Woningprijzen in Brussel stijgen minder, maar blijven het hoogst

In Brussel zijn de woningprijzen minder sterk gestegen, maar toch blijven ze er het hoogst in vergelijking met de andere gewesten in ons land. Door de coronacrisis en het mogelijk blijvende thuiswerk wachten mensen nog even af vooraleer een woning in of dichtbij de hoofdstad aan te schaffen. Dat leidt tot minder sterke prijsstijgingen in het Brussels gewest. "De crisis heeft tot een andere mindset geleid."

In de eerste zes maanden van het jaar steeg het aantal vastgoedtransacties in ons land met iets meer dan 30 procent tegenover dezelfde periode in 2020, en net geen 17 procent tegenover 2019. Dat betekent dat mensen over het algemeen in heel België meer huizen, appartementen of studio's kochten. Dat blijkt uit de jaarlijkse Vastgoedbarometer.

In Brussel was de stijging van de vastgoedactiviteit het minst groot (18,1 procent). In Vlaanderen was de vastgoedactiviteit in de eerste zes maanden van dit jaar hoog: 32,8 procent boven het niveau van het eerste semester van 2020. De Waalse markt kende ook een forse groei (29,3 procent).

Een andere mindset

Nog opvallender is dat de woningprijzen in Brussel minder sterk zijn gestegen in vergelijking met Vlaanderen of Wallonië. Tijdens de eerste helft van 2021 steeg de prijs van een woonhuis in Vlaanderen met 5,1 procent tot een gemiddelde prijs van 322.274 euro. In Wallonië en Brussel waren de prijsstijgingen in de eerste helft van 2021 gematigder met respectievelijk een stijging van 2,9 procent tot 214.824 euro en een stijging van 1,6 procent tot 507.936 euro.

Ook bij de verkoop van appartementen valt een gelijkwaardige trend te ontwaren. In Vlaanderen klokte de gemiddelde prijs van een appartement af op 259.340 euro, een prijsstijging van 4,6 procent in vergelijking met het jaargemiddelde van 2020. In Brussel was de stijging minder hoog en klokte de gemiddelde prijs af op 281.593 euro: een stijging van 2,5 procent. In Wallonië bleef de prijs zo goed als stabiel met 189.590 euro (+ 0,7 procent).

"Brussel is een atypisch verhaal," zegt notaris Bart van Opstal. "Mensen kijken de kat uit de boom wat hun professionele activiteit betreft," verklaart hij. "Heel wat mensen werken in Brussel waardoor ze vóór de coronacrisis ook graag naar Brussel of de omgeving rondom Brussel verhuizen om de pendeltijd te beperken. Nu er door de coronacrisis mogelijk een nieuw regime op komst is waarbij mensen misschien maar één tot twee keer per week naar Brussel moeten komen, verandert dat bij velen de mindset. Ze vragen zich af of ze niet elders kunnen wonen, want uiteindelijk blijft Brussel wel het duurst voor de aankoop van een woning. Veel mensen wachten ook nog liever af wat het einde van de coronacrisis voor hen zal betekenen. En minder vraag leidt tot minder sterke prijsstijgingen."