De economische kost van dakloosheid in Brussel is voor het eerst in kaart gebracht en dat zorgt voor vragen over het juiste beleid. Als elke persoon zonder vaste thuis de overheid 40.000 euro per jaar kost, kunnen de middelen dan efficiënter worden verdeeld? De Brusselse parlementsleden kwamen vandaag niet veel verder dan hun partijstandpunten.
Mirakeloplossing voor dakloosheid komt alvast niet uit het parlement
Een deel van het Brussels parlement zakte deze woensdag al af naar de ULB voor een kort debatrondje. Daar werd een nieuwe studie voorgesteld, die voor het eerst zowel de directe als indirecte kosten van dakloosheid in Brussel heeft berekend.
Van elke partij, behalve het Vlaams Belang, was één vertegenwoordiger aanwezig. Ze somden in hun betoog vooral gekende recepten op tegen dakloosheid: van meer sociale woningen tot een verbod op uithuiszettingen, van preventie op maat tot onthaalhuizen voor specifieke doelgroepen zoals vrouwen of jongeren. Ook politiek actuele thema’s, zoals een verbod op de indexering van de huurprijzen, passeerden de revue.
“Ik ben verbaasd over het gebrek aan creativiteit bij onze parlementsleden”
Zowel Défi als one.brussels-Vooruit pleitten na een tussenkomst uit het publiek ook voor tiny houses. CD&V verwees naar tijdelijke woonboxen in lege kantoorgebouwen. “Dan moeten we nadenken over welke normen we voldoende vinden voor kwalitatieve huisvesting. Is het oké voor ons dat iemand op maar tien vierkante meter leeft?”, zei Delphine Chabbert van PS, die het zelf niet helemaal oké vond. Vanwege Ecolo pleitte Farida Tahar voor woningen die genoeg “waardigheid” geven aan de bewoners.
Een ander thema aan tafel was het regulariseren van mensen zonder papieren. Zij vallen nu uit de boot bij veel tijdelijke woonoplossingen, zoals housing first-programma’s. Ecolo en PS opperden een collectieve regularisatieronde, N-VA noemde dat zinloos. “Migranten op straat zijn geen stabiele groep. Wat haalt een collectieve regularisatie vandaag uit voor morgen of overmorgen?”, zei parlementslid Gilles Verstraeten.
Housing First
“Ik ben verbaasd over het gebrek aan creativiteit bij onze parlementsleden,” zei Céline Nieuwenhuys na afloop van het debat. Zij werkt voor de fédération des service sociaux (FDSS), de koepel boven de OCMW’s in Wallonië en Brussel. Ze maakt zich ernstige zorgen over de impact van de energiecrisis op dak- en thuisloosheid in Brussel. “Als we zelfs in deze crisis nog niet kunnen zorgen dat vormen van coliving juridisch erkend worden, wanneer dan wel?”, gaf ze als voorbeeld. “Hetzelfde geldt voor het verbod op uithuiszettingen. Dat begint nu wel voor de winter, maar waarom geldt het niet het hele jaar?”
Ook uit het publiek kregen de politici een tik op de vingers van een ex-dakloze man, nu lid van een hulporganisatie in Wallonië. “Ik hoor van iedereen dezelfde oplossingen, maar er zijn er honderden. Wat is wonen? Een veilige thuis hebben. Waarom kan dat dan niet in een tiny house, een caravan, een yoerd?”, zei de man.
“Weinig mensen in de sector geloven in een oplossing op korte of middellange termijn. Het is wel belangrijk dat de paradigmashift versnelt.”
Welke oplossing het publiek zelf verkoos, bleef evengoed onduidelijk. Algemene steun voor housing first-projecten, waarbij mensen eerst een woning krijgen en dan pas hulp op maat, leek er wel. “In elk geval geloven weinig mensen in de sector dat je het probleem op korte of middellange termijn kan oplossen,” zei directeur Laurent Dumoulin van de vzw Diogenes, die aan straathoekwerk doet. “Je hebt optimisten of militanten die geloven van wel, maar het is moeilijk. Het is wel belangrijk dat de paradigmashift versnelt. We zijn al goed begonnen met housing first, maar dat kan radicaler.”
Volgens de ULB-studie zou housing first grotendeels dezelfde middelen vragen van de overheid als het huidige beleid, dat vooral leunt op noodopvang. De lange termijnvoordelen kunnen wel groter zijn, leert onderzoek. “Het is jammer dat zo’n economische studie nodig was, terwijl we de voordelen al kennen uit het buitenland,” merkte Els Rochette van one.brussels-Vooruit op. “Meten is weten, dus dit zal toch een beetje impact hebben op ons programma,” zei Gilles Verstraeten van oppositiepartij N-VA dan weer. “Al speelt zeker in Brussel wel een budgettaire kwestie: de begroting ziet er niet zo goed uit, dus de regering zal keuzes moeten maken.”
Het debat eindigde vooral met open vragen. Eén engagement maakten de politici alvast unaniem: de studie naar de kosten van dak- en thuisloosheid mag worden voortgezet. Of dat ook met subsidies zal gebeuren, in plaats van financiering uit de hulpsector zelf, is een nieuwe, open vraag.
Lees meer over: Brussel , Politiek , Els Rochette , Gilles Verstraeten , dakloosheid , laurent dumoulin , Farida Tahar , Delphine Chabbert
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.