Weyts noemt nieuwe procedure tegen inschrijvingsdecreet zinloos

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) noemt de procedure voor het Grondwettelijk Hof tegen het Vlaamse inschrijvingsdecreet zinloos. Dat zei hij in het Vlaams Parlement na vragen van Hannelore Goeman (sp.a), Jan Laeremans (Vlaams Belang) en Annabel Tavernier (N-VA).

Het inschrijvingsdecreet voor het Vlaamse onderwijs moest komaf maken met het schoolkamperen. Het bepaalt onder meer dat secundaire scholen met capaciteitsproblemen verplicht moeten gebruikmaken van een centraal aanmeldingsregister. Specifiek voor Brussel wil Vlaanderen de voorrang voor Nederlandstaligen optrekken van 55 naar 65 procent. Daarbovenop krijgen leerlingen die al negen jaar schoolliepen in het Nederlandstalige basisonderwijs ook nog een voorrang van 15 procent in het secundair onderwijs. Die regeling voor Brussel kan voor het college van de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof) niet door de beugel. De Franstaligen vinden die voorrangsregels discriminerend.

Het Vlaams Parlement besloot onlangs dat het inschrijvingsdecreet zal worden aangepast, nog voor het van kracht kon worden. Onder meer de verplichting van het centraal aanmeldingsregister wordt al geschrapt. "De procedure is dus zinloos, omdat men weet dat het decreet zal worden aangepast", zei Weyts woensdag. "Tegen dat het Grondwettelijk Hof zich zal kunnen uitspreken, zal in dit parlement al een aanpassing conform het regeerakkoord gestemd zijn."

Volgens Weyts zijn de argumenten die worden aangehaald bovendien al van tafel geveegd door de Raad van State. "Wij investeren heel veel in de kwaliteit van het Nederlandstalige onderwijs. Mogen we dan wel zelf even beslissen wie we voorrang geven, zeker als dat in functie staat van het behoud van de kwaliteit?"