Raad van State wil advies van Grondwettelijk Hof over niet-benoemde burgemeesters

De auditeurs van de Raad van State willen het Vlinderakkoord eerst aftoetsen bij het Grondwettelijk Hof voor het beslist over de drie niet-benoemde burgemeesters uit de Vlaamse Rand rond Brussel.

Dat schrijven De Standaard en Le Soir zaterdag.

Over het lot van de drie niet-benoemde burgemeesters uit de Vlaamse Rand rond Brussel wordt op 14 mei beslist. Damien Thiéry (FDF) uit Linkebeek, François van Hoobrouck (MR) uit Wezembeek-Oppem en Véronique Caprasse (FDF) uit Kraainem werden na de gemeenteraadsverkiezingen voorgedragen door hun gemeenteraad, maar afgewezen door Vlaams minister van Bestuurszaken Geert Bourgeois (N-VA). Ze hadden immers bij de voorbije gemeenteraadsverkiezingen de taalwetgeving aan hun laars gelapt door ongevraagd oproepingsbrieven in het Frans te versturen.

Om de carrousel definitief te stoppen, was in het Vlinderakkoord afgesproken dat voortaan de algemene, tweetalige vergadering van de Raad van State het laatste woord zou hebben. De Raad moet uitsluitsel geven welke lezing van de taalwetgeving de juiste is, de Franstalige of de Nederlandstalige.

Maar de Raad is niet geneigd om binnen de wettelijke termijn van negentig dagen zomaar de knoop door te hakken. Volgens Le Soir vragen de auditeurs van de Raad van State om eerst het Grondwettelijk Hof te laten oordelen over de grondwettelijkheid van de regeling voor de benoeming van de burgemeesters in de Vlaamse Rand, en de verdeling van de bevoegdheden tussen de federale staat en de deelstaten.

Het is dan niet eens zeker meer of er nog tijdens deze bestuursperiode een uitspraak komt van het Grondwettelijk Hof. Blijkbaar zien de auditeurs, een Vlaming en een Franstalige, voldoende reden om na te gaan of de oplossing voor de randburgemeesters wel conform is met de grondwet.