Waarom werden de bestaande griepplannen voor de Brusselse rusthuizen niet aangepast voor de Covid-19-pandemie? Dat vroeg epidemioloog Marius Gilbert zich donderdag af in de Brusselse coronacommissie. Gilbert schetste het tijdsverloop van de Covid-crisis en stond stil bij de specifieke kwetsbaarheden van het Brussels Gewest voor pandemieën.
De Brusselse coronacommissie heeft donderdagochtend haar hoorzittingen gestart met epidemioloog Marius Gilbert, hoofdonderzoeker van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO) aan de Université Libre de Bruxelles, die vorige week wegens tijdsgebrek uit het corona-adviesorgaan Celeval stapte.
Gilbert wees erop dat er plannen waren uitgewerkt voor de beheersing van zorginfecties in woon- en zorgcentra. Die hadden volgens hem mits kleine aanpassingen kunnen worden toegepast voor Covid 19-pandemie. Waarom de plannen niet werden uitgerold, kon hij evenwel niet zeggen.
De epidemioloog stond ook stil bij de specifieke kwetsbaarheid van het Brusselse Gewest bij pandemieën. Brussel is een stadsgewest met een hoge bevolkingsdichtheid. Daarbij komen nog andere elementen van kwetsbaarheid, zoals de leeftijdspyramide (rusthuizen). Ook de algemene gezondheidstoestand is van belang. Mensen met hartziekten en obesitas, die erg gevoelig zijn voor coronabesmettingen, komen vooral voor in de lagere sociale klassen.
Internationaal kruispunt
Daarnaast is het Brussels Gewest een kruispunt in mobiliteit dat vele internationale instellingen huisvest. De communicatie met heel wat bevolkingsgroepen verloopt ook erg moeilijk, stelde Gilbert vast. Tenslotte speelt ook de capaciteit om de maatregelen na te leven een rol. Zo beschikken heel wat Brusselaars niet over een woning met een tuin.
Marius Gilbert ging ook uitgebreid in op de problemen van de rusthuizen door het gebrek aan beschermingsmateriaal en testcapaciteit vanaf het begin van de crisis. De internationale tekorten hadden ook een invloed op de strategieën van de overheden, die achteraf fout bleken te zijn (zoals de aanbevelingen over mondmaskers) of dramatische gevolgen hadden.
Tijdens de namiddagzitting van de bijzondere commissie kregen de commissieleden een toelichting van Sébastien van Drooghenbroek, hoogleraar grondwettelijk recht aan de Université Saint-Louis, over de bevoegdheidsverdeling over de materies die van belang zijn in de aanpak van de coronacrisis. Welke overheid is bevoegd om een mondmaskerplicht op te leggen en op basis van welke bevoegdheid? En wie is bevoegd over de tests?
Daarna was het de beurt aan directeur-generaal Christophe Soil van perspective.brussels en directeur Olivier Gillis van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, die het verslag 'sociaal-economische, territoriale en ecologische herstructurering na de Covid 19-crisis' voorstelden.
Een aantal sectoren in de stedelijke economie hebben de crisis beter verteerd dan andere, zoals de horeca of de evenementensector, zo blijkt. Door de coronamaatregelen wordt een stijging van de werkloosheid van 4,7 procent verwacht in 2021. De maatregelen zorgen er ook voor dat de economische en sociale gevolgen van de crisis voor dit jaar beperkt blijft.
Uithuiszettingen
Daarom kan ook de vraag gesteld worden of het moratorium op de uithuiszettingen niet te vroeg werd opgeheven. In het verleden waren er jaarlijks zo'n 5.000 aanvragen voor een uithuiszetting en werden er 600 effectief uitgevoerd. Tijdens de coronacrisis waren er 2.500 aanvragen, en werden 500 uithuiszettingen uitgesteld als gevolg van het moratorium. Maar doordat een aantal maatregelen nog doorlopen zullen heel wat Brusselaars de gevolgen in hun inkomen pas enkele maanden later ondervinden. Bovendien zal wie uitgewezen wordt, moeilijker een woning vinden en dan nog van een veel lagere kwaliteit, waarschuwde Marion Englert. Daarbij komt nog dat de daklozenopvang momenteel vol zit.
Uit de cijfers blijkt dat er in het Brussels Gewest tussen 16 maart en 3 mei 1.325 overlijdens meer werden geteld dan het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren. Olivier Gillis wees er ook op dat de Brusselse rust- en verzorgingsinstellingen een eerder jongere populatie heeft, maar met een grotere zorgbehoefte. In het Brussels Gewest verblijft 7,6 procent van de 65-plussers in een rust- of verzorgingshuis tegen 5,7 procent in heel België. De Brusselse instellingen telt 14 procent bewoners tussen 65 en 74 jaar tegen 9 procent in heel het land. Het aantal zwaar zorgbehoeften ligt met 34 procent ook een pak hoger dan het landelijke gemiddelde van 24 procent.
Lees meer over: Brussel , Politiek , marius gilbert , bijzondere coronacommissie , rusthuizen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.