De Belgische staat en de federale opvangdienst Fedasil moeten een schadevergoeding van 2.500 euro betalen aan een asielzoeker voor 'geleden morele schade'. Dat oordeelde de arbeidsrechtbank van Luik in een recent vonnis, schrijft Knack vrijdag. De uitspraak kwam er nadat een mannelijke asielzoeker geen plek kreeg toebedeeld in een opvangcentrum - nochtans een wettelijke verplichting.
Belgische staat moet ook morele schadevergoeding betalen voor aanpak opvangcrisis
De 2.500 euro komt nu nog eens bovenop de 168 miljoen euro aan dwangsommen die de overheid boven het hoofd hangen voor het niet verlenen van 'bad, bad en brood' aan asielzoekers. Fedasil slaagt er niet om elke persoon die een verzoek om internationale bescherming indient een plekje te geven in het verzadigde netwerk van 34.000 plaatsen. De opvangdienst werd daarom al 8.600 keer veroordeeld door verschillende arbeidsrechtbanken, met fikse dwangsommen tot gevolg.
De regering weigert die dwangsommen echter te betalen. Dat leidde al tot het in beslag nemen van een deel van de inboedel van Fedasil en het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V). Net als bij de dwangsommen kan de staat ook hoger beroep aantekenen tegen de morele schadevergoeding.
"Als het Arbeidshof het vonnis bevestigt, dan kan de eisende partij beslag leggen op goederen van de overheid, waartegen de staat dan opnieuw verzet kan aantekenen bij de beslagrechter", zegt Kati Verstrepen, voorzitter van de ngo Liga voor Mensenrechten. "Kortom, dan zitten we in hetzelfde scenario als bij de niet-betaalde dwangsommen." Het kabinet-De Moor bevestigt dat de staat ook deze keer in beroep gaat.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , fedasil , schadevergoeding , asielcrisis