Brussel neemt inburgering dan toch niet zelf in handen

Eind vorig jaar keurde de Brusselse regering een voorontwerp van ordonnantie goed voor een nieuwe operator die - onder toezicht van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) - eigen inburgeringscursussen zou aanbieden in Brussel. Het kabinet van minister Alain Maron (Ecolo), die de plannen op tafel legde, laat nu aan BRUZZ weten dat de operator er dan toch niet komt.

Sinds 1 juni 2022 hebben nieuwkomers in Brussel een inburgeringsplicht. De lokale besturen verwijzen nieuwkomers door naar een Nederlandstalig inburgeringsbureau (BON), of naar een van de drie Franstalige onthaalbureaus. Die laatsten vallen momenteel onder de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof). Even was er sprake van een derde, Brusselse operator, maar die komt er dus niet.

Wel worden er een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Zo zullen de Franstalige onthaalbureaus weldra onder het beheer van de Gemeenschappelijke, in plaats van de Franse Gemeenschapscommissie vallen. De aanpassing van de wetteksten zou er nog deze legislatuur moeten komen.

"De GGC zal die trajecten beheren met de verplichtingen die verbonden zijn aan het bicommunautaire karakter van Brussel”, zegt Simon Vandamme, woordvoerder van minister Alain Maron. “Dat betekent dat nieuwkomers zowel in het Nederlands als in het Frans kunnen worden opgevangen en ze ook de mogelijkheid hebben om zowel de cursussen als het inburgeringstraject in het Nederlands te volgen.”

De nieuwe regeling creëert een ietwat vreemde situatie, want inburgeraars zullen weldra dus kunnen kiezen tussen een Nederlandstalig òf een tweetalig Brussels traject. Beiden zullen naast elkaar blijven bestaan.

Kritiek

De plannen van Maron om een eigen, Brusselse operator op te richten, werden destijds slecht onthaald. N-VA-parlementslid Annabel Tavernier sprak van een “inbreuk op het samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Brussel” en zag in de operatie “niet anders dan een poging om finaal de aanwezigheid van de Gemeenschappen, en dan met name ook de Vlaamse Gemeenschap, in Brussel op te doeken.”