Quentin Declerck (33) komt uit Schaarbeek. Hij hield zich bezig met marketing en digitale communicatie tot hij de stap zette naar stadslandbouw. Hij teelt microgroenten in de kelders van Kuregem.
Enfant terrible: Quentin Declerck, producent van microgroenten
Microgroenten zijn bij ons nog niet zo bekend. Het is een zeer kleine versie van een groente die in één tot drie weken geteeld wordt. Het zijn geen kiemgroenten: daarbij wordt het zaadje geconsumeerd, bij microgroenten blijven die in het substraat.
Met de geoogste blaadjes en steeltjes kun je een gerecht afwerken of slaatjes samenstellen. Microgroenten hebben veel voordelen: ze zitten vol smaak, brengen kleur en textuur op het bord en ze kunnen tot veertig keer meer voedingsstoffen bevatten dan hun volwassen tegenhangers.
Sinds enkele maanden ben ik in de weer in de kelders van Kuregem. ‘Eclo’ heb ik mijn eenmansproject genoemd, naar het Franse éclosion, dat ‘ontluiken, opbloeien’ betekent. Ik heb nu zeven snelgroeiende soorten: erwten, radijs, rode kool, mosterdsla, rucola, zonnebloem en komkommerkruid.
Ze worden al gebruikt in Brusselse restaurants zoals Le Local en Dolma, en verkocht in enkele zaken, onder meer in de biowinkel Super Monkey in Sint-Gillis. De plantjes zijn fragiel en vragen veel aandacht. De distributie laat ik daarom met plezier over aan de coöperatie Terroirist.
Ik ben blij dat ik in de buren van Le Champignon de Bruxelles, bekend van de shiitake, een competente partner gevonden heb. Binnenkort fuseren we zelfs. We vullen elkaar goed aan: de champignons zijn populair in de herfst en de winter, en de microgroenten passen goed bij warmer weer. Al kan ik gelukkig het hele jaar produceren, binnen onder ledlampen. We doen allebei aan circulaire economie. Ik recupereer de warmte en de CO van de paddenstoelenkweek.
"Ik hoop dat Brussel nog groener wordt"
Ik heb een jaar bij een reclamebureau gewerkt en vijf jaar de digitale communicatie verzorgd van de Brailleliga. Het was tijd voor iets nieuws. Ik heb een opleiding stadslandbouw gevolgd in Gembloux en ben vervolgens voor een jaar naar Montréal vertrokken. Ik was zo gemotiveerd. Uiteindelijk heb ik er dankzij de steun van Eric Duchemin van het Laboratoire sur l’agriculture urbaine zes maanden in de serre van de universiteit geëxperimenteerd met microgroenten. Ik verkocht de oogst aan de professoren onder de noemer Coup d’Pousse.
Stadslandbouw boeit me enorm. Het past bij mijn overtuiging dat we in de stad gezonde voeding kunnen produceren met een beperkte milieu-impact. Mijn teelt neemt weinig plaats in, heeft weinig energie nodig en kent een snelle cyclus. Ja, ik voel me een echte stadsboer. Ik wil er graag een economisch rendabel project van maken. Ik zie de omvang van mijn productie en het aantal variëteiten nog serieus toenemen.
Mijn familie en vrienden staan achter me. Ze begrijpen dat ik mijn passie volg en weinig tijd voor iets anders heb, ook niet voor muurklimmen, mijn favoriete sport. En als het echt nodig is: on bosse ensemble. In augustus word ik voor het eerst papa. Het wordt dus sowieso een druk jaar voor mij en mijn vriendin.
Ik ben opgegroeid in een sociale woning in Sint-Lambrechts-Woluwe. Nu woon ik in Schaarbeek, in zo’n typisch Brussels herenhuis met hoge plafonds. Er komen in de buurt de laatste tijd heel wat toffe bars en restaurants bij. Ça bouge! Het is vrij groen dankzij het Josaphatpark en het is goed bereikbaar met het openbaar vervoer, zodat ik geen eigen auto nodig heb. Ik hoop dat Brussel een nog groenere stad wordt. Mijn grootste ergernis is de plek die de auto hier nog altijd opeist.
Lees meer over: Anderlecht , Samenleving , microgroenten , kelders van Kuregem
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.