Acties bij afvalophalers gaan door, Maron wil niet tussenkomen

De vuilnisophaling gebeurde ook op vrijdag nog niet zoals gepland, in tegenstelling tot eerdere berichten. Ook zaterdag en zondag zullen de vuilnisophalers actievoeren. Dat heeft Michel Piersoul, vakbondsvertegenwoordiger van VSOA, gezegd. Brussels minister van Leefmilieu en Netheid Alain Maron (Ecolo) wil ondanks de problemen niet tussenkomen.

De vakbonden deden een gezamenlijke stakingsaanzegging als reactie op de druk die werd uitgeoefend op de vuilnisophalers om onvolledige rondes goed te maken. De meerderheid van de ophalers in Molenbeek staakte vrijdag en zal dat ook zaterdag en zondag doen.

De afgelopen dagen werd de afvalophaling in het Brussels Gewest herhaaldelijk verstoord door stiptheidsacties in verschillende depots. De acties waren het gevolg van het uitlekken van een voorstel van advies van de directie dat op 5 december zou worden besproken. Voor een aantal ambtenaren was het voorstel onaanvaardbaar en ze besloten stiptheidsacties te voeren voordat het overleg kon plaatsvinden.

Maron wil geen rol spelen

Minister Maron verduidelijkte dat bemiddelen tussen vakbonden en Net Brussel tot het dagelijkse beheer van de administratie behoort, terwijl hij de visie moet bepalen, de grote lijnen vastleggen en instructies geven aan de directie. Maar Maron heeft de directie van Net Brussel wel de opdracht gegeven hem op de hoogte te houden van mogelijk gevoelige punten in het overleg.

Directie en bonden maken een verschillende analyse van het aantal ongevallen als gevolg van het tempo waarop het afval opgehaald worden. Voor de directie zijn dat er te veel omdat de ophalers vroeger naar huis willen, voor de vakbonden zijn de cijfers normaal in een stedelijke omgeving.

Volgens de minister is het aantal ongevallen vooral hoog bij de deur-aan-deur ophaling. Daarom moet het werkritme omlaag. Hij wees ook op het risico voor veiligheid van de Brusselaar door de snelheid van de vuilniswagens en het niet respecteren van de verkeersregels.

Het overleg kan volgens minister Maron best gebeuren binnen het Comité voor Preventie en Veiligheid op het Werk.