Zowel de capaciteit als de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel staan onder druk. Twee hete hangijzers die Vlaanderen de komende regeerperiode moeilijk uit de weg zal kunnen gaan. Hoog tijd ook voor overleg met de Franse Gemeenschap.
Nieuwe scholen zijn nodig, maar wie moet ze bouwen?
H et onderwijs in Brussel is een zaak van de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Door de demografische boom kampen zowat alle Brusselse basisscholen met plaatsgebrek. Ook de middelbare scholen raken oververzadigd.
Brusselse ouders zijn vrij om de schooltaal van hun kind te kiezen. Het Nederlandstalige onderwijs is nog steeds erg in trek bij Frans- en anderstaligen. Dik 60 procent van de leerlingen in de basisscholen spreekt thuis geen Nederlands.
Ook voor Nederlandstalige ouders is het daardoor vechten voor een plekje. Ze genieten wel voorrang – ten belope van 55 procent - maar kunnen er niet altijd gebruik van maken omdat de onthaalklasjes soms vollopen met broertjes en zusjes.
Dit jaar werden in het Nederlandstalig basisonderwijs 5.000 nieuwe kinderen aangemeld terwijl er maar 3.100 beschikbare plaatsen zijn voor volgend schooljaar. Net als de vorige jaren is niet duidelijk hoe groot het werkelijke tekort zal zijn in september. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat de helft van de ouders die geen plek vindt, zich uiteindelijk toch inschrijft in een Nederlandstalige school binnen of buiten Brussel. De andere helft trekt naar een Franstalige school of laat het kind thuis.
Hoeveel Brusselse kinderen niet naar school gaan, weten de onderwijsoverheden niet omdat er voor kleuters geen gegevens uitgewisseld worden tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Duidelijk is al wel dat het de meest kwetsbaren zijn die uit de boot vallen
Uit studies blijkt dat er over zes jaar 20.000 extra plaatsen nodig zijn in heel het Brusselse basisonderwijs. Maar wie moet al die extra scholen bouwen: de Vlaamse of Franse Gemeenschap? De afgelopen jaren hebben de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap via containerklassen en nieuwbouw enkele duizenden plaatsen extra gecreëerd in het Nederlandstalig onderwijs en er lopen nog verschillende uitbreidingsprojecten.
Voor Guy Vanhengel (Open VLD), binnen de VGC verantwoordelijk voor onderwijs, is het niet voldoende. Hij vindt dat de Vlaamse overheid te weinig investeert en dringt aan op dertig nieuwe Nederlandstalige basisscholen. Vlaams onderwijsminister Pascal Smet (SP.A) houdt vol dat Brussel wel genoeg krijgt. Volgens hem ging 18 procent van de Vlaamse middelen voor capaciteitsuitbreiding naar de hoofdstad.
Smet vindt dat de Franse Gemeenschap, die inmiddels ook in gang geschoten is, veel meer moet doen en dat het Brussels Gewest tekortschiet op het vlak van de regie. De vorige minister-president Charles Picqué (PS) riep, na lang aandringen van Vlaamse zijde, een task force bijeen om de gemeenschappen beter te laten samenwerken rond het capaciteitsprobleem. Die schoot echter nooit goed uit de startblokken en viel helemaal stil na het conflict over het scholenplan van het Brusselse Gewest: omdat de nood zo hoog was, trok het gewest in 2011 negen miljoen euro uit voor 3.500 extra plaatsen. Vlaanderen vond dat het gewest daarmee zijn bevoegdheden overschreed en kreeg uiteindelijk gelijk van het Grondwettelijk Hof.
Nu is er dus geen overleg tussen gemeenschappen en gewest. Wel stelde de Brusselse regering zopas een schoolfacilitator aan, een soort go-between tussen de gemeenschappen. Het is te hopen dat hiermee, en ook met de nieuwe interministeriële conferentie over onderwijs, de dialoog tussen de Franse en Vlaamse Gemeenschap volop op gang komt. Zolang er geen goede afspraken zijn is het immers heel lastig om de benodigde capaciteit van het Nederlandstalig onderwijs te bepalen.
Voor de uitbreiding van het onderwijs zijn er natuurlijk bijkomende leerkrachten nodig. Zeker aan Vlaamse kant is dit een probleem. Nog altijd houdt zowat de helft van de jonge leerkrachten het in Brussel binnen de vijf jaar voor bekeken. Velen knappen af op de grootstedelijke problematiek en op het vaak anderstalige en kansarme leerlingenpubliek. Op het leerkrachtenparlement vorig jaar drongen de Brusselse leraren nog maar eens aan op de terugkeer van de mentoruren voor beginnende leerkrachten. Die werden enkele jaren geleden geschrapt door Smet.
Op die bijeenkomst gaven de leraren ook te kennen dat de eindtermen vaak niet gehaald worden in Brusselse scholen. Hoe erg het hiermee gesteld is, zal binnenkort moeten blijken uit de resultaten van de doorlichtingsronde die momenteel aan de gang is.
Immersieonderwijs
Intussen gaan hier en daar stemmen op voor eigen, Brusselse eindtermen, maar dat ziet geen enkele Vlaamse politieke partij zitten. Omdat minister Smet beseft dat er iets moet gebeuren om de schoolresultaten te verbeteren, lanceerde hij in enkele concentratiescholen het proefproject Innoveren en Excelleren in Onderwijs. Doel is te achterhalen of de Vlaamse eindtermen in concentratiescholen niet via andere onderwijsmethodes kunnen worden behaald.
Smet wilde ook het technisch en beroepsonderwijs uitbreiden omdat in Brussel nu te veel jongeren vastlopen in het ASO. De nijverheidstechnische school die in 2012 had moeten openen in Anderlecht, is echter nog steeds niet operationeel.
Het debat over tweetalig onderwijs ten slotte. Meer en meer Vlaams-Brusselse partijen zien er inmiddels de noodzaak van in, maar veel is er vandaag nog niet gerealiseerd. In tegenstelling tot de Franse Gemeenschap laat Vlaanderen nog altijd geen immersie- of onderdompelingsonderwijs toe. Smet schafte zelfs het bicultureel onderwijsproject van Foyer af, waarbij enkele Brusselse basisscholen een aantal vakken in het Turks, Spaans of Italiaans gaven. Thuistaal is iets voor na de schooluren, vond hij.
Alleen voor de middelbare scholen creëerde de minister een opening naar meertalig onderwijs. Alle Vlaamse scholen, dus ook in Brussel, mogen vanaf september een vijfde van de vakken in het Frans, Engels of Duits geven.
Vlaamse bevoegdheden
Lees meer over: Politiek , Samenleving , Vlaamse bevoegdheden
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.