Olivier Deleuze: 'Ik ben van de Franstalige cultuur'
E en paar jaar geleden woonde Olivier Deleuze nog in Kenia voor zijn werk bij de Verenigde Naties. "Een gevaarlijk land," zegt hij. Toen zijn familie vervroegd naar België terugkwam en hij nog enkele maanden moest blijven, kocht hij een fototoestel om de natuur te fotograferen. Tegen de verveling.
Enkele foto's die de burgemeester ons uit die periode laat zien - onder meer van een klein uiltje -, zouden niet misstaan in National Geographic. Passend wel, voor een burgervader van een groene gemeente.
Toen u vorige maand uw eerste gemeenteraad voorzat in Watermaal-Bosvoorde, stelde u dat u blij was dat er geen extremistische partij verkozen was. Wat bedoelde u daarmee?
Olivier Deleuze: "Ik bedoel daarmee dat de sociale samenhang in Watermaal-Bosvoorde dermate sterk is dat demagogen als die van het Front National er geen voet aan de grond krijgen. Dat wil zeggen dat de mensen zich goed voelen in mijn gemeente en niet naar valse oplossingen zoeken. Wij zijn Europees, en ik hou niet van het denken dat bij ons, en volgens onze manier alleen, alles beter is. En daarmee doel ik ook op de lijst Islam. Dat zijn vijanden van de wereld, dat is fascisme."
Vindt u als goede tweetalige Brusselaar niet dat het FDF een extremistische partij is?
Deleuze: "Neen, zowel het FDF als de N-VA beschouw ik als democratische partijen, want zij respecteren het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Je mag niet te snel zeggen dat partijen extremistisch zijn omdat je met hen van mening verschilt, dat is al te makkelijk. Het FDF is in zichzelf gekeerd, maar dat is hun recht. En de gemeentepolitiek is ook anders, weet u. Wij hebben bijvoorbeeld goed samengewerkt met het FDF in Watermaal-Bosvoorde."
Steekt het niet een beetje dat Groen op 14 oktober zo goed heeft gescoord? Soms ging dat ten koste van Ecolo.
Deleuze: "Maar neen! Wij zijn vrienden. Taal bepaalt niet of we goede relaties hebben. We delen een politieke filosofie. Jammer genoeg is het niet mogelijk om bij gewestverkiezingen tweetalige lijsten te hebben."
Ecolo heeft al sinds 2004 een minister in de Brusselse regering, is al een tijdje 'verankerd'. Wat heeft dat tot nog toe opgebracht?
Deleuze: "De CO2-uitstoot is verminderd, omdat wij bezig zijn geweest met het verbeteren van woningen en met energiezuinigheid. We hebben premies voor zonnepanelen en isolatie mogelijk gemaakt. De sociale woningen worden gerenoveerd, en we hebben natuurlijk de nodige mobiliteitsinterventies gedaan."
Het aantal auto's stijgt wel.
Deleuze: "Dat is waar."
Acht jaar Ecolo heeft op dat gebied dus niet veel veranderd.
Deleuze: "Dat ontken ik niet. Wij hebben ook geen absolute meerderheid, hé. Maar met de passiefwoningen zijn we wel baanbrekend. Het is dus geen zwart-witverhaal."
Als Ecolo een absolute meerderheid zou halen, komt er dan een fusie van de negentien gemeenten?
Deleuze: "Eén: ik wens het eigenlijk niemand toe dat wij de absolute meerderheid zouden behalen (lacht).Twee: een vereenvoudiging van de Brusselse instellingen, daartegen zeggen we ja. 32 sociale woonmaatschappijen, dat gaat niet. En de politiezones moeten beter samenwerken. Ook moet er een einde komen aan het cumuleren van politieke ambten. Zoals bij de Brusselse parlementsleden, want dat parlement moet een echt modern gewestelijk parlement worden, en niet een verzameling mensen die er alleen voor hun wijk of gemeente pleiten."
"Maar de negentien gemeenten zijn ook niet in alles baronieën. De machtsverschuiving richting Brussels Gewest is op komst, daaraan wordt gewerkt. En hoe meer dat gebeurt, des te moeilijker het werk van Bart De Wever in Vlaanderen wordt. Dat is toch geen onaangename motivatie (lacht)."
Wat dan met de Fédération Wallonie-Bruxelles?
Deleuze: "Ik ben van de Franstalige cultuur. Dat is niet de beste cultuur, maar wel de mijne. Dat is belangrijk. Mijn banden met de Franstalige Belgen zijn dus sterk. Het is dan maar normaal dat onderwijs en cultuur in de twee gewesten samenvallen. Er zijn problemen, jazeker, en die moeten op Brussels niveau aangepakt worden, maar anderzijds zijn nauwe banden goed. Hoe zouden we anders ons onderwijs in Brussel kunnen blijven betalen? Het gemiddelde inkomen in de stad blijft dalen. Een autonoom Brussels Gewest is financieel niet haalbaar."
Brussel is dus geen région à part entière, een volwaardig gewest op gelijke hoogte met Vlaanderen en Wallonië?
Deleuze: "U speelt met woorden om mij in de problemen te brengen (lacht). Groen en Ecolo zijn allebei van mening dat Brussel een afzonderlijk gewest moet zijn, in die zin dat we constitutieve autonomie moeten krijgen (grondwettelijke autonomie, waardoor de ordonnanties van het Brussels Gewest op gelijke voet komen met Vlaamse en Waalse decreten en federale wetten, CD/SVG). Maar een geografisch afzonderlijk gewest zijn, dat is gezien onze ligging onmogelijk. België is ook geen afzonderlijk land; we hebben bijvoorbeeld geen grondstoffen. En ook individuen bestaan alleen in relatie tot de ander. Wij leven in Europa, hé."
"Wat is belangrijk voor de inwoners van Brussel? Rust vinden, vooral lokaal, tegen een maatschappij van stress en uitputting. De rest is bijzaak."
Het antwoord van ecologisten op sociaal-economische problemen is steevast 'duurzaamheid'. Volstaat dat?
Deleuze: "Kijk, wat is beter voor mijn kind? Een baan bij Ford Genk, of een baan in een bedrijf dat isolatie produceert? Ik wil niemand kwetsen, ik wil alleen de vraag stellen waar er binnen tien jaar de meeste banen gecreëerd zullen worden. En dat is niet in de verouderde sectoren. Je moet niet herlanceren wat niet te herlanceren valt. Wat is het voordeel van België, vergeleken met andere landen? Innovatie. We moeten dus de juiste transitie maken. De werknemers van Ford Genk kunnen begeleid worden in die transitie. Daar hebben ze recht op. Wij groenen zijn voor de modernisering van onze industrie. Bedrijven en overheid moeten samenkomen om van gedachten te wisselen over wat de sectoren van morgen zijn, waar toekomst zit."
"Let wel, ik ben niet voor een planeconomie, maar ook niet voor een volledig vrije markt. De staat heeft nu al duurzame pro-industrieplannen. Want wij hebben wel degelijk industrie nodig in België. Innovatieve industrie, en gedifferentieerde groei. We moeten de vraag stellen wat goed is voor de stad, het gewest, maar ook het dorp. Dat kan perfect binnen internationale normen, zowel economisch als sociaal. Laten we modern zijn."
Geeft dat dan niet juist meer stress, altijd uitdagingen aangaan en jezelf moeten aanpassen?
Deleuze: "Stress zit 'm daar waar iemand een baan heeft die weinig voldoening schenkt, of een baan zonder toekomst, in een land zonder visie."
Over Olivier Deleuze
Olivier Deleuze (1954) is landbouwingenieur van opleiding. Van 1989 tot 1995 was hij directeur van Greenpeace België. Ook werkte hij bij de Verenigde Naties als milieuspecialist.
Het grote publiek kent hem echter als federaal staatssecretaris van Energie en Duurzame Ontwikkeling in de regering-Verhofstadt I (1999-2003). Daar stapte hij samen met toenmalig minister van Verkeer Isabelle Durant op na onenigheid over het nachtvluchtendossier.
Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen werd Deleuze met Ecolo de tweede partij in Watermaal-Bosvoorde, maar wist hij tezamen met MR en een lokale lijst het grote FDF van ex-burgemeester Martine Payfa te omzeilen.
Nieuwjaarsinterviews 2013
Lees meer over: Watermaal-Bosvoorde , Politiek , Samenleving , Nieuwjaarsinterviews 2013
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.