Achter de grote brand in Anderlecht van vorige week schuilen de verhalen van slachtoffers, bewoners en hulpverleners. Zo was er de 25-jarige Mamadou Diallo die in de brand omkwam. Bewoner Mohamed Abdulkader zag de brand beginnen en werd gered door de brandweer. En in het Brandwondencentrum ving arts Thomas Rose de slachtoffers op. Drie portretten.
| Bewoner Mohamed Abdulkader zag de brand beginnen en werd gered door de brandweer.
Mohamed Abdulkader: ‘Ik hoor de dochter van de buren nog gillen’
“Ik werd wakker rond 3 uur en belde meteen de brandweer. Die was al onderweg. Het vuur ging enorm snel. Ik werk in de schrijnwerkerij van Atelier Groot Eiland en weet dat hout verbranden normaal wat tijd kost, maar nu verbrandde het voor mijn ogen. Ik probeerde het vuur buiten te houden door iets onder de deur te steken, maar na een minuut was het al doorgebrand. Mijn zoon van zes zei dat hij niet meer kon ademen. Toen ik het raam opende, kwam de brandweer aanrijden. We schreeuwden naar hen. Eerst haalden ze mijn zoons en mijn vrouw, daarna mij.”
“Toen ik buiten was, vertelde ik de politie dat er nog mensen waren op de vijfde verdieping: Alseiny Sylla en zijn dochter. We waren goede buren, zijn dochter bracht regelmatig tijd door met mijn zoons, ze hadden veel plezier samen. Ik dacht – hoopte – de eerste dagen nog dat ze via de achterkant ontsnapt waren, omdat een van de bewoners aan die kant het gebouw uit gesprongen was. Achteraf bleken ze dood te zijn. Ik hoor in gedachten zijn dochter nog gillen. Het is niet normaal dat dit is gebeurd.”
“Het vuur begon bij de winkel en breidde zich vandaar uit. De buitendeur van het appartement stond altijd open. We hebben meerdere keren aan de huisbaas gevraagd die te repareren, maar dat gebeurde nooit. Er lag ook vaak karton naast de deur, van iemand die drugs verkoopt of gebruikt. Ook dat heb ik meerdere keren aan de huisbaas gemeld – en de medebewoners ook – om daar iets aan te doen. Nu is het te laat.”
“We zagen soms mensen door die deur naar binnen gaan. Ik zei nog tegen mijn vrouw dat we zouden vertrekken zodra we iets anders hadden. Maar iets vinden voor een goede prijs is niet simpel. Ik heb al appartementen gezien die 900 of 1.000 euro kosten. In de Heyvaertstraat betaalden we 600 euro.”
“Het OCMW van Anderlecht heeft een hotel voor ons gevonden voor één maand. Daarna proberen we een sociale woning te vinden. Ik ben met tien euro uit de brand gekomen, dat is alles wat ik heb. Mijn werkbroek heb ik gelukkig nog, die heeft mijn vrouw de nacht voor de brand klaargelegd en die heb ik ’s nachts aangetrokken.”
“Het OCMW van Anderlecht heeft een hotel voor ons gevonden voor één maand. Ik ben met tien euro uit de brand gekomen, dat is alles wat ik heb"
“Ik begrijp niet hoe Mamadou van de derde etage het niet gehaald heeft. Hij was zo jong en sportief, zelfs als hij was gesprongen, zou hij het gehaald hebben. Hoe is hij om het leven gekomen? Op de trap, in het gebouw? Ik moet het weten. Het is triest: hij heeft zo hard gewerkt: gestudeerd, een job gezocht, en daarna is hij overleden. Hij was, net als ik, tevreden dat hij werk had. Als ik hem tegenkwam, zei ik altijd lachend tegen hem: aha, heb je je werkbroek aan?”
“Het leven is in één minuut veranderd, we hebben alles verloren. Toch heb ik geluk gehad, want mijn vrouw en mijn zoons van zes en drie heb ik nog. Ik zag hoe de brandweermannen in de vlammen verdwenen om een vrouw te halen. Ze hebben ons leven gered. Ik ben Syriër, we hebben daar erger meegemaakt. Zelfs nu ik alles verloren heb, weet ik dat het goed zal komen. Want we zijn in een land dat de mensen respecteert.”
Thomas Rose, arts in het Brandwondencentrum: ‘We konden de slachtoffers nog net opnemen’
“Maandagmorgen kregen we drie mensen binnen bij het Militair Hospitaal. Ze waren in kritieke toestand. Twee van hen zijn dat nog steeds en worden beademd, de jongste, een kind, ademt sinds zaterdag zelfstandig. Ook de verwondingen van een brandweerman werden bekeken, maar hij kon gauw weer naar huis. Eén patiënt heeft vooral schade opgelopen door inhalatie van rook en hitte. We bekijken dagelijks haar parameters. Als ze zelfstandig kan ademen, kunnen we haar wakker maken. De andere patiënt is een vrouw van iets boven de vijftig, met twintig procent van haar lichaamsoppervlak dat verbrand is. We beginnen volgende week met opereren. Ze zal zeker nog drie weken in een kunstmatige coma blijven. Maar ze zijn beiden stabiel.”
"We beginnen volgende week met opereren. De vrouw zal zeker nog drie weken in een kunstmatige coma blijven, maar is stabiel"
“We zijn sinds het begin van de coronacrisis het enige brandwondencentrum in het land. De capaciteit van de andere ziekenhuizen is opgeëist voor coronaslachtoffers. We hebben zelf zeven bedden op de intensieve zorgen, achttien bedden op de gewone afdeling en tien bedden reserve. We konden de drie slachtoffers van de brand in Anderlecht wel opnemen, maar er moet niet nog een grote brand komen.”
“Ik raad iedereen aan om een goed detectiesysteem in huis te halen. Als er brand is, is het belangrijk om laag bij de grond te blijven bij het evacueren. Warmte stijgt naar boven: daar zijn de toxische gassen en de rook. Iedereen zou zijn persoonlijke vluchtroute moeten kennen. Koelbloedigheid leer je alleen door training. Leer om te gaan met brandblusapparaten en zorg dat die aanwezig zijn. Haal een brandblusdeken in huis, want een brandende pan kun je niet met water blussen. Dat maakt het erger. Wie toch verbrand is, moet zo snel mogelijk afkoelen met water en daar liefst twintig minuten onder blijven staan.”
‘Mamadou leek nooit moe te worden’
In de Guinese gemeenschap in Brussel stond Mamadou Diallo bekend als ‘le flamand’. De man die nooit ouder werd dan 25 sprak Nederlands en kwam regelmatig in Vlaanderen. “Hij is de enige Guineeër die ik kende die tweetalig was,” zegt zijn neef en goede vriend Doumans Diallo. “Hij hielp ons allemaal.”
Als tienjarige kwam Diallo uit Guinee naar Brussel. Hij woonde toen ook in Anderlecht en ging naar de Marius Renard-school. Een vriendin van toen herinnert hem zich als een kalme, vriendelijke jongen die niet gauw zijn geduld verloor.
Als kleine jongen ging Diallo voetballen bij SK Vlezenbeek. Met de metro reisde hij met zijn neefje naar het Pajottenland. Zijn toenmalige trainer Erik Drobé, met wie hij in contact is gebleven, omschrijft hem als een “talentvolle voetballer” en een “warme en plezante mens”.
Ook de middelbare school doorliep Mamadou in Anderlecht, op het atheneum Leonardo Da Vinci. Na zijn schoolcarrière ging Diallo aan de slag als technicus. De stabiliteit die het inkomen met zich meebracht, beviel hem goed. Diallo vertrok elke ochtend vroeg om te werken, en kwam daarna voetballen. “Hij werkte en voetbalde en leek niet moe te worden,” zegt zijn neef. De droom om professioneel voetballer te worden verdween nooit helemaal. Maar met het beroep van technicus had hij een plan B. Het gaf hem ook de kans om zijn familie te helpen.
Voetballen bleef een grote passie. Voor de lockdown was Diallo aanvoerder van een Guinees-Syrische voetbalclub. De achterliggende vzw Union Sportive Syrie Guinée Anderlecht had als doel die twee grote gemeenschappen in Anderlecht samen te brengen en trainde in het Franky Vercauterenstadion in Kuregem. Na de coronacrisis zou Diallo gaan testen in de eerste ploeg van SK Vlezenbeek in derde provinciale.
Lees meer over: Anderlecht , Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , brand heyvaertstraat , mamadou diallo , thomas rose , brandwondencentrum , mohamed abdulkader
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.