'Vlinderakkoord maakt Brussel eentalig'
Vuye gaat methodisch te werk. Hij overloopt de verschillende nota's die door formateurs, koninklijke verkenners en andere informateurs op papier werden gezet, bespreekt het parlementair debat en geeft daarna een academisch commentaar. Vuye is bijzonder kritisch. Zijn centrale stelling is dat Franstaligen alle mogelijke institutionele trucs gebruiken om de staatshervorming in hun eigen voordeel om te buigen, en dat ze daar nog in slagen ook. Een voorbeeld van dat 'loodgieterwerk' van de regering-Di Rupo is hoe de grondwet tijdelijk buitenspel is gezet om een aantal hervormingen van het Vlinderakkoord door het parlement te jagen.
Aan de grondwet kan pas gesleuteld worden na verkiezingen. Wat er staat te veranderen, moet vooraf worden bepaald. Dat is eigen aan de rechtstaat. De grondwet beschermt immers de grondrechten van de burgers en dus wordt er best omzichtig mee omgesprongen. Daarbij mag de kiezer weten waar hij aan toe is. De regering-Di Rupo heeft echter grondwetsartikelen aangepast, zonder die voor herziening vatbaar te verklaren. Daartoe werd het grondwetsartikel dat hierover gaat, zelf tijdelijk buitenspel gezet. Vuye noemt dat grondwetsfraude. Vooral de Franstaligen profiteren hiervan, zegt Vuye, omdat de meeste punten die hervormd worden, Franstalige eisen zijn. Zo krijgt het Brussels Gewest voortaan culturele bevoegdheden en wordt de Franstalige minderheid in Vlaanderen beschermd.
Om dezelfde reden deugt de splitsing van BHV niet, zegt Vuye. Volgens het Grondwettelijk Hof moest een oplossing gevonden worden die rekening hield met de Franstalige en Nederlandstalige minderheden in de kieskring. De regering-Di Rupo heeft echter alleen met de Franstalige minderheid rekening gehouden, door ze in zes randgemeenten stemrecht te geven in Brussel. De Vlamingen in Brussel kregen niets. Ze hebben nu numeriek geen kans meer op een verkozene in de Kamer. Een oplossing lag nochtans voor de hand door de kiesdrempel van vijf procent af te schaffen in Brussel.
Erger nog is het gesteld met de 'splitsing' van het gerechtelijk arrondissement van BHV. Ook daar krijgen de Franstaligen volledige genoegdoening. Franstalige parketmagistraten en rechters blijven in BHV bevoegd. Daarentegen kan in het tweetalig gebied Brussel nooit een Nederlandstalige magistraat procureur des konings worden. Met dat laatste geven de meerderheidspartijen impliciet aan dat Brussel niet langer tweetalig is, zegt Vuye. "In een tweetalig taalgebied mag er geen voorrangstaal zijn, anders is het eentalig gebied."
Vooral voor de Nederlandstalige magistraten in BHV is het nieuwe akkoord desastreus, zegt Vuye. De regering hanteert in BHV een voorlopige forfaitaire verdeelsleutel van 20 procent Nederlandstaligen en 80 procent Franstaligen. Als die wordt aangehouden, dan staan er alleen al in de rechtbank van eerste aanleg 103 Nederlandstalige functies op de tocht, en kunnen er 60 extra Franstaligen worden aangeworven. Dat blijkt uit berekeningen van de Hoge Raad voor Justitie. Di Rupo heeft wel aangekondigd dat een werklastmeting de verhouding Nederlandstaligen/Franstaligen zal objectiveren. Die meting moet er over een jaar komen.
Uiteindelijk brengt het boek weinig nieuws aan de oppervlakte. De verdienste is dat alle stappen in deze staatshervorming nog eens op een rijtje werden gezet. Moeilijker is te doorgronden waarom Hendrik Vuye dit boek precies heeft geschreven, want de boodschap dat de hele staatshervorming vooral de Franstalige belangen dient, klinkt in se nogal politiek. Daarbij komt dat Vuye zelf in de slipstream van de N-VA gesitueerd kan worden. Hijzelf vindt het storend dat "in elk artikel binnen de drie centimeter rond mijn naam de afkorting N-VA verschijnt." Vuye zegt zelf geen lid te zijn van de partij, hij is enkel goed bevriend met ondervoorzitter Ben Weyts. Vreemd is dan wel dat hij het boek samen schreef met Guy Clémer. Die wordt in het boek beschreven als lid van de Hoge Raad Financiën, maar is toch vooral hoofd van de studiedienst van de N-VA. Een topfunctie dus binnen een oppositiepartij. Daardoor krijgt de lezer de hele tijd de indruk dat de kritische academische kijk op deze staatshervorming vooral een politieke afrekening is met de regering-Di Rupo.
Hendrik Vuye en Guy Clémer. De zesde staatshervorming (eerste fase). Intersentia 2013.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.