De voorbije maanden zijn ongeveer 330 plaatsen vrijgemaakt in het opvangnetwerk nadat asielzoekers met stabiel werk het netwerk hebben verlaten. Dat heeft staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) dinsdag in de Kamer geantwoord op vragen van Greet Daems (PVDA) en Simon Moutquin (Ecolo).
330 opvangplaatsen vrijgemaakt na vertrek asielzoekers met stabiel werk
Een van de maatregelen die de staatssecretaris in november vorig jaar al aankondigde om de opvangcrisis het hoofd te bieden, hield in dat mensen met stabiele tewerkstelling niet langer aanspraak kunnen maken op steun van Fedasil.
Asielzoekers met een vast contract van meer dan 6 maanden of onbepaalde duur die meer verdienen dan het leefloon, zouden verplicht het opvangnetwerk moeten verlaten, weliswaar met een overgangsperiode. In de bevoegde Kamercommissie stelde de CD&V-politica dat op die manier intussen zowat 330 plaatsen zijn vrijgemaakt. De betrokkenen kregen daarbij begeleiding.
"Ze zijn niet zomaar door Fedasil op straat gezet", luidde het. Er bestaat geen specifieke monitoring waar de asielzoekers nadien gehuisvest zijn.
De staatssecretaris benadrukt dat ze sterk wil inzetten op de activering van asielzoekers, al heeft het hebben van werk geen invloed op de latere beslissing over eventuele internationale bescherming. Ze voegt er ook aan toe dat wie het netwerk moet verlaten, niet noodzakelijk het recht op opvang verliest.
Oppositielid Daems stelde zich vragen bij dat laatste. Gezien de krapte in het opvangnetwerk, zal iemand die zijn werk verliest immers niet zomaar kunnen terugkeren, luidde het. Ze vreest ook dat de maatregel enkel zal leiden tot een verschuiving van het probleem.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , staatssecretaris voor Asiel en Migratie , Nicole De Moor , opvangcrisis , asielzoekers , fedasil , opvangplaatsen , vluchtelingen