Grouwels: 'Maingain bewijst gelijk van CD&V'

FDF-voorzitter Olvier Maingain heeft op zijn nieuwjaarslunch gepleit voor een sociaal-economische regering. Daarnaast kunnen gesprekken over de staatshervorming worden opgestart met alle democratische partijen. Maingain kwam ook nog eens terug op zijn aanvaring met Alain Courtois.

Maingain het er zoals bekend moeilijk mee dat sommige Vlamingen op de MR-lijst voor de Brusselse gemeenteraadsverkiezingen van 2012 zouden staan. Daarom bleef hij enkele dagen geleden weg toen Alain Courtois werd naar voor geschoven als kandidaat burgemeester van de stad Brussel.
"De persoon van Alain Courtois is niet belangrijk," zegt Maingain. "Voor ons komt het programma voor de persoonlijkheden. We zijn niet tegen Vlamingen op onze lijst maar niet om het even wie. Ik kan aan FDF-kiezers niet uitleggn dat er mensen op de lijst staan die behoren tot een partij die de benoeming van de burgemeesters in drie faciliteitengemeenten onmogelijk heeft gemakt. Dat is voor ons onaanvaardbaar en dus wacht ik op een verduidelijking van de MR."

Dat Maingain het moeilijk heeft met Vlaamse kandidaten is volgens Brigitte Grouwels (CD&V) een bewijs dat tweetalige lijsten niet deugen in Brussel. "In zijn nota pleitte bemiddelaar Johan Vande Lanotte om opnieuw tweetalige lijsten in te voeren," schrijft Grouwels op haar blog. "Als Brussels CD&V-minister protesteerde ik meteen hevig tegen dit onzalige voorstel. De ervaring met de agglomeratieverkiezingen van 1971 in het achterhoofd vreesde ik (en met mij de rest van CD&V) dat tweetalige lijsten alle Vlaamse waarborgen onderuit zouden halen: de politieke krachtsverhoudingen binnen de Nederlandstalige taalgroep zouden immers bepaald worden door de krachtsverhoudingen binnen de veel grotere Franstalige taalgroep."

"En Maingain bewijst al meteen het gelijk van CD&V," luidt het verder. "Hij wil niet weten van Vlaamse kandidaten op de tweetalige liberale lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. En indien Maingain alsnog intern het onderspit moet delven, en toch Vlaamse kandidaten moet toelaten, dan zal hij ongetwijfeld alles in het werk stellen om de braafste Vlamingen van de klas de hoogste plaats op de Brusselse lijst te geven. Of hoe bijgevolg de politieke krachtsverhoudingen binnen de Nederlandstalige taalgroep bepaald worden door de krachtsverhoudingen binnen de Franstalige taalgroep. Mag het daarom nogmaals duidelijk zijn dat taalgesplitste lijsten bij de komende gewestverkiezingen de beste waarborg vormen voor de evenwichtige beleidsparticipatie van Vlamingen in Brussel?"