Alles is ‘too little, too late’. Provinciegouverneur Lode De Witte is scherp voor de gewestregeringen. “Ze pakken onderwijs, huisvesting, mobiliteit veel te loom aan.” Aan het overleg tussen Vlaams-Brabant en Brussel zelf ligt het volgens hem niet.
| Lode De Witte, provinciegouverneur Vlaams-Brabant.
Sinds de splitsing van de provincie Brabant in 1995 ligt Brussel als de dooier van een spiegelei in Vlaams-Brabant. De smaken vermengen zich. Vanuit het provinciehuis in Leuven werkt Lode De Witte als gouverneur aan goede relaties. Voor de federale overheid waakt hij over de veiligheid. En hij heeft nog veel andere taken, onder meer door de va-et-vient van burgers van binnen en buiten de Rand, met gevolgen voor mobiliteit, wonen en werken. Dat stroomlijnen vereist overleg.
Heb ik het mis dat Brussel en Vlaams-Brabant bestuurlijk anders tegenover elkaar staan dan burgers uit beide regio’s?
Lode De Witte: De gewesten en gemeenschappen voeren hun eigen beleid sinds de staatshervormingen. Geen wonder dat Brussel en Vlaams-Brabant om institutionele en ook sociologische redenen uit elkaar zijn gegroeid. Maar het is veeleer de Brusselse regering die haar eigen weg wou gaan, en een reeks zaken niet meer gezamenlijk wou doen. En, eerlijk toegegeven, Vlaams-Brabant was en is geen vragende partij meer.Wel stemmen het aparte beleid en de realiteit – wat mensen doen – niet overeen. Neem nu cultuur. Brusselaars gaan naar De Westrand in Dilbeek of het cultureel centrum in Strombeek-Bever. Omgekeerd gaan Randbewoners naar de KVS en de Ancienne Belgique. Mensen lopen continu bij hun buur binnen. Op het vlak van ruimtelijk beleid blijkt alles nog meer verweven. Dat is de voorbije twintig jaar een moeizaam zoektocht gebleven.
Hoe loopt het voor die twee regio’s met een andere culturele identiteit? Praten ze met elkaar?
De Witte: Soms doet men alsof er geen vormen van overleg bestaan, zelfs alsof die nog moeten gecreëerd worden. Dat klopt niet. Er is altijd een sterk overleg geweest tussen Vlaams-Brabant en Brussel. Voor mobiliteit bijvoorbeeld. Voor de Vlaamse overheid coördineer ik de projecten van De Lijn. Wel, voor elke vergadering worden zowel De Lijn, de MIVB als Brussel Mobiliteit uitgenodigd.
Iedereen – en ik bedoel iedereen – is voor honderd procent vragende partij voor onder meer de verlenging van het tramnet tot op de luchthaven. Daarbij is het mogelijk om over alle technische en andere aspecten te overleggen. Tot het moment dat het hogere politieke niveau er zich overbuigt. Dan klinkt het zo: we keuren dit niet goed zonder akkoord over een of andere heikele zaak. Daar sta je dan met alle neuzen in een richting.
De politiek legt dus het overleg tussen de regio’s plat?
De Witte: Denk vooral niet dat het is omdat de ene niet met de andere wil spreken. Noch omdat er onenigheid bestaat. En ook niet omdat er grote visieverschillen zijn - of we het nu over Vlaams-Brabant of Brussel hebben. Voor veel dossiers vat ik samen waar overleg gepleegd, geslaagd en afgerond is en ik zie één zekerheid: als zaken niet vooruitgaan of stilvallen, ligt het niet aan een gebrek aan overlegkanalen.
Een dossier dat op vele manieren positief is gegroeid, na samenspraak tussen Brusselse en Vlaamse instellingen, wordt plots totaal onmogelijk gemaakt door het te conditioneren. Waaraan? Gewoon zonder verweer aan een ‘memorandum van overeenkomst’ (herenakkoord, red.) over een reeks problematieken tussen de Brusselse en Vlaamse regering. Met als gevolg: het komt er niet meer van.
Er zijn toch wel visies die haaks op elkaar staan?
De Witte: Sommige dossiers kennen tegenstrijdige visies. Over de ontwikkeling van grote winkelcentra of het Eurostadion bijvoorbeeld. Ook in mobiliteit zijn er soms visieverschillen. De provincie is sinds haar ruimtelijk structuurplan van 1997 geen voorstander van overstapparkings dicht bij de stad. Mensen rijden beter niet met de auto tot aan de grens van Brussel, om pas dan het openbaar vervoer te nemen. Het is beter om tot aan het eerste goed georganiseerde treinstation te rijden, of het nu Diest, Leuven, Mechelen of Aalst is.
Met parkings over of aan de gewestgrens worden de files in de grensstrook van Brussel niet opgelost. Daar is wel een duidelijk verschil in visie. Daarom ontwikkelen we een nieuwe sneltram Willebroek-Londerzeel-Brussel, zodat mensen dat ogenschijnlijk korte traject – in kilometers, maar niet in tijd – niet langer met de auto blijven afleggen.
"De politiek moet keuzes maken en meer investeren in mobiliteit, openbaar vervoer, onderwijs en sociale huisvesting"
De stadsvlucht is nooit opgehouden. Veel Brusselaars trekken nog altijd naar de Rand. Een positieve zaak?
De Witte: Die tendens was er al in de jaren zestig, al ging het om andere populaties. Maar het klopt: heel wat tweeverdieners uit Brussel trekken vandaag naar Vlaams-Brabant. Waarom? Vlamingen ervaren de woningprijzen in Vlaanderen als te hoog, maar ze zijn nog hoger in Brussel. Het zijn dus de Brusselaars die bereid zijn die voor hen lagere prijzen in Vlaams-Brabant te betalen. Geen enkel bestuur kan of zal dirigeren wat mensen willen uitgeven of waar ze willen wonen. Dat kiezen ze zelf. We zijn geen stalinisten.
Het provinciebestuur Vlaams-Brabant besteedt al jaar en dag beduidend meer aan woonbeleid dan provincies als Antwerpen en Oost- en West-Vlaanderen. Wij promoten dat ook, net omdat we al zo lang geconfronteerd worden met de hoge woningprijzen in de Rand en verder. Daarom focussen we op betaalbare huisvesting. Dat gaat bijzonder moeizaam.En ik beken, we zijn er zelf niet helemaal tevreden over. Het aantal sociale woningen ligt te laag, omdat de grondprijzen zo hoog zijn. De Vlaamse regering houdt voor de grondprijzen te weinig rekening met de mogelijkheden voor sociale huisvestingsmaatschappijen om te bouwen. Anderzijds heeft de Vlaamse regering op vraag van het provinciebestuur wel Vlabinvest in het leven geroepen, dat betaalbare woningen stimuleert.
"Op het vlak van geluidsoverlast wordt de Vlaams-Brabander als de mindere beschouwd van de Brusselaar"
Hoe wordt naar de instroom van anderstaligen vanuit Brussel naar uw provincie gekeken?
De Witte: In tegenstelling tot wat gepercipieerd wordt, hebben de mensen die uit Brussel naar Vlaams-Brabant verhuizen meestal werk. Een groot aandeel zijn zelfs tweeverdieners. Het gaat niet om een arme populatie, wel om mensen met een andere culturele achtergrond. Wat maakt dat Vlaams-Brabant een veel diversere populatie heeft dan provincies die verder van Brussel liggen. Zo zijn er mensen met een klassieke immigratieachtergrond, maar ook mensen met een expat-achtergrond. Kijk maar naar de vele Britten, Duitsers en Nederlanders in de Rand. We proberen op die hele vermenging in te spelen.
Dan staat u voor uitdagingen.
De Witte: De uitdagingen zijn vooral betaalbaarheid van woningen, onderwijs, kinderopvang en de hele problematiek van integratie, Een goed voorbeeld op het vlak van integratie is het Luchthavenhuis, een initiatief dat vanuit Vlaams-Brabant is gestart en waar Actiris vanuit Brussel volledig betrokken werd. Het Luchthavenhuis is een sluis tussen mensen die werk zoeken en het groeiende aanbod aan werk op de luchthaven van Zaventem. Het is een voorbeeld van alsmaar hechtere samenwerking tussen Brusselse en Vlaamse overheden sinds 2005.
Kinderen uit Brussel kiezen tegenwoordig steeds vaker voor een school in Vlaams-Brabant.
De Witte: We hebben in het onderwijs veel investeringen gedaan voor betere begeleiding van anderstaligen die hier kwamen wonen en het Nederlands niet als moedertaal hebben. Zo zijn er al 120 leerkrachten extra aangesteld en misschien moeten we nog meer doen. Maar het volledige plaatje is veel ruimer: we moeten die nieuwkomers al van in de kinderopvang, bij de speelpleinwerking, de sportclubwerking en tot bij hun werkzoektocht begeleiden.Maar we moeten hier niet negatief over doen. Het gaat hier door de band om anderstaligen die zich openstellen voor het Nederlands als taal. Dat was decennia geleden veel minder het geval. Het voordeel is dat we drietalige burgers krijgen, waarmee je toekomstkansen creëert voor jongeren.
En kans op werk?
De Witte: Deze verwevenheid is helemaal niet zo nieuw. Waar denkt u dat de tewerkstelling van de mensen uit Dilbeek vorige eeuw lag? Wie kwam en komt er allemaal naar de Nieuwstraat shoppen? In welke richting wordt het meest gependeld om school of hogeschool te lopen? Denkt u dat dé voetbalclub van de Dilbekenaren VC Groot-Bijgaarden is? Waar komen de supporters van RSC Anderlecht vandaan? De uitwisseling tussen Vlaams-Brabant en Brussel is dus niet intenser dan vroeger, wel zijn er nieuwe vormen. Aan zo’n wederkerige
uitwisseling zie ik niets verkeerds, al moeten we inspelen op het wijzigend karakter ervan.
Het geeft wel mobiliteitsdruk.
De Witte: Daarom hebben we altijd samen met het Brussels Gewest voor het S-net rond Brussel (oorspronkelijk het Gewestelijk ExpresNet of GEN, red.) gepleit. Daarom zijn we pleitbezorger voor de luchthaventram, om de stijging van het aantal mensen uit Brussel dat op de luchthaven komt werken te stroomlijnen. Toch zal die groeiende mobiliteitsdruk blijven. Ik heb de ‘stijgende stilstand’ van het verkeer al in de jaren tachtig en negentig meegemaakt, en waar staan we nu? Om de zoveel tijd blijkt dat de ochtend- en avondspits een half uur langer duren. Dat soort problemen is inherent aan elk verdicht stedelijk netwerk in binnen- of buitenland. Daar moeten we mee aan de slag. We doen te weinig voor het openbaar vervoer en de fiets. Dat is een feit.
Ik stel met iedereen vast dat al generaties regeringen hier werk van zouden maken.
De Witte: Ik zie en zeg het al vijftien jaar: volgens de Europese statistieken was België toen in verhouding tot zijn bruto binnenlands product na Griekenland het land dat het minste investeerde in infrastructuur en mobiliteit. Vandaag is die rangschikking nog niet veel veranderd. Met ons modern systeem en verdicht netwerk zouden we bij de vijf beste van Europa moeten zijn, maar we bengelen achteraan. Dat heeft alles te maken met politieke keuzes.
Vermits zowel voor Vlaams-Brabant als voor Brussel de mobiliteit een cruciaal probleem is, werken wij erg hard aan projecten. Maar een van de remmen is een gebrek aan bereidheid om in nieuwe projecten te investeren. En anderzijds worden projecten die goed evolueren plots on hold gezet. Niets is uitzichtloos, maar het is wel too little too late. Veel mobiliteitsoplossingen liggen op tafel. Het S-net staat vandaag verder dan tien jaar terug en nog verder dan twintig jaar terug, dat geef ik toe, maar de finalisering is nog lang niet in zicht. Ook voor het fietsnetwerk beweegt een en ander, maar het blijft too little, too late. Alles moet gewoon méér en sneller.
Is de geluidsoverlast van de luchthaven een onoplosbaar dossier?
De Witte: Het is een ongeziene patstelling van not in my backyard. Het beschouwt de burger in Vlaams-Brabant als een mindere van de Brusselaar. Waarom kunnen de lasten van Brussels Airport en de geluidshinder niet gedeeld worden? Weer een gevolg van een gewestregering die eigen regels oplegt aan een buur.
En hoe gaat uw provincie om met onveiligheid en criminaliteit, ‘de lasten vanuit Brussel’ zoals Louis Tobback ze noemt?
De Witte: Tegen de stad wonen biedt veel voordelen, zoals voor onderwijs en werk. De nadelen van een grootstad neem je er dan bij. Maar de vooruitgang inzake veiligheid is opmerkelijk. Overal in Vlaanderen en ook in Halle-Vilvoorde daalt het aantal inbraken gevoelig sinds 2014-2015. Dat is een goede evolutie. De woninginbraken verminderen, de carjackings dalen al sinds 2002-2003, de bank- en gewapende overvallen eveneens. Een deel heeft te maken met de samenwerking tussen de politiezones, voor opsporing en preventie. En verder vermoed ik dat het te maken heeft met maatschappelijke evoluties.
Criminelen vinden het wellicht interessanter om van achter een computer wat cybercriminaliteit te plegen dan de straat op te moeten voor een woning- of bankinbraak.
We zijn zeer tevreden dat er in Vlaams-Brabant een eigen openbaar ministerie is gekomen (tengevolge van de splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde, red.). Het probleem blijft dat de staf-bezetting, zowel bij de procureur, de substituten als de magistraten, een stuk lager ligt dan in om het even welk ander arrondissement. Voor de federale politie in Halle-Vilvoorde is het niet beter gesteld.
In verband met de rechtbanken die in Brussel zijn gebleven, stel ik vast dat de burgemeesters van Halle-Vilvoorde al een paar keer gezegd hebben dat het tegen hen in werkt. Dat wordt materie voor een volgende staatshervorming.
Lees meer over: Brussel , Politiek , Lode De Witte , provinciegouverneur , huisvesting
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.