Economische werkloosheid piekt in België door vertragende economie

De tijdelijke economische werkloosheid bij de Belgische arbeiders is in het derde kwartaal opgelopen tot 0,65 procent van de arbeidsdagen. Met dat niveau staat de economische werkloosheid op het hoogste percentage van de voorbije vier jaar, zo becijferde HR-bedrijf Acerta dinsdag. De oorzaak schuilt in de groeivertraging van de Belgische economie.

Bedrijven kunnen overgaan tot tijdelijke werkloosheid als er een gebrek is aan werk. Een daling van de economie vertaalt zich eerst in een hogere economisch werkloosheid, stelt Acerta. De stijging is weliswaar niet zo verrassend, omdat de economische werkloosheid in 2017 en 2018 naar een historisch dieptepunt zakte. Met 0,65 procent noteert het derde kwartaal hoger dan twaalf maanden eerder (0,5%) en zelfs hoger dan het het derde kwartaal van 2016 (0,6%).

In Vlaanderen klokt het percentage, traditioneel, hoger af, op 0,75 procent. Wallonië noteert 0,69 procent. Door de krapte op de arbeidsmarkt, gaat het in Brussel maar op 0,04 procent van de arbeidsdagen.

"De tijdelijke economische werkloosheid functioneert als een buffer die economische groeischokken opvangt. Maar een airbag is economische werkloosheid niet", waarschuwt directeur van Acerta Consult Dirk Vanderhoydonck in een persbericht. "Als het gebrek aan werk structureel wordt, zal dit niet meer opgelost worden door arbeiders tijdelijk op non-actief te zetten. In dat geval zullen bedrijven overgaan tot ontslag en zal dat leiden tot een stijging van de werkloosheidscijfers." Acerta distilleerde de cijfers uit de gegevens van arbeiders in dienst bij 32.000 private werkgevers.