Zo'n zeventig mensen lieten in 2020 het leven in de Brusselse straten. Als eerbetoon aan hen nodigt het Collectief Straatdoden woensdag alle Brusselaars uit tot een minuut stilte om 11 uur. Zowel online als bij de symbolische boom op het Albertinaplein kan je naar audiogetuigenissen luisteren. Want achter dat cijfer gaan allemaal menselijke verhalen schuil, zoals die van Patrick, Robert en Marcellin.
70 overleden daklozen herdacht: afscheid van een muzikant, een militant en een militair
“Het moet gezegd dat de lockdown de situatie van daklozen bijzonder moeilijk heeft gemaakt”, aldus het Collectief Straatdoden. Hun missie bestaat erin Brusselse straatbewoners een waardig afscheid te geven. Voor vijftien van de overledenen in 2020 maakte de gezondheidscrisis dat onmogelijk.
Om de straatbewoners te herdenken, nam het Brussels dichterscollectief een voorgelezen tekst op voor elke overledene die op woensdag 5 mei geëerd worden. Die kan je beluisteren via een QR-code op de symbolische boom of via de website van het Collectief Straatdoden. Ook wordt voor elke overledene een vogel van plexiglas in de boom gehangen, gemaakt door het creatief atelier van opvangcentrum De Hoeksteen.
De muzikant van de Bockstaelwijk
Een van die vogelkunstwerkjes is voor de 52-jarige Patrick, een gekende dakloze muzikant uit Laken. De man, die door buurtbewoners weleens ‘Johnny’ werd genoemd naar Johnny Cash, overleed eind oktober. “Het doet me pijn dat hij op deze manier gestorven is”, vertelt zijn neef Rosario, “alleen op straat, als een dier.”
Patrick en Rosario waren praktisch buren. “Al had hij geen huis. Zijn moeder - mijn grootmoeder - woonde vlakbij ons in Laken, dus hij kwam hier dagelijks langs. Veel mensen kenden hem hier ook in de Bockstaelwijk, hij was graag gezien, ook door de lokale politie”, vertelt hij geëmotioneerd. Zo kreeg hij enkele jaren geleden een gitaar cadeau van een bevriende inspecteur toen zijn eigen instrument gestolen werd. “Af en toe mocht hij in ook het commissariaat overnachten, de agenten hadden een goede verhouding met hem.”
In de dertig jaar dat Patrick op straat leefde, was hij onafscheidelijk van zijn caddy, gitaar en vooral: zijn honden. “Hij heeft altijd een hond gehad. Zijn laatste hond, Max, was als een zoon voor hem.” Af en toe sliep hij in de metro, of bij vrienden. “Doordat hij zo geliefd en gekend was, hielpen veel mensen hem. Maar de duisternis en demonen namen hem toch van ons af.”
Enkele jaren voor zijn dood, werd Patrick afstandelijker. “Mijn oom had een groot hart en was een heel lieve man; altijd klaar om mensen te helpen. Hij hield zich bijvoorbeeld bezig met het repareren van mobilettes en fietsen van mensen uit de wijk. Maar hij had ook donkere periodes, waar hij sinds enkele jaren helaas terug in was beland. Dan leek hij kwaad en gefrustreerd met de wereld.”
Patrick uitte vaak zijn wens om zijn oude moeder terug op te zoeken, die weg uit Brussel was getrokken om aan de Franse grens te gaan wonen. “Hij dacht dat het hem zou helpen; veranderen van omgeving en van leven. Maar dat is er niet meer van gekomen”, betreurt Rosario.
De eeuwige militair
Ook het overlijden van Robert (64) kwam vrij plots, aldus Marie-Alice Janssens van woonbegeleiding Puerto, een initiatief van CAW Brussel en de vzw Huis van Vrede dat ex-straatbewoners een begeleiding aan huis aanbiedt. “Robert leefde voor structuur eens hij een dak boven zijn hoofd had. Elke week deed hij op dezelfde dag zijn boodschappen, op donderdag ging hij naar de markt en elke laatste vrijdag van de maand trok hij naar de slachthuizen. Ook de dienst familiehulp en onze dienst kwamen op een vaste dag. Hij grapte dan altijd dat hij me boetes zou geven als ik nog maar een minuutje te laat kwam. Toen hij begin mei de deur niet opende, wist ik dus meteen dat het niet goed zat.”
Bij Robert moeten we ons een kleine, struise man met een baard en een mank loopje voorstellen, vaak gekleed in legerkledij. “Hij had heel goede herinneringen aan zijn legerdienst, dat is altijd een deel van zijn leven gebleven. Op 21 juli (de nationale feestdag, red.) ging hij steeds iets kopen van de militaire diensten: een t-shirt, een paar botten, een slaapzak..."
"Al had hij niet veel, Robert wou ons toch altijd bedanken, met een doos koekjes of een sjaal van de markt”
Rond zijn twintigste zette Robert zijn legerdienst stop na het overlijden van zijn vader. “Sindsdien heeft hij altijd samengewoond met zijn moeder. Toen zij hun woning verloren, kwam ik voor het eerst met hen in contact”, herinnert Janssens zich. Toen ook zijn moeder stierf, kwam Robert er alleen voor te staan en belandde hij op straat. “Door zijn verstandelijke beperking had hij nooit een job gehad of geleerd om voor zichzelf te zorgen. Hij kwam in contact met de straathoekwerkers van Diogènes, die hem naar Puerto brachten. Sinds 2009 had hij er een woning en alle bijkomende begeleiding.”
Of Robert aan corona overleed, is nooit duidelijk geweest. “Ik vermoed dat hij geen perfecte gezondheid had, maar hij wou vaak geen dokter zien", legt Janssens uit. "De enige reden dat hij zijn laatste huisarts wel toeliet, was omdat ze een gedeelde passie hadden voor fietsen. Robert fietste soms helemaal tot Charleroi, omdat daar een tante van hem woonde. Ook van schilderen en filmklassiekers kijken, kon hij echt genieten.”
Janssens herinnert zich Robert vooral als een heel dankbaar persoon. “Al had hij niet veel, hij wou ons toch bedanken. Met een doos koekjes, of een sjaal van de markt.”
De militant in hart en nieren
Een persoon die vooral wou geven, zo spreken velen die hem kenden ook over Marcellin, die net geen zeventig was toen hij afgelopen juni het leven liet. “Hij was begaan met van alles en nog wat. Geëngageerd voor zijn eigen gemeenschap, al had hij het zelf moeilijk”, zegt Kris Roels van ATD Vierde Wereld, een internationale beweging voor armoedebestrijding waar Marcellin vrijwilliger was.
"Hij volgde bij ons onder andere de vergaderingen van het Steunpunt Armoedebestrijding. Dan gebeurde het weleens dat hij in slaap viel, omdat hij een helse nacht achter de rug had.”
Zelf opgegroeid in armoede en als straatbewoner wist Marcellin als geen ander welke zaken mensen in zijn situatie bezighouden. Daarom nam hij deel aan de Volksuniversiteit, een initiatief van ATD Vierde Wereld waar mensen met armoede-ervaring dialogeren over maatschappelijke thema’s. “Hij wou echt iemand zijn, iets betekenen. En als ervaringsdeskundige wist hij meer dan wie dan ook op het bureau. We herinneren ons hem vaak als een grappenmaker, maar over deze zaken was hij heel serieus.”
Ook bij de jaarlijkse Zinneke Parade was Marcellin een graag geziene gast. “Hij was er graag bij, maar moest het zich wel herinneren”, lacht Roels. “Dat was soms moeilijker doordat hij constant bezig was met overleven, natuurlijk.”
Enkele weken voor zijn dood belandde Marcellin in het ziekenhuis. Toen hij aan de betere hand was, kon hij het ziekenhuis verlaten. Niet veel later deden hartproblemen hem toch de das om. Hij laat drie dochters en twee zussen na. “En zijn eigen appartement, dat hij na al die jaren eindelijk te pakken had...”, zucht Roels. “Helaas heeft hij er niet lang van kunnen genieten.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , actua , straatdoden , collectief straatdoden , dakloze mensen , dakloze muzikant Patrick
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.