Camera’s, gsm-trackingsystemen, digitale vuilnisbakken of magnetische lussen aan het verkeerslicht. Beleidsmakers hebben steeds vaker de mond vol van smart cities – ‘slimme steden’ waar digitale technologie wordt ingezet om problemen aan te pakken en het leven van bewoners en bezoekers makkelijker en aangenamer te maken. Hoe ver staat Brussel daarin? En is er reden om bezorgd te zijn over onze privacy of veiligheid? BRUZZ zocht het voor u uit.
| Het Muntplein.
Zeg ‘smart city’ in België, en je kan moeilijk om VUB-docent Pieter Ballon heen. Hij is houder van een speciale leerstoel over het onderwerp en werd in 2017 tot de eerste - en tot nu toe enige – ‘Smart City Ambassador’ van het Brussels gewest uitgeroepen. Hoe staat het nu met slimme technologie in Brussel?
"Toendertijd heb ik gezegd dat Brussel een slapende reus was,” zegt Ballon. “De problematieken die men met slimme technologie wil aanpakken, zijn nergens in België zo groot als in het Brussels gewest. Vanwege de grootte van de stad is de potentiële impact en return on investment ook nergens zo groot.”
Hoe ver staat Brussel intussen als slimme stad?
Pieter Ballon: De reus is intussen wel gewekt, maar toch nog vooral om zich heen aan het kijken. Hij heeft al een aantal initiatieven opgezet, maar we kunnen er nog niet de vruchten van plukken. We hebben een achterstand op een aantal vergelijkbare steden in Europa, die een stuk ambitieuzer en grootschaliger hun smart city-strategie hebben uitgerold.
Kunt u voorbeelden geven van inspirerende slimme technologie elders?
Ballon: Iedereen kent het succes van het fietsbeleid in Kopenhagen. Meer dan zestig procent van de pendelaars neemt er intussen de fiets naar het werk. Denen zijn niet sportiever of avontuurlijker dan Belgen. Wat hun gedrag stuurt, is veiligheid en gemak: kan ik nog wat langer in bed blijven liggen? Daarvoor zijn enerzijds volgehouden investeringen in harde infrastructuur nodig.
Anderzijds hangt er ook een duidelijke ‘smart’-component aan vast: zoals in België borden boven de autosnelweg aankondigen hoe snel we ergens zullen raken, bestaan die in Kopenhagen voor het fietsverkeer. In Brussel heb je aan sommige opeenvolgende verkeerslichten een ‘groene golf’ voor auto’s, in Kopenhagen is die er voor de fietsers.
"Wat de slimme stad in Brussel tegenhoudt, is niet zozeer de wil, maar de organisatiestructuur"
Een ander voorbeeld zijn de plannen van Milaan om in de komende decennia drie miljoen nieuwe bomen te planten, als barrière tegen overstromingen en andere neveneffecten van de klimaatverandering. Die vergroening is door technologie ondersteund.Allereerst kunnen digitale meettechnieken helpen om de nieuwe aanplantingen goed in te plannen, en de bevolking mee te krijgen.
Ten tweede kan bij het onderhoud van al dat groen eveneens technologie ingezet worden. Zeker bij grotere bomen kun je sensoren aanbrengen die tegen lage kosten een heel groenareaal beheren en gezond houden. Ten slotte helpt technologie ook om de impact van je ambitieuze project aan de bevolking te tonen. Mensen willen na zo’n aanpassing van de stad weten: is de luchtkwaliteit nu verbeterd? Hoe staat het met de gemiddelde temperatuur?
Waarop moet Brussel focussen?
Ballon: Voor onze Smart City Meter hebben wij bij onderzoeksinstituut IMEC al drie keer een representatief staal van Vlamingen en Brusselaars gevraagd wat voor hen de prioriteiten zijn die met smart city-hulpmiddelen moeten worden opgelost. Al drie jaar staat mobiliteit met stip op één. Op twee, misschien verrassender, komt niet veiligheid, maar leefbaarheid: luchtkwaliteit, geluidsoverlast, sluikstorten (zie hieronder, red.). Mijn eerste advies zou daarom zijn: focus je net zoals Milaan en Kopenhagen op mobiliteit en leefbaarheid, probeer meetbare resultaten te boeken op die terreinen.
In Helsinki is met steun van de overheid bijvoorbeeld geïnvesteerd in mobility as a service (MAAS), een app waar alle realtimedata van alle alternatieve verkeersmodi inzitten. Zo zie je op elk moment hoeveel tijd je kunt winnen door de auto te laten staan. Je kunt meteen een abonnement nemen op al die alternatieven samen, zodat je je niet meer over aparte ticketjes hoeft te bekommeren. De MIVB is net begonnen met de ontwikkeling van een MAAS-app.
De app Fix My Street, waarmee je problemen als kapotte straatverlichting of putten in de weg kunt melden, was bij de start in 2013 een primeur in België. Ze werd ook goed gebruikt, maar dreigde dan te verzanden in enerzijds politiek gehakketak, en anderzijds administratieve inertie. Het is belangrijk dat er meteen gereageerd wordt bij meldingen. Pas als mensen snelle resultaten zien, zullen ze Fix My Street (blijven) gebruiken.
Wat de slimme stad in Brussel tegenhoudt is niet zozeer de wil, maar de organisatiestructuur. Smart city-technologieën zijn bij uitstek horizontale, bevoegdheidsoverschrijdende en grensoverschrijdende oplossingen. Vandaar mijn tweede advies: Brussel moet praten met zijn hinterland, tot steden als Aalst, Leuven en Mechelen toe.
Tot slot moet de ‘datageletterdheid’ bij de administratie radicaal naar omhoog. Er moeten mensen werken die in gesprek kunnen gaan met onderzoeks- en bedrijfswereld. Maak één opendata-portal – in plaats van twee aparte voor Stad en Gewest – en zorg voor personeel dat erover in gesprek kan gaan met wijkcomités of start-ups, of wie dan ook die een dataset wil gebruiken.
Gepraat over utopische smart cities lokt scepsis uit. Zo moest de federale politie op Zaventem een project met automatische gezichtsherkenning onderbreken, omdat het in strijd was met de privacywetgeving.
Ballon: Uit onze Smart City Meter blijkt dat ondervraagden weinig problemen hebben met camera’s op zich, zolang die gebruikt worden voor concrete doelen als een betere mobiliteit of als preventie tegen sluikstorten. Bij camera’s die gezichten herkennen, zie je die acceptatie bijna halveren.
De acceptatie van camera’s of geluidssensoren in de publieke ruimte is merkelijk hoger dan van slimme-energiemeters thuis of virtuele assistenten van bijvoorbeeld Amazon of Google, die je bij wijze van spreken afluisteren in je eigen woning.
Mensen aanvaarden dat ze in de publieke ruimte gezien en gehoord worden, maar ze willen er anoniem zijn, opgaan in het publiek. Zodra je geïdentificeerd wordt en continu gevolgd kan worden, is dat voor veel burgers een brug te ver.
In Londen ontstond er heisa toen onderzoekers ontdekten dat de open fietsdata die de stad vrijgaf, konden leiden tot identificatie van fietsers, omdat de dataset individuele bewegingen prijsgaf. Als je elke dag een ritje ziet tussen een bepaald huis en bedrijf, kun je al snel achterhalen wie daar woont en werkt. Dan kun je individuen beginnen volgen. Je moet altijd over een voldoende grote groep mensen rapporteren.
Zijn er nog meer gevaren verbonden aan slimme technologie?
Ballon: Bij gevaren van de smart city denken we altijd aan privacy en veiligheid, maar er zijn nog subtielere bekommernissen. Ik voel me goed in de stad als ik er ontdekkingen doe, een nieuw café vind, vrienden tegenkom op straat. We moeten niet alleen het recht op anonimiteit en veiligheid verdedigen, maar ook die mogelijkheid tot verwondering en ontdekking, de ‘serendipiteit’.
Bij sociale media spreken we over de 'filterbubbel': de blik die verengt omdat gebruikers alleen aanbevelingen krijgen op basis van wat ze eerder gezien hebben.
Datzelfde gevaar geldt in de stad. Een doctoraatsstudente van me bracht deze zomer een onderzoek uit waaruit blijkt dat Nederlandstaligen andere horecatips krijgen van Google dan Franstaligen. Dat geldt net zo goed voor andere groepen in de samenleving. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat mensen uit de rijkere wijken vaker naar de opera worden gestuurd, alsof voor hen een digitale rode loper wordt uitgerold, terwijl mensen uit arme wijken geen of weinig cultuurtips krijgen."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , slimme camera , slimme energiemeter , privacy , Pieter Ballon , slimme stad , smart city , smart cities
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.