In het Noordstation en het Maximiliaanpark zie je ze amper nog. Toch zijn de transitmigranten niet verdwenen. In de wijde omtrek van het station verschenen geïmproviseerde slaaphoekjes, tentjes en zelfs hele huttendorpen. “Deze mensen wonen waar de politie ze niet wegjaagt.”
| Wonen naast de file en tussen de ratten, met zicht op de hoogste woontoren van het land.
Wie langs de drukke Groendreef rijdt, passeert ter hoogte van de Upsite-toren langs een hoge ondoorzichtige metalen afsluiting waar op regelmatige afstanden reclameborden op prijken. Hier reclame voor een zwembad, even verderop een groot paneel dat een nieuw automodel aanprijst: “The 2, la toute première BMW série 2 grand coupé”, lezen we. Op de affiche bewondert een zwart model in hippe outfit de Duitse bolide.
Aan de achterzijde van het reclamepaneel, onzichtbaar voor het verkeer, woont een zwarte man zonder auto. Alex (39) komt uit Soedan, is al twee jaar in België en verblijft nu acht maanden in de zelfgebouwde hut die tegen de metalen afsluiting leunt. Op een massief betonblok construeerde hij een houten structuur onder een afdeklaag van minstens 7 verschillende soorten plastic. Binnen is maar net plaats voor een gelegenheidsbed.
“Vroeger sliep ik op straat," vertelt Alex, die onder geen beding op de foto wil. “Dit is véél beter.” De dertiger heeft rode ogen en maakt een lusteloze indruk. “Wat mijn plan is? Naar Engeland gaan, ja. Maar dat is zo moeilijk. Een paar weken geleden heb ik het nog eens geprobeerd.” De Soedanees haalt moedeloos de schouders op. Hoe lang hij al weg is uit zijn thuisland kan hij niet meteen zeggen.
Alex is maar één van de circa tien personen die op dit kleine stukje braakliggend terrein wonen aan de voet van de hoogste woontoren van het land. De meeste medebewoners zijn landgenoten, als ontmoeten we ook een Irakees en een Marokkaanse sans-papier.
Water per Villo
De kleine nederzetting maakt een erg verwaarloosde indruk. Het terrein ligt bezaaid met rommel en op een hoop afval naast Alex’ woning wemelt het van de ratten, die er vaak vechten voor etensresten. “Ach, die doen niets,” glimlacht de man.
Voorzieningen ontbreken hier volledig: geen toilet, geen elektriciteit, geen stromend water. Water, merken we even later, wordt door een van de bewoners gehaald per Villofiets, met een jerrycan in het stuurmandje. Geen BMW Grand Coupé, maar beter dan niets.
De kleine sloppenwijk aan het kanaal is maar een van de zones waar vooral transitmigranten (die willen verderreizen, vaak naar het Verenigd Koninkrijk) zich hebben teruggetrokken. “Die mensen wonen nu nog op de plekken waar ze niet worden weggejaagd, zoals hier,” vertelt Bie Vancraeynest. We ontmoeten de coördinator van vzw Toestand op het terrein langs de Materialenkaai, waar de vereniging haar basis heeft, op een boogscheut van het huttendorp aan de Upsitetoren. Ze haalt er net het afval uit de zandbak.
Ook in deze bonte zone aan de Havenlaan, waar ooit een recreatiezone moet onstaan, bevinden zich ondertussen geïmproviseerde huttenclusters. Op één plek staan Decathlontentjes er zij aan zij met zelfgebouwde houten constructies. Elders lijkt een zitbankconstructie creatief omgebouwd tot slaapcellencomplex. “En dit moest eigenlijk een moestuin zijn, maar plots stond er ook een hut in.” Vancraeynest wijst naar een onopvallende constructie midden in een moestuinperk.
Ook hier aan de Havenlaan wonen vooral Soedanese transitmigranten, al valt het wel op dat de gelegenheidsnederzettingen er een pak schoner en verzorgder bijliggen. De aanwezigheid van Toestand is daar niet vreemd aan. “Wij bieden een soort onthaal aan die mensen, een plek waar ze thee kunnen drinken, hun telefoon opladen. En we proberen ze ertoe te brengen om de openbare ruimte te respecteren,” vertelt de coördinator.
Vancraeynest heeft de transitmigranten de voorbije maanden zien vertrekken naar hotels die werden vrijgemaakt en naar kraakpanden, die vaak een aantal van de vluchtelingen hebben opgenomen. Toestand ondersteunt een aantal van die panden daarin. Toch bleven heel wat mensen ook weg uit vaste structuren: het zijn die tent- en hutbewoners en openluchtslapers die in een brede straal rond het Noordstation zijn uitgezwermd. Deels zijn ze richting kanaal getrokken omdat de dagelijkse voedselbedeling daar nu plaats vindt. En ook de humanitaire hub verhuisde van het Noordstation naar het kanaal.
“Maar die groep is ook weggeduwd uit het Maximiliaanpark, waar je als zwarte amper nog kan gaan zitten of je moet vertrekken. Nu zitten in allerlei hoeken en kanten. Na verloop krijg je daar een oog voor.” Vancraeynest laat haar blik op de Upsitetoren vallen. “Wist je trouwens dat een groot deel van die appartementen leeg staan? Dat zag je heel goed tijdens de lockdown. Iedereen moest thuisblijven en toch was er ’s avonds geen licht.”
"Dit perceel was al moestuin bedoeld, maar plots stond er een hut in."
Het fenomeen dat Vancraeynest beschrijft kennen veel mensen die regelmatig door de Noordwijk stappen. Naast veel hoogbouw telt de wijk ook een lappendeken aan versnipperd groen, onder meer in enkele zones rond het bekendste stuk Maximiliaanpark. Als een haagje er ook maar een beetje bescherming belooft, zijn vrijwel altijd sporen van overnachting achter te vinden.
Hetzelfde fenomeen geldt voor de grote groene binnentuin van de sociale woningblokken ten noorden van het Maximiliaanpark: isolerend karton, verstopte slaapzakken of slapende mensen, elke beschutte stek is een slaapplek.
Op één plek aan de sociale blokken in kwestie slapen de dakloze migranten deze dagen niet meer: onder de vele tientallen meters afdaken van de gebouwsokkels. De grote droge zones waren lange tijd nochtans een van de meest populaire overnachtingsplekken. Vandaag is de hele uitgebreide sokkelzone zorgvuldig afgesloten met een stalen afsluiting.
Terug naar de kleine bidonville onder de Upsitetoren. Een lang leven lijkt die niet meer beschoren. Gemeenteraadslid en buurtbewoonster Bianca Debaets (CD&V) stelde deze week een vraag over de nederzetting op de gemeenteraad van Brussel. Ze wil graag weten wat de Stad zal doen aan de ellendige leefomstandigheden van de bewoners. Burgemeester Close speelt de bal door naar de Haven van Brussel, die eigenaar is van het terrein.
De havenwoordvoerder blijkt op de hoogte van het dossier. “Dat terrein is natuurlijk niet bestemd voor zo’n logements de fortune (noodwoningen),” legt Sylvain Godfroid uit. “Op dit moment hebben we besloten om ze er nog niet weg te halen, we willen te veel verhuisbewegingen tijdens de coronacrisis vermijden. Maar ze kunnen ook niet lang meer blijven.” De metalen afsluiting zal binnenkort dan ook sneuvelen, denkt de woordvoerder. “Zolang mensen zich daar kunnen verschuilen, zullen ze blijven terugkeren.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , transitmigranten , Upsite , Bianca Debaets
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.