waar je soms op stoot in een gevel. Als je je ogen gebruikt zijn er zoveel mooie façades. In de Paul Emile Jansonlaan, de Defacqstraat … Voor de rest hou ik natuurlijk ook van buurten zoals Antoine Dansaert of de Kunstberg. Brusselaars moeten ook appreciëren dat ze dat hebben.
Is het niet erg om in een gebouw als dit te werken als je van architectuur houdt?
MORAES: (een beetje verbaasd) Zelfs van deze plek begin je te houden. Ik kan sentimenteel worden over dit gebouw, dat ze misschien weer zullen afbreken, en ook over de buurt. Ik zal je zeggen waarom: omdat er mensen zijn die het proberen te verbeteren. Ik was een van de velen die de petitie tekenden om het stukje van het Leopoldstation te redden. Het Luxemburgplein is ondertussen aangenamer. Het park en de plantsoenen zijn gezelliger, dus ik geef niet op.
Is dit echt het einde voor Groot-Brittannië en voor u in de EU?
MORAES: Er is nog een héél kleine waterkans dat er een tweede referendum komt, maar dan nog zal deze groep Britse MEP’s wellicht niet meer opkomen. Over mij hoef je je geen zorgen te maken. Ik runde voor ik hier kwam als advocaat een ngo en ik heb uitzicht om weer iets in die richting te doen. Ik wil wel eerst het werk afmaken en zal geen definitief afscheid nemen van België. Het is mijn tweede thuis geworden en dus zal ik terugkomen om er nog meer van te kunnen genieten. Verschillende van mijn medewerkers hebben zich hier trouwens al definitief gevestigd, zijn met Belgen getrouwd of leren Nederlands.
En hoe moet het verder met de EU? Heeft de moeizame brexit misschien ook een afschrikeffect?
MORAES: Afschrikken is een zwaar woord, maar ik merk wel weinig appetijt bij andere landen om dezelfde weg te gaan. Zelfs bij landen als Polen, Hongarije en Italië die voortdurend hun ongenoegen uiten. Populisme is een bedreiging, maar zal ook worden overwonnen. Al was het maar omdat de situatie in de wereld daarom vraagt. We moeten samenwerken. En de wereld heeft de EU ook nodig. Al moeten we nooit zelfgenoegzaam worden, en blijven vechten om de EU samen te houden. Ik denk dat de EU sterker is dan mensen denken. Ze is al door verschillende crises gekomen en zal ook door de migratiecrisis komen.
Europa in Brussel
Lees meer over: Brussel , Politiek , Europa in Brussel , Europees Parlement
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.