Dalend fietsgebruik: 'Brussel doet niet genoeg'

Dat het fietsgebruik daalt, ligt niet alleen aan de weersomstandigheden. De Brusselse regering én de gemeenten moeten moedigere keuzes maken en meer investeren om het aandeel van het fietsverkeer verder te verhogen. Dat zegt de Fietsersbond in een reactie op het dalende aantal fietsers.

“Het blik is onder de huidige omstandigheden leeg”, zegt de Fietsersbond aan FM Brussel. Vrijdag raakte bekend dat voor het eerst in jaren het aantal fietsers gedaald is. In 2013 kozen er 6 procent minder mensen voor de tweewieler dan het jaar ervoor. Brussels staatssecretaris Bruno De Lille (Groen) weet dat vooral aan het slechte winterweer.

Bij de Fietsersbond ziet men echter ook andere redenen. “De stad in zijn huidige vorm heeft haar maximumpotentieel bereikt”, zegt Roel De Cleen van de Fietsersbond. “De motor sputtert en om hem opnieuw aan de gang te krijgen zijn extra investeringen en meer autovrije zones nodig. We moeten voorbij de weersomstandigheden kijken. En dan zie ja dat het aantal fietsers wel stijgt, maar zeker niet snel genoeg.”

De doelstellingen van het Iris 2-mobiliteitsplan stellen dat tegen 2018 een vijfde van de verplaatsingen in Brussel per fiets moet gebeuren, in vergelijking met de niveaus van 2001. Een onhaalbare doelstelling, zegt De Cleen. “Als je ziet dat het ons tien jaar gekost heeft om van 1 naar 4 procent fietsers te gaan, dan is het niet realistisch om binnen vier jaar op 20 procent te zitten.”

'Plaats afnemen van auto'
Om nog vooruitgang te boeken zal het Gewest een langetermijnversie moeten ontwikkelen. “We moeten een nieuw blik fietsers openen”, zegt De Cleen. “Mensen tussen 8 en 88 jaar, mannen, vrouwen en mensen van alle bevolkingsgroepen. Op dit moment is er te weinig goede fietsinfrastructuur om iedereen aan te spreken. Er zijn nu te weinig maatregelen om iemand aan te sporen resoluut voor de fiets te kiezen.”

Volgens de Fietsersbond durft of kan het Gewest geen doortastende maatregelen te nemen. “Op de grote assen moet men parkeerstroken wegnemen om daar fietspaden aan te leggen”, zegt De Cleen. “We moeten plaats durven afnemen van de auto om goede en veilige fietsinfrastructuur aan te leggen. In onze buurlanden zie je op de grote assen geen parkeerplaatsen, daar liggen er fietspaden.”

Al zijn er ook andere ingrijpende maatregelen nodig. “Brussel is een lappendeken van gemeenten, en elk van die gemeenten zou een autovrij centrum moeten hebben”, zegt De Cleen. “In dat opzicht zijn ook de autovrije centrale lanen een gemiste kans. Men zou doorgaand verkeer in de hele Vijfhoek onmogelijk moeten maken en daarna zorgen voor veilige aansluitingen op de invalswegen.”