Demografische boom verarmt Brussel
De zevende Welzijnsbarometer van het Brussels Observatorium voor Welzijn en Gezondheid vergelijkt een aantal indicatoren uit 2010 met verschillende cijfers van de voorbije jaren. Daaruit blijkt dat er geen verbetering in zicht is.
Volgens de barometer versie 2011 gaat de grote stijging van de Brusselse bevolking gepaard met een stijgend aantal personen dat in armoede leeft in het gewest. Relatief en absoluut gezien zijn er dus steeds meer armen.Die armoede uit zich op verschillende vlakken: huisvesting, tewerkstelling, scholing en gezondheid."De absolute stijging van het aantal armen begint door te wegen," zegt Sarah Luyten van het Observatorium aan brusselnieuws.be. "We moeten ons voorbereiden op een alsmaar toenemende hulpvraag."
Woningen onbetaalbaar
Een geschikte en betaalbare woning vinden blijft voor veel Brusselaars een probleem. Er is een groot tekort aan sociale woningen. In 2009 bedroeg het aantal huishoudens op de wachtlijst ten opzichte van het aantal sociale woningen 66 procent; in 2010 was dat al 77 procent. Er staan dus bijna evenveel mensen op de wachtlijst als er sociale woningen zijn.
Steeds minder gezinnen kunnen op de privé-markt terecht. Voor de vijf laagste inkomenscategorieën (de helft van de bevolking) is slechts 5 procent van de huurwoningen op de privé-markt nog betaalbaar. In 1997 was dat nog 43 procent. "Daardoor gaat een steeds grotere hap uit de gezinsinkomens naar huur," zegt Luyten. "Bij leefloners is dat niet zelden meer dan de helft. Uitgaven voor bijvoorbeeld gezondheidszorg worden dan snel uitgesteld."
Jongeren
Het aandeel Brusselse jongeren dat de school verlaat zonder diploma blijft met 18 procent een stuk hoger dan in de rest van het land. In combinatie met een arbeidsmarkt die hoge diploma-eisen stelt, levert dat een torenhoge jeugdwerkloosheid op. In Molenbeek ligt die zelfs hoger dan 40 procent. Bijna tien procent van de 18- tot 24-jarigen in Brussel krijgt een leefloon van het OCMW.
"De armoede bij die jongeren is een van de dringendste problemen," zegt Luyten. "Zij beginnen nog maar net aan hun leven: op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt. Maar ze starten meteen met een achterstand. Zeker gezien de omvang van die groep is het belangrijk dat dat probleem snel wordt aangepakt."
Kindersterfte
Kinderarmoede, een typisch stedelijk fenomeen, blijft een belangrijk probleem in Brussel. Een vierde van de Brusselse kinderen leeft in een huishouden waar geen van de ouders aan het werk is. Dat is twee keer zo veel als in het hele land en vier keer zoveel als in Vlaanderen.
Opmerkelijke trend: de kindersterfte in arme gezinnen neemt toe in het gewest. In 2003 werd 0,5 procent van de kinderen in arme gezinnen dood geboren, in 2008 was dat al 0,65 procent. Het risico ligt daarmee 3,2 keer zo hoog als bij niet-arme gezinnen.
Ook de kindersterfte neemt toe. 0,6 procent van de kinderen in gezinnen zonder inkomen uit werk sterft tijdens het eerste levensjaar. Dat risico ligt 1,8 keer zo hoog als in gezinnen met twee inkomens.
Gemeenten
De toenemende armoede is ook voelbaar op gemeentelijk niveau. De vijf rijkste gemeenten - Oudergem, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe - distantiëren zich duidelijk van de rest van het gewest. De vijf armste - Anderlecht, Brussel-stad, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node en Sint-Gillis - gaan er niet op vooruit.
"Daarnaast zien we dat de overige gemeenten, de middengroep, steeds verder opschuiven richting verarming," legt Luyten uit. "Hun armoedecijfers liggen steeds dichter bij die van de arme gemeenten."
Armoedecijfers 2011
Lees meer over: Samenleving , Armoedecijfers 2011
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.