Rond Allerheiligen en Allerzielen trekken mensen massaal naar het kerkhof om hun dierbare overledenen te herdenken. Wat gebeurt er met de mensen die op straat of als gevolg van hun periode op straat aan hun einde komen? Jaar na jaar neemt hun aantal toe, maar al te vaak dooft het verhaal achter die mensen te snel uit. Drie portretten om daar verandering in te brengen. Dit is het verhaal van Louis-Jean.
De straatdoden van Brussel: Louis-Jean
Lees ook: Het Collectief Straatdoden
17 juli 2015, een klein appartementje in de Marollen. Louis-Jean wordt er dood teruggevonden. De jaren als dakloze hebben zijn gezondheid zwaar aangetast. De dood van zijn vrouw zeven jaar eerder was een zware klap voor de man, die op de wereld kwam in een gezin met negentien kinderen. Eén moeder, een pak verschillende vaders en geen vaste plek om te wonen. Het gezin slaapt op straat in de Marollen, in de Samaritanessestraat. Alle kinderen van het gezin worden op jonge leeftijd in een instelling geplaatst, behalve Louis-Jean en zijn jongste zus Lizette. Zij blijven bij hun moeder. “Hij was trots op onze moeder, fier op haar dapperheid,” zegt zij. “Hij sprak met genegenheid over de koude winters, toen we met het hele gezin onder auto’s in de buurt sliepen, dicht bij de warme motoren.”
Louis-Jean doolt vijf jaar lang als dakloze rond op straat, vooral in de buurt aan het Zuidstation. Een buurtbewoner die actief is bij de beweging ATD Vierde Wereld brengt hem naar die organisatie. Daar gaan de ogen van Louis-Jean open. “Op dat moment vond Louis-Jean zijn roeping,” vertelt Lizette. “Hij werd een activist voor ATD Vierde Wereld en voor de Volksuniversiteit, waar hij ook mensen leerde lezen en schrijven. In het Nederlands én in het Frans.”
In 1980 trouwt Louis-Jean met Bertha. Samen zetten ze zich blijvend in voor de armen en de daklozen van de wijk. Zelf wonen ze in een klein sociaal appartementje, op enkele passen van het Comité van de Samaritanen, de wijk waar Louis-Jean ook als kind zijn dagen op straat had doorgebracht. “Louis-Jean kon het niet aanzien, de armoede, hoe mensen achterbleven. Hij liet mensen in zijn appartementje slapen, deelde zijn bed, verdeelde elke boterham in tien stukken.”
Louis-Jean is de voortrekker van de Matrassenopstand in 1989. Alle bewoners van de wijk slepen matrassen de straat op, uit protest tegen de hoge huurprijzen en de erbarmelijke staat van hun woningen, waar ze ook nog eens dreigen uitgezet te worden door de gemeente. Het doel wordt bereikt: de politiek komt met geld over de brug met geld voor meer sociale woningen. Wanneer zijn vrouw Bertha in 2008 overlijdt aan de gevolgen van haar suikerziekte, die haar ook al blind had gemaakt, is Louis-Jean helemaal van de kaart. “Hij was nog steeds zo verliefd op haar. Elke avond raakte hij haar foto aan en mompelde hij dat ze te vroeg was vertrokken,” vertelt Lizette. Zijn eigen toestand verslechtert. Tot ook hij in de zomer van vorig jaar overlijdt, zwaar getekend door de jaren op straat.
Het Collectief Straatdoden ijvert ervoor om ook de talloze straatdoden van onze hoofdstad een waardig afscheid te schenken en hun herinnering in leven te houden.
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.