De brand in de Heyvaertstraat toonde niet alleen hoe pover het gesteld is met de brandveiligheid van veel Brusselse woningen. De staat van het pand zei ook veel over de kwaliteit van een groot deel van de appartementen, vooral in arme wijken als Kuregem. “Politici durven de eigenaars niet lastig te vallen.”
| Het huis in de Heyvaerstraat dat volledig uitbrandde in de nacht van 18 op 19 april 2021.
“De verwarming ging al een paar maanden niet en de eigenaar deed er niets aan, waardoor mijn moeder dan maar een elektrisch vuurtje heeft gekocht. We hadden vochtproblemen door een lek van de badkamer op de verdieping boven ons. Er hing altijd een schimmelachtig geurtje. En de douche, daar kwam al drie jaar geen water uit. We warmden dan maar water op het fornuis en gingen met een emmer warm water en een beker in bad zitten, the African way.”
Aan het woord is Frederick Willis (41), een van de bewoners die de brand in de Heyvaertstraat overleefde. Frederick werd geboren in Liberia en groeide op in Ghana. Hij werkt als vorkliftchauffeur nabij Asse en woonde al drie jaar samen met zijn moeder in een appartement op de vierde verdieping van het pand. Zaterdag konden de twee ternauwernood gered worden met een brandweerladder.
Dat het gebouw niet echt brandveilig was, bleek vorige week al. Maar ook los daarvan was het eenkamerappartement – 525 euro zonder kosten – allesbehalve een paradijs, blijkt uit Fredericks verhaal. “Het hele huis was ook vergeven van de muizen. Als je een vriend op bezoek had, bleken er dan plots drie van beesten mee te luisteren naar de conversatie, erg gênant. Eten op het fornuis laten staan, betekende meteen kakkerlakken.”
“En dan had je het lawaai. Onze Syrische buren en hun twee kinderen woonden net als wij in een appartement met één slaapkamer. Het gevolg? Heel veel geluidsoverlast, doordat de kinderen bijvoorbeeld in het trappenhuis speelden. Soms was dat tot één uur ’s nachts, terwijl ik vroeg uit de veren moest. Die kinderen hadden weinig plaats in de woning, geen terras of balkon en het dichtstbijzijnde park is al even stappen.”
Geen Afrikaanse gezinnen
Het verhaal van Frederick is typerend voor de staat van veel woningen in Kuregem, een van de armste wijken van het Brussels gewest. En bij uitbreiding ook voor heel wat woningen in de arme sikkel, de volkswijken die van Sint-Gillis over Anderlecht en Molenbeek tot aan Sint-Joost als een halve maan rond het Brusselse centrum liggen.
“Zowat de helft van de Brusselse woningen voldoet niet aan de normen,” legt José Garcia van de Huurdersbond uit. “En in die arme wijken ligt dat aandeel nog een stuk hoger. Wat die bewoner vertelt, is erg herkenbaar. Bij de klachten die we krijgen, staat de huurprijs op één, maar direct daarna gaat het over ongezonde woningen, met onder meer vochtigheid, de afwezigheid van een functionerende badkamer en ongedierte.”
Ook Ben Ayad, coördinator van de Huurdersunie van Anderlecht Kuregem, kent de klachten als die van Frederick maar al te goed. “Het probleem is dat veel van die huurders helemaal geen alternatief zien. Ofwel is de prijs te hoog, of ze worden niet eens uitgenodigd voor een bezoek aan een huurwoning. Veel verhuurders willen niets weten van Afrikaanse gezinnen als huurder. Die mensen zijn dan al blij dat ze een woning hebben. Vaak vinden ze die in een wijk als deze, die een echte aankomstwijk is gebleven.”
Een blik op de deurbellen in het stukje Heyvaertstraat waar de brand plaatsvond, onderstreept het punt van de coördinator. Onder het vijftigtal namen dat de revue passeert, zien we bijna uitsluitend namen die Afrikaans, Arabisch of Oost-Europees klinken, niet één die een beetje Belgisch aandoet.
De vooroordelen tegen huurders met migratieroots zijn soms zo groot dat de allerslechtste woningen duurder blijken dan de klasse er net boven. Hoe dat kan? Als de verhuurders van die iets betere woningen niet aan arme migranten willen verhuren, moeten die wel de slechtere en wat duurdere appartementen nemen.
Vluchtelingen uit Brussel
In de dertig jaar dat Ayad op post is, zag hij de wijk ook veranderen. “De mensen die hier vroeger aankwamen, bleven vaak maar enkele jaren en trokken verder zodra ze zich het konden permitteren. De huidige bewoners willen dat nog steeds, maar steeds meer mensen slagen er niet in en zitten hier vast, in slechte omstandigheden.”
Er is nog iets dat de coördinator van de lokale huurdersbond in die drie decennia opviel. “Vroeger kwamen hier vooral mensen wonen die rechtstreeks uit het buitenland kwamen. Vandaag is de wijk nog steeds een toevluchtsoord, maar ook voor wie de huurprijzen in de rest van Brussel niet meer kan betalen, pour les réfugiés bruxellois. Waar denkt u dat bewoners uit de Anneessenswijk naartoe trekken, nu het daar snel duurder wordt? Naar Anderlecht en meer bepaald Kuregem, juist. En buiten Brussel.”
Terug naar Frederick. Zijn belabberde woonsituatie was niet alleen onprettig, vertelt hij, maar had ook gevolgen voor de gezondheid van zijn 64-jarige moeder. “Die hoest heel regelmatig, ik vraag me af of dat met de vochtigheid te maken heeft. Doordat de verwarming niet werkte, moest ze voor het slapengaan ook altijd een warmwaterkruik vullen.” Zelf had Frederick geen echte gezondheidsklachten, maar dat er een probleem met vochtigheid was, merkte hij zelfs buitenshuis. “Probeer het je voor te stellen: je hebt net mooie, verse kleren aangedaan, maar toch stink je naar schimmel.”
Dat er een link is tussen slechte woningen en gezondheid, daar moet je de artsen van wijkgezondheidscentrum Medikuregem alvast niet van overtuigen. “We zien dat de hele tijd in onze praktijk,” vertelt dokter Nicholas Matthijs. “Zo is er een duidelijk verband tussen schimmels en vocht enerzijds en astma anderzijds. “We zien ook veel kinderen die zich niet kunnen ontplooien zoals het hoort in piepkleine woningen, waar ze bijvoorbeeld geen plaats hebben om rustig hun huiswerk te doen. En heel vaak is er een probleem met lawaai, onder meer door een gebrekkige isolatie.”
Voor de artsen zijn de woonomstandigheden van hun patiënten dan ook een bron van frustratie. “Op medisch vlak kunnen we veel doen om mensen er weer bovenop te helpen, maar als ze naar diezelfde woning terugkeren, komen de problemen gewoon terug.”
Sociale woningen
Hoe kan het dat zoveel woningen in belabberde toestand blijven? “Belgische beleidsmakers durven de privéhuurmarkt niet te reguleren,” analyseert José Garcia van de Huurdersbond. “Ze zijn bang dat er dan een soort oorlog losbarst, terwijl die regulering echt nodig is.” Wat volgens Garcia ook meespeelt: een aanzienlijk deel van die beleidsmakers is vaak zelf ook verhuurder en wil niet in eigen vlees snijden. “Nochtans is er één maatregel die je al snel kan invoeren: maak het voor een huurder veel makkelijker om minder of helemaal geen huur te betalen als de woning niet in orde is. Ik geef het op een briefje: die vijftig procent woningen die niet conform zijn, zouden er snel maar vijf tot zes procent worden.”
Nog een factor: ondanks grote aankondigingen slaagden de vorige Brusselse regeringen er de voorbije decennia niet in om genoeg betaalbare openbare woningen te bouwen, onder meer voor sociale huisvesting. “Van de 7.000 sociale woningen die aangekondigd zijn sinds 2004, zijn er vandaag maar een 2.000 gerealiseerd,” zegt Werner Van Mieghem van de Brusselse Bond voor het recht op Wonen. “Dat zet druk op de rest van de markt, ook op de kwaliteit. Verhuurders hebben het gevoel dat ze de woningen niet eens in orde moeten brengen, er zijn toch genoeg kandidaten. Die dalende kwaliteit zie je ook aan de cijfers van het aantal woningen dat gesloten wordt omdat ze niet conform zijn. Dat aantal stijgt en bedraagt nu al driehonderd per jaar.”
“Nochtans is er één maatregel die je al snel kan invoeren: maak het voor een huurder veel makkelijker om minder of helemaal geen huur te betalen als de woning niet in orde is"
Behalve meer sociale huisvesting ziet zowel de woonbond als de huurdersbond ook heil in een verhuurvergunning. Die zou pas toegekend worden aan een verhuurder als zijn woning ook echt aan de normen voldoet. Omdat je niet iedereen tegelijk kan controleren, zou dat systeem bijvoorbeeld geleidelijk ingang kunnen krijgen bij alle nieuwe huurcontracten.
Zo’n verhuurvergunning staat niet meteen op de regeringsagenda. Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) wil de woninginspecties wel opvoeren, met de aanwerving van veertien extra mensen bij de inspectiedienst, een verdriedubbeling. En er wordt een – erg voorzichtig – begin gemaakt met de regulering van de huurprijzen. Wie zich niet aan een referentietabel houdt, zou bijvoorbeeld geen overheidssteun meer kunnen krijgen, staat in het regeerakkoord. Ten slotte moeten er 15.000 woningen bijkomen met een sociaal karakter, toch op papier.
De regeringsintenties maken vandaag de rekening van Frederick en zijn moeder niet. Die laatste krijgt via de gemeente Anderlecht wellicht een nieuwe woning. Hijzelf zoekt ondertussen een eigen stek. “Niet te duur, maar wel in orde. Hebt u misschien een idee?”
Lees ook de verhalen van andere slachtoffers van de brand in de Heyvaertstraat
Lees meer over: Anderlecht , Brussel , Veiligheid , brand heyvaertstraat , woonkwaliteit
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.