Bijna 500 extra huisartsen nodig tegen 2027

Liefst 45 procent van de huisartsen in het gewest bereikt de komende 10 jaar de pensioenleeftijd. Er zijn dan ook 486 bijkomende huisdokters nodig tegen 2027.

Dat blijkt uit een studie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), die dinsdag werd voorgesteld door Guy Vanhengel (Open VLD) en Didier Gosuin (Défi). Sinds de zesde staatshervorming is de GGC immers bevoegd voor de huisartsen.

Het studiewerk toonde aan dat er 1.468 huisartsen zijn in het gewest, onder wie ongeveer evenveel mannen als vrouwen. De voorbije jaren vervrouwelijkte het beroep wel.

Opmerkelijk is het grote aantal huisartsen dat dicht bij de pensioenleeftijd staat: liefst 45 procent is 55 jaar of ouder. Dat betekent dat er de volgende tien jaar 486 artsen moeten bijkomen in het gewest.

De auteurs van de studie stellen dan ook dat er inspanningen zullen moeten gebeuren om jonge artsen te overtuigen om zich in Brussel te vestigen.

De studie toonde verder nog aan dat jonge artsen vooral kiezen voor een groepspraktijk. Die bevinden zich vaak in het centrum, rond die Vijfhoek en in de Europese wijk.

Tot slot blijkt dat de zorgnood per wijk erg verschilt. In welke wijken precies een tekort aan huisartsen dreigt, is moeilijker te bepalen. De auteurs vermoeden dat dit kan gebeuren in Evere, Ukkel en in delen van Oudergem, Etterbeek, Elsene en Anderlecht.

Didier Gosuin wees erop dat Brussel inzake gezondheidszorg niet te vergelijken is met Vlaanderen en Wallonië. De bevolking groeit snel aan, is jong en een groot deel leeft in precaire omstandigheden. Een groot deel heeft een buitenlandse nationaliteit en het gewest telt proportioneel meer mensen zonder verblijfsvergunning, studenten en toeristen, terwijl de immobiliënprijzen hoog zijn. In het Brussels gewest wordt ook minder gebruik gemaakt van de eerstelijnszorg.

Guy Vanhengel gaf een overzicht van de maatregelen ter ondersteuning van de huisartsgeneeskunde in het gewest via het Impulsfonds. Jonge artsen kunnen beroep doen op een installatiepremie (Impulsio I), die van 20.000 naar 25.000 euro werd opgetrokken, om een praktijk te beginnen ten laatste vijf jaar na de erkenning als huisarts.

Daarnaast is er een tegemoetkoming voor een administratief bediende (Impulseo II) voor het onthaal en praktijkbeheer, die de helft van de loonkost dekt met een maximum van 6.300 euro per jaar per arts. In groepspraktijken kunnen de kosten zo gevoelig verminderd worden. Dat geldt ook voor Impulsio III, een tegemoetkoming voor een telesecretariaat die de helft van de werkelijke kosten dekt met een maximum van 3.619 euro per jaar per huisarts.

De aanvragen van de drie premies zitten in stijgende lijn, benadrukte Vanhengel.