‘Dringend met Franse Gemeenschap afspreken over onderwijs’

De Franse en Vlaamse Gemeenschap moeten dringend afspreken voor welk aandeel van de Brusselse bevolking ze onderwijs willen voorzien. Dat zegt socioloog Rudi Janssens (VUB).

Vorige week bleek dat het plaatstekort in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel nog nooit zo groot was. 1.500 kinderen die zich wilden inschrijven in het kleuter- of lager onderwijs vonden geen plaats. Voor het eerst vonden ook 500 kinderen van Nederlandstalige ouders geen plaats.

VUB-socioloog Rudi Janssens, die in 2009 de Brusselse capaciteitsnoden bestudeerde, is niet verbaasd. “We hadden in 2009 al voorzien dat het uiterlijk in 2015 problematisch zou worden als er geen duizenden plaatsen bijkwamen”, zegt hij aan brusselnieuws.be.

Voor Janssens is het hoofdprobleem dat de Vlaamse en de Franse Gemeenschap geen afspraken maken over het aandeel van de Brusselse kinderen dat ze voor hun rekening willen nemen. “Men speelt het probleem zo’n beetje naar elkaar door. Hopelijk maakt men nu eindelijk werk van afspraken.”

Janssens wijst er ook op dat de visies op capaciteitsuitbreiding in het Nederlandstalig onderwijs ook binnen de gemeenschap verschillen. “Er is een groep die vindt dat het onderwijs in eerste instantie voor kinderen van Nederlandstalige ouders is en een die zegt dat Vlaanderen een veel groter deel van de Brusselaars moet ontvangen op de schoolbanken.”

Vooral de eerste stelling is problematisch, vindt Janssens. “Als de Franse Gemeenschap enkel onderwijs zou aanbieden aan wie Frans als moedertaal heeft, dan valt een flink deel van de Brusselse bevolking uit de boot.”