68 procent Vilvoordse kinderen is van vreemde herkomst

In Vilvoorde is 68 procent van de kinderen jonger dan vijf jaar van vreemde herkomst. Vilvoorde staat daarmee op de vierde plaats in heel Vlaanderen.

Vilvoorde is internationaler dan Antwerpen, zo blijkt uit de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor 2013. In die cijfers worden in Vlaanderen voor het eerst ook mensen van de tweede generatie meegeteld. Iemand van vreemde herkomst wordt gedefinieerd als iemand van wie de huidige of eerste nationaliteit niet de Belgische is, of iemand van wie de eerste nationaliteit van vader of moeder niet-Belgisch is.

In Vilvoorde is 43 procent van de inwoners van vreemde afkomst, zo blijkt. Daarmee moet Vilvoorde enkel Genk (54 procent) en Maasmechelen (44 procent) laten voorgaan. Antwerpen volgt met 42 procent.

Bij baby’s en kleuters liggen die cijfers nog hoger. Vilvoorde telt 68 procent jonge kinderen van vreemde herkomst en staat daarmee op de vierde plaats in heel Vlaanderen. Baarle-Hertog spant daar de kroon met 81 procent, vooral te wijten aan het hoge aantal Nederlanders. Daarna volgen opnieuw Maasmechelen (73 procent) en Genk (72 procent).

De meeste mensen van vreemde herkomst in Vilvoorde zijn Belg. 13,5 procent van de Vilvoordenaars is geen Belg. Het gaat dan vooral om Spanjaarden, Marokkanen en Nederlanders.

'Passieve immigratie'
De Inburgeringsmonitor bestudeerde ook de sociaaleconomische positie van mensen van vreemde herkomst. Voor niet-EU-burgers blijft die dramatisch, onderstreept minister voor Inburgering Geert Bourgeois (N-VA). De werkzaamheidsgraad voor mensen van buiten de EU is minder dan 50 procent, en wie werkt, verdient vaak weinig.

“We hebben disproportioneel veel passieve immigratie”, zegt Bourgeois. “Slechts 15 procent van de mensen die ons land binnenkomen, doet dat om economische of studieredenen. Opvallend minder dan Nederland en Frankrijk, waar dat 40 procent is.”