Meer dan 300 MIVB-werknemers hebben aan de Brusselse arbeidsrechtbank gevraagd dat de openbare vervoersmaatschappij hun ‘herroepingsrecht’ erkent waarvan ze tijdens de eerste coronagolf gebruik hadden gemaakt. Ze legden toen het werk neer omdat ze vonden dat de veiligheidsmaatregelen niet voldeden. Ze eisen ook dat de MIVB het loon uitbetaalt dat werd ingehouden tijdens die dagen.
323 MIVB-chauffeurs eisen achterstallig loon voor neerleggen werk tijdens coronapandemie
Volgens de advocaat van de 323 MIVB-werknemers boden de maatregelen die het bedrijf op 11 mei 2020 had ingesteld tegen de verspreiding van het coronavirus onvoldoende bescherming tegen een besmetting met COVID-19. Zo’n 1.300 personeelsleden deden een beroep op hun zogenaamde ‘herroepingsrecht’ om het werk neer te leggen. “Ze waren aanwezig in het depot, in afwachting van de installatie van maatregelen die hen wel voldoende zouden beschermen tegen het coronavirus”, zegt advocaat Sophie Remouchamps. “De MIVB erkende dat ‘herroepingsrecht’ niet en gaf die medewerkers, vooral bus- en tramchauffeurs, op als onwettig afwezig. Hun loon werd dan ook niet uitbetaald voor die dagen tussen 11 en 17 mei 2020.”
Het collectief van MIVB-medewerkers eist nu dat de arbeidsrechtbank hun ‘herroepingsrecht’ erkent en dat het bedrijf het achterstallige loon uitbetaalt. Bovendien vragen ze ook de toekenning van een morele schadevergoeding. Volgens de MIVB waren de genomen veiligheidsmaatregelen wel voldoende en konden de betrokken chauffeurs niet zomaar hun herroepingsrecht gebruiken. Volgens het bedrijf was dat niet van toepassing op de situatie.
Het proces nam maandag de hele dag in beslag. Ten vroegste op 28 november zal de arbeidsrechtbank een vonnis vellen.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , MIVB , coronacrisis