De nieuwe federale regering gaat voluit voor een samenwerkingsfederalisme. Dat zou de spanningen tussen het federale niveau en het Brussels Gewest tot een minimum moeten herleiden. Toch loeren er voor Brussel een aantal wolfijzers en schietgeweren om de hoek.
| 1 oktober 2020: eedaflegging van de regeringsploeg van Eerste minister Alexander De Croo bij Koning Filip;
Het nieuwe federale regeerakkoord is er duidelijk een van de convergentie en de consensus. Zeven zeer uiteenlopende partijen moesten akkoord gaan over één tekst, en dat levert een bijwijlen kleurloos regeerakkoord op dat vooral voortbouwt op het vroegere beleid en, voorlopig, weinig echte grote structurele hervormingen inhoudt.
Misschien hoeft dat ook niet. Er woedt een ongeziene sanitaire crisis, waar de federale regering mee moet zien af te rekenen, en de economische en budgettaire weerslag zal gigantisch zijn. Het zal zaak zijn voor de regering De Croo I om België hier op een slimme manier door te loodsen.
De regering De Croo I kiest daarbij duidelijk voor een samenwerkingsfederalisme. Er zal meer met de deelstaten overlegd worden en de Interministeriële conferenties zullen opgevoerd worden. Als dat in vertrouwen kan gebeuren, zou dit moeten betekenen dat de spanningen tussen het federale niveau en het Brussels gewest eerder beperkt zullen zijn.
Daar komt bij dat de samenstelling van de federale regering heel ‘Brussels’ oogt. Met PS-SP.A, Ecolo-Groen en Open-VLD loopt die erg gelijk met de Brusselse regering. Als er goeie allianties worden gesmeed, kan dat meteen ook een goed beleid opleveren voor het Brussels gewest.
De samenstelling van de federale regering oogt heel Brussels. Als er goeie allianties worden gesmeed, kan dat meteen ook een goed beleid opleveren voor het Brussels gewest.
Dat kan bijvoorbeeld zo zijn op het vlak van mobiliteit. Dat is in Brussel en federaal in handen van een groene minister: Elke Van Den Brandt (Groen) in Brussel en Georges Gilkinet (Ecolo) op het federale niveau. De regering De Croo I wil die bevoegdheid alvast proactiever invullen dan onder de vorige regering, waar minister Bellot (MR) toch een eerder belabberde indruk maakte.
De NMBS, dat meer geld zal krijgen, zal een belangrijke functie krijgen in de organisatie van het pendelverkeer én van het internationaal verkeer. Het GEN wordt versneld uitgevoerd en de plannen voor een extra Noord-Zuidverbinding duiken terug op. De regering wil van Brussel een knooppunt maken voor het internationaal reizigersverkeer. Fietsen op de trein? Dat moet allemaal makkelijker.
Tegelijk moet het autopark vergroenen. Tegen 2026 moeten de nieuwe bedrijfswagens elektrisch rijden. Ook de deelauto’s en het openbaar vervoer moeten in de toekomst koolstofvrij rijden. Op termijn zouden er zelfs geen benzine of dieselauto’s meer verkocht mogen worden.
Als dat lukt kan de luchtkwaliteit in de hoofdstad, en mogelijk ook de autodruk, er serieus op verbeteren. Dat is ook nodig want de Europese Commissie heeft België in gebreke gesteld omwille van de slechte luchtkwaliteit.
Vraagteken is nog wel de vliegwet. De federale regering wil het luchthavendossier naar zich toetrekken om de spreiding van het vliegverkeer rechtvaardig te laten verlopen. Nu kan het Brussels Gewest met haar leefmilieubevoegdheid strenge normen opleggen. Het is de vraag hoe Ecolo-minister Gilkenet een akkoord kan vinden waarbij hij de belangen van de rand en die van Brussel met elkaar verzoent.
Gelijklopende belangen zullen er ook zijn met Beliris. Dat is niet langer in handen van Sophie Wilmès (MR) maar van de Brusselse minister Karine Lalieux (PS). Dat kan een en ander zeker vereenvoudigen. In het verleden werd Beliris wel eens gebruikt voor politieke spelletjes. Binnenkort moet een nieuwe Bijakte worden onderhandeld voor de volgende Beliris-projecten. Lalieux zal daar zeker de Brusselse stem nog meer kunnen laten horen.
Neofiet
Voor het veiligheidsbeleid, een hoofdstuk in het federaal regeerakkoord dat ook voor Brussel belangrijk is, dreigt de samenwerking moeizamer te verlopen. We krijgen daar dezelfde constellatie als de vorige regering: CD&V op het federale niveau, en PS op het Brussels niveau.
Het regeerakkoord is ook eerder vaag over de concrete stappen die genomen zullen worden om dat veiligheidsbeleid in Brussel te versterken. Eenheid van commando onder supervisie van de Brusselse minister-president, dat wel, maar dan alleen als de omstandigheden dat vragen.
Het regeerakkoord is eerder vaag over de concrete stappen die genomen zullen worden om dat veiligheidsbeleid in Brussel te versterken.
Een fusie van de Brusselse politiezones is hoogst onwaarschijnlijk. De federale regering wil de financiering herbekijken, als hefboom om de zones te vergroten. Maar de Brusselse politiezones zijn al erg groot in vergelijking met de rest van het land. En zolang de Brusselse regering het nut niet inziet van een centraal veiligheidsbeleid en de burgemeesters alle vrijheid laat, zal er ook niet veel veranderen.
Het spreekt in die zin boekdelen dat de PS op het congres voor de goedkeuring van het federaal regeerakkoord de niet-fusie van de politiezones als een overwinning presenteerde. Het valt ook nog te bezien hoe CD&V dit heikel dossier gaat aanpakken. Met de Antwerpse advocate Annelies Verlinden (CD&V) krijgen we een neofiet op de stoel van Binnenlandse Zaken.
Staatshervorming
Waar het ook kan schuren is in de bevoegdheden van de MR. Die partij zit niet in de Brusselse regering, wel in de federale regering. Ex-premier Sophie Wilmès wordt bevoegd voor de biculturele instellingen, die ondergefinancierd zijn, maar tegelijk belangrijk zijn voor de uitstraling van Brussel. Ook de Regie der gebouwen is een portefeuille van de de MR. Dat gaat dan zowel over de renovatie van het Justitiepaleis, het Koninklijk Conservatorium of het Amerikaans Theater. Die dossiers belangen ook de Brusselse beleidsmakers aan.
Vraag is hier of de MR een politiek spel zal spelen, zoals MR-kopstuk Didier Reynders dat in het verleden wel eens deed om de MR-oppositie in de hoofdstad te plezieren, of het belang van de Brusselaar voor ogen zal houden.
Het is tot slot ook uitkijken naar de institutionele hervormingen die de regering De Croo aankondigt. De ministers Annelies Verlinden (CD&V) en David Clarinval (MR) zullen de zevende Staatshervorming moeten voorbereiden. Deze regering zal alvast de artikelen in de grondwet voor herziening vatbaar verklaren. De volgende federale regering zal dan verdere stappen kunnen zetten.
Dit federale regeerakkoord is eerder vaag over de richting die het wil uitgaan. Het laat wel de mogelijkheid aan de deelstaten om een eigen beleid te voeren, zonder dat daar al echte bevoegdheidsoverdrachten tegenoverstaan.
Nu al blijkt in de Covid-19-crisis hoe het UZ Brussel, als enige Vlaamse ziekenhuis in Brussel, er een beetje los bijhangt.
Het is een idee dat Johan Vande Lanotte eerder al suggereerde om de grendels in de grondwet te omzeilen. De formule is al met succes toegepast in het verleden, met name in onderwijs. Zelfs al was die bevoegdheid nationaal, de jonge ‘deelstaten’, Vlaanderen en de Franse Gemeenschap, mochten er al een eigen invulling aan geven.
Er wordt nu onder meer naar gezondheid gekeken. Voor Brussel is dat wel bijzonder omdat er vandaag drie gemeenschappen actief zijn op het vlak van gezondheid en zorg: de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, de Vlaamse gemeenschap en de Franse gemeenschap. Als er federale bevoegdheden worden overgeheveld, bijvoorbeeld op vlak van de ziekenhuizen, worden die drie niveaus in de hoofdstad versterkt. Hoe dat tot een coherent territoriaal gezondheidsbeleid moet leiden is een groot vraagteken. Nu al blijkt in de Covid-19-crisis hoe het UZ Brussel, als enige Vlaamse ziekenhuis in Brussel, er een beetje los bijhangt.
Het is ook uitkijken naar welke duit de nieuwe minister van volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) in het zakje zal doen in dit debat. Vandenbroucke is immers voorstander van een sterk territoriaal – lees Brussels – gezondheidsbeleid. Afwachten hoe dit verder evolueert.
Hoe dan ook blijft volgens dit regeerakkoord de federale solidariteit in de gezondheidszorg overeind, en staan we mijlenver van het tweeledig confederalisme waar de N-VA voorstander van is.
Correctie: in een eerdere versie van dit stuk stond dat minister Sophie Wilmès (MR) bevoegd is voor Beliris. Dat klopt niet: die bevoegdheid zit bij minister Karine Lalieux (PS).
Lees meer over: Politiek , Alexander De Croo , Brusselse regering , federale regering , duurzame mobiliteit , veiligheidsbeleid , staatshervorming
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.