De kaart (4): kanaal snakt naar groen

Brussel heet een groen gewest te zijn, maar de toegang tot dat groen hangt sterk af van de woonplaats. Onderstaande kaart toont zo het schrijnende gebrek aan parken in de kanaalzone. En vreemd maar waar: ook Ukkel scoort slecht voor openbaar groen.

Een park op wandelafstand is een belangrijke factor voor de levenskwaliteit van de stadsbewoner. Zeker als die klein woont en niet over een tuintje of terras beschikt. De onderstaande kaart toont per wijk het aandeel van de bevolking dat makkelijk toegang heeft tot een groene ruimte. U ziet er de bewoners die op maximum 300 meter (in vogelvlucht) van een publiek toegankelijke groene ruimte van minstens 500 vierkante meter wonen.

Voor de goede orde: donkerblauw betekent meer toegang tot groen, lichtgroen staat voor minder publieke natuur in de buurt. Het gaat voor alle duidelijkheid om openbaar groen. Privétuinen, sportclubs of koninklijke domeinen tellen dus niet mee. Begroeide pleinen, braaklanden en kerkhoven zijn wel mee opgenomen.

Wat blijkt? De kanaalzone is overduidelijk het slechtst bedeeld als het op toegang tot groen aankomt. Met name de buurt rond het Weststation, waar slechts 19 procent van de bewoners groen bij de deur heeft, en de Dauwwijk in Kuregem, waar dat aandeel 27 procent bedraagt, scoren slecht. Op gemeentelijk vlak sluit Sint-Jans-Molenbeek dan ook de rij. Net geen 61 procent van de bewoners heeft er toegang tot groen.

Opvallend is echter ook de lage score van Ukkel (75 procent). Uitschieter daar is de Observatoriumwijk, waar maar een derde van de inwoners toegang heeft tot publiek groen. De nabijheid van het Ter Kamerenbos weegt er blijkbaar te licht. "Tussen de woonwijken en het bos liggen niet alleen de Waterloosesteenweg maar ook enkele sportclubs die niet als groene ruimte worden bestempeld", zegt Carole Thays van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), dat de gegevens bundelde.

Ook het 'groene' Neerpede heeft een lage score. "Daar is wel veel open ruimte maar het zijn meestal velden en dus geen publiek groen", klinkt het.

Toekomstige parken
Het best scoren uiteraard wijken die grenzen aan parken zoals het Elisabethpark tussen Koekelberg en Ganshoren, het Josaphatpark in Schaarbeek of het Ter Kamerenbos. Opmerkelijk is dat ook het westen van het gewest mooie cijfers kan voorleggen, dankzij bijvoorbeeld het Scheutbos en het Laarbeekbos. Kijken we naar de gemeenten dan scoren Ganshoren (98,9 procent), Koekelberg (98,9 procent), Evere (95,3 procent) en Watermaal-Bosvoorde (92,8 procent) het best.

Omdat de bevolking verder groeit en woningen steeds kleiner worden, zullen parken in de toekomst nog belangrijker worden voor de stad. De komende jaren zouden nieuwe aanplantingen aan Ninoofsepoort en op de site van Thurn & Taxis de situatie alvast moeten verbeteren voor de kanaalzone, waar de bevolking het sterkst groeit.

Kaartjes maken een complexe stedelijke werkelijkheid soms erg concreet. brusselnieuws.be buigt zich deze week over een aantal exemplaren van de wijkmonitoring, een initiatief van het Brussels Instituut van de Statistiek (BISA).