'Brusselse kinderbijslag eerlijker dan Vlaamse'

De Gezinsbond is tevreden met de Brusselse kinderbijslag. “Ook de gezinnen die al kinderen hebben, gaan erop vooruit”, zegt Yves Coemans aan BRUZZ. “Het Brusselse systeem is daarom veel eerlijker dan het Vlaamse.”

In Vlaanderen en Wallonië geldt het nieuwe systeem enkel voor de kinderen die na 2019 geboren worden. In Brussel geldt het nieuwe systeem voor alle kinderen, of die nu nog verwekt moeten worden of niet.

“In Vlaanderen riskeren gezinnen daarom het slechtste van twee werelden. Een eerste kind dat nog onder de oude regeling valt, en ‘maar’ 92 euro krijgt in plaats van 160 euro met het nieuwe systeem. En een tweede kind dat onder de nieuwe regeling valt, en geen 170 maar slechts 160 euro krijgt, nu weer volgens de nieuwe regeling.”

De voordelen

In Brussel is dat niet zo. Reeds geboren kinderen krijgen ook meteen 140 euro. Dat is om budgettaire redenen tien euro minder dan kinderen van na 1 januari 2020. Maar voor een eerste kind is dat nog steeds bijna 50 euro meer dan in de bestaande, federale regeling. “Dat systeem is veel eerlijker”, zegt Yves Coemans van de studiedienst van de gezinsbond.

Daarenboven compenseert de Brusselse overheid gezinnen die er toch op zouden achteruit gaan met het nieuwe systeem – denken we aan gezinnen met drie kinderen of meer. “Die gezinnen gaan automatisch naar het beste systeem”, aldus Coeman.

De rekening

Dit alles kost de Brusselse regering natuurlijk geld, jaarlijks zo’n 30 miljoen euro meer dan het daarvoor krijgt van de federale overheid. Geen budgetneutrale operatie dus, zoals in Vlaanderen. Maar dat vindt minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) niet erg.

“Bij de begrotingsopmaak 2019 zal het Gewest de dotatie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC, die instaat voor kinderbijslag, red.) verhogen met 30 miljoen”, zegt Vanhengel aan BRUZZ.

“Dit betekent dat de collega’s zich solidair opstellen om in het gewest 30 miljoen euro te besparen. Op een begroting van 4 miljard euro mag dat geen moeilijkheden opleveren, als de politieke wil er is. En die is er om de koopkracht van gezinnen te verhogen.”

De nadelen

Toch zou het verkeerd zijn om te stellen dat het Brusselse systeem op alle vlakken superieur is aan het Vlaamse, ook al kost het meer.

“Het basisbedrag van 150 euro ligt toch onder de 160 euro in Vlaanderen. Daartegenover staat wel dat de sociale correcties hoger liggen", zegt Coemans. “En het startbedrag – een eenmalige premie – voor het tweede of daarna volgende kind bedraagt maar 500 euro in Brussel, tegenover 1100 euro in Vlaanderen”, besluit Coemans.