De slag om de kiezer (4): Jeugd niet vertegenwoordigd op kieslijsten
Lees ook: Drie Brusselse jongeren, vijf vragen
M et welk idee gaan jongeren naar de gemeentelijke stembus? Wat verwachten ze van de nieuwgekozenen? En op wie zouden ze begot moeten stemmen?
We gingen polsen in het veld en kwamen uit bij die ene zeldzame Jeugdraad die Brussel rijk is (die van Jette). En we vroegen een pak jongeren via mail én bij een pint wat zij verwachten van het beleid; een selectie vindt u hieronder. Maar eerst vroegen we aan de grote partijen hoeveel procent kandidaten tot en met 35 jaar zij op hun lijsten hebben gezet. Wat bleek? Iedereen moest vorige week ineens nog fors aan het tellen gaan; één partij berekende zelfs een kleine marge, want waagde een leeftijdsgok aan de hand van de verkiezingsfoto's. Lachen zij de jeugd al in eigen rangen uit?
Eerst en vooral: in het gewest wonen 209.446 jongeren (18-30 jaar); dat is 24 procent van heel de meerderjarige bevolking. Op 14 oktober gaan er alles bij elkaar 613.873 Brusselaars stemmen (van 11.335 in het kleine Koekelberg tot 83.638 in Schaarbeek). Dat zorgt voor 96.294 'eerstekeerstemmers' (18-24 jaar), en 11.715 achttienjarigen.
'Politiek is van vijftigjarigen'
Als je dan kijkt hoe de partijen de jeugd op hun lijsten aanprijzen, dan krijg je een ander plaatje. Ecolo doet het aardig met 29,06 procent kandidaten tot en met 35 jaar, MR zou 32 procent halen (maar gaf ook de niet-MR-kandidaten op hun MR-lijsten mee: een niet-verfijnd cijfer dus). CDH stelt 23,36 procent jongeren verkiesbaar. PS haalt maar 17,72 procent (Brussel-Stad scoort wel, met 17 jonge kandidaten van de 44). FDF is hekkensluiter met 17,68 procent (101 op 571 kandidaten). Om even een vergelijking te maken met nieuwe partijen in enkele Brusselse gemeenten: N-VA heeft 18 jonge gezichten op 78 kandidaten (23,07 procent), de Pirate Party 9 op de 14 (in Brussel, Schaarbeek en Elsene).
Het aantal jongeren (18-35 jaar) op lijsten staat dus niet in verhouding tot het grote aantal jonge kiesgerechtigden. Daarmee is de vergrijzing van het politieke establishment in Brussel een beleidszet. Let wel, Vlaamse partijen in Vlaanderen scoren niet beter.
Komen we bij de stem van de jonge kiezer, die alvast goed blijkt te weten op wie hij of zij niet zal stemmen. Op wie wel, blijft soms nog vaag. Wel is die jonge kiezer doorgaans teleurgesteld als zijn kiesgedrag niet 'meetelt'. Want de enkeling die zich fysiek engageert (in de jeugdraad, in een vereniging...), is in zijn hoofd wel met de problemen en de toekomst van de stad bezig.
Jessy Neukermans, jeugdconsulente van de enige Nederlandstalige Jeugdraad in het gewest (in Jette), verwoordt de belangen van de jongeren. "'De politiek in Brussel is iets van vijftigjarigen,' zeggen jongeren me. Politici sturen aan op botsingen tussen gemeenschappen, terwijl jongeren - die al van op school geen probleem hebben met de anderstaligen met wie ze opgroeien - taal níet als een barrière zien. De Vlaamse Gemeenschap of VGC geeft geld voor een jeugdhuis, de Franstaligen staan in de kou, dus wat krijg je: jaloezie, gestuurd vanuit de gemeente. De cohesie waarnaar de jeugd smacht, vind je niet terug in het beleid. De schepenen van Jeugd - de Frans- en de Nederlandstalige - houden er zelfs op eenzelfde lijst een andere visie op na."
"Ook de dingen waarmee jongeren worstelen, vallen niet netjes onder één gemeentelijke bevoegdheid. Mobiliteit, ecologie, veiligheid, opleiding, werk, betaalbare huisvesting: die thema's spelen allemaal bij de jeugd, maar de bevoegdheden liggen verspreid over overheden."
Het mobiliteitsbeleid en het Brusselse sportbeleid voor Nederlandstaligen bijvoorbeeld zijn een ramp. Maar wat zie je? Het hoogste echelon, de ministers die voor deze toestand kozen, vist gewoon weer naar een gemeenteraadszetel, en wordt nergens op afgerekend.
Engagement op Facebook
De vorige weken legden enkele debatten in de gemeenten de vinger op de wonde. De tweetalige vzw Het Werkt/Ça Marche zag een kans om alle neuzen in één richting te krijgen. Projectcoördinator Bart Van de Ven stelt: "Jongeren vinden dat de gemeenschappen te veel naast elkaar leven, en over mobiliteit en openbare ruimte is er grote ontevredenheid, net als over het te beperkte openbaar vervoer en de netheid." Alweer grotendeels gewestmateries. "Toch zijn jongeren vaak meer politiek dan ze zelf denken te zijn. Politieke actie is echter pas mogelijk als ze zich organiseren, zoals in jongerenorganisaties die een voedingsbodem zijn voor burgerzin en politiek bewustzijn."
En dan is er nog die 'virtuele' leefwereld van de jongeren: Facebook, Twitter, Netlog... Daar voert de jeugd het woord; op straat doen ze dat niet. Positief hieraan is dat ze zich snel en masse engageren voor één actie, maar meestal maar voor korte duur: kijk naar de Pic Nic the Streets-acties aan de Beurs, waar de tweede editie al tot een kwart van de opkomst slonk.
Hangjeugd
Twintig jaar terug werd in Nederland (Groningen, Delft) de partij Student en Stad opgericht uit onvrede met het gemeentelijk beleid. Vandaag is niets van dat groots te zien in Brussel, terwijl het beleid toch wordt bekritiseerd. "Het grootste pijnpunt bij jongeren (in Jette althans, red.) is de nachtklok van één uur voor fuivers en het gebrek aan fuiflokalen," stelt Neukermans nog. "Een tweede punt is het gebrek aan publieke ruimte. Samenkomen in een park is voor families evident, maar als jongeren het doen, worden ze 'hangjeugd' genoemd."
Mogen jongeren nog jong zijn in de stad die langer van hen zal zijn als van de ouderen? En dromen 'van een stad zonder auto's, met groene daken overal'?
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.