Eind augustus kwam Osmar Silva om het leven op een Oost-Vlaamse bouwwerf. De bouwvakker, een Braziliaan zonder verblijfsrecht, woonde in Anderlecht met zijn vrouw en twee kinderen. Sinds zijn dood heeft het gezin geen inkomen meer. Zijn vrouw is de wanhoop nabij. "Ik wil werken, mijn kinderen willen studeren. Maar zonder papieren, is het alsof je niet bestaat."
| Dochter Caroline (19) naast haar broer Lorenzo (7) en moeder Simone (43)
Simone (43) glimlacht wanneer we haar appartement vlakbij het Zuidstation betreden. Bijna twee jaar geleden kwam ze uit Brazilië met haar man Osmar (55) en hun twee kinderen Carole (19) en Lorenzo (7) aan in België. Al vrij snel kon haar man aan de slag als bouwvakker voor een Belgisch-Portugees bedrijf uit Kortenaken. Het gezin huurde een appartement in Anderlecht en stelde het relatief goed, tot 21 augustus dit jaar.
Op een bouwwerf in het Oost-Vlaamse Moerbeke viel Osmar zes meter naar beneden door een smalle schacht. De man overleefde de val niet. "Zijn baas zat in het buitenland. Twee dagen na zijn dood kwam hij me thuis bezoeken. Het eerste wat hij me vertelde was: als de politie het vraagt, moet je zeggen dat het de eerste werkdag was", vertelt Simone. "Als je dat doet, kan ik je meer hulp aanbieden, zei hij."
Osmar werkte al een jaar voor het bedrijf en het was zijn tweede dag op die werf. Simone: "Ik probeerde hem vaak te bellen wanneer hij aan het werk was, omdat ik me zorgen maakte. De dag voordien had hij me al verteld dat hij een slecht gevoel had over de veiligheid op de werf."
'Geen steun zonder papieren'
Osmars werkgever betaalde het loon uit voor de uren die hij tot zijn dood had gewerkt en bood Simone 1.000 euro extra aan. "Meer had ik niet. Ik vroeg zijn baas hoe ik daarmee de begrafenis van mijn man moest betalen, maar hij zei dat hij alle hulp had gegeven die hij kon bieden", zegt Simone.
Om de begrafenis te kunnen betalen, moest Simone rekenen op de hulp van andere Brazilianen in Brussel. Ook nu overleven Simone en haar kinderen dankzij giften van buurtbewoners en kennissen. Ze klopte aan bij het OCMW van Anderlecht voor voedselhulp, maar dat werd geweigerd. "Ik kreeg er te horen dat ik alleen steun kan krijgen als ik papieren heb." Een medische kaart voor dringende medische hulp kreeg ze wel nog maar net van het OCMW. Daar heeft ze ook zonder wettig verblijfsstatuut recht op.
"Mijn man was de enige in het gezin met een inkomen. Nu verkoopt mijn dochter Braziliaanse zoetigheden tijdens het weekend. Mensen komen ons eten geven en geld om de huur te betalen. Dit is hoe we overleven", gaat Simone verder. Haar zoon gaat naar school in Elsene en haar dochter droomt ervan om verpleegster te worden. "Ik wil werken, mijn kinderen willen studeren. Maar zonder papieren is het alsof je niet bestaat."
'Arbeidsrechten, ook zonder papieren'
Het verhaal van Simone over het dodelijke arbeidsongeval van haar man Osmar is geen alleenstaand geval, weet men bij Fairwork Belgium. De organisatie die werd opgericht onder de naam Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten (OR.C.A.) verdedigt de rechten van werknemers zonder verblijfsrecht. "We hebben bijna twee dossiers per maand van mensen die een werfongeval hebben, maar niet iedereen zal ons vinden. Af en toe is er ook een dodelijk arbeidsongeval bij", vertelt coördinator van Fairwork Belgium Jan Knockaert. "Kunnen bewijzen dat iemand daar gewerkt heeft is vaak het grootste probleem. Maar in dit geval zal dat niet moeilijk zijn, want de ziekenwagen en zelfs de politie is ter plaatse geweest."
De case van Osmar is niet het meest schrijnende geval dat behandeld wordt door Fairwork, klinkt het. Zo had zijn werkgever een arbeidsongevallenverzekering en heeft hij het arbeidsongeval ook aangegeven. "Werknemers zonder verblijfsrecht hebben ook arbeidsrechten. In dit geval zal exact hetzelfde moeten worden uitbetaald aan dat gezin als wanneer u of ik in deze situatie zou belanden", legt Knockaert uit. Maar het dossier is nog niet afgesloten en kan nog even aanslepen.
De periode tussen het arbeidsongeval en de tussenkomst van de verzekeraar - al dan niet gedwongen door de rechtbank - overbruggen is moeilijk, want steunmechanismen zijn er niet. "Een mooi wetsvoorstel in de verblijfswetgeving zou zijn om in zulke gevallen op zijn minst een tijdelijk verblijf toe te kennen tot de zaak geregeld is, zodat die persoon op zijn minst kan overleven."
Precariteit
Van alle mensen zonder papieren schat Knockaert dat zeventig tot tachtig procent aan de slag is op de informele arbeidsmarkt. "Mensen zonder wettig verblijfsrecht hebben vijf manieren om een inkomen te genereren: terugvallen op de familie, kennissen of verenigingen, maar dat blijft niet duren; bedelen, criminaliteit, sekswerk of zwartwerk." De lonen liggen doorgaans ver onder het minimumloon, al zijn er grote verschillen naargelang de sector, maar ook volgens de herkomst van de werknemer.
Knockaert: "Er zit duidelijk racisme in de informele arbeidsmarkt. Een Oekraïense stukadoor kan twaalf tot dertien euro per uur verdienen, bijna het minimumloon in de bouwsector. Mensen uit de Maghreb verdienen eerder tussen vijf en negen euro per uur, terwijl mensen van Sub-Saharaanse afkomst soms voor twintig euro per dag werken."
En dan zijn er nog mensen die niet betaald worden of zelfs betalen om te kunnen werken. "De werkgever zegt dan dat hij de papieren zal regelen in ruil voor een bedrag van bijvoorbeeld vijfhonderd of duizend euro, wat natuurlijk onzin is. Men kan niet geregulariseerd worden via werk."
Naast lagere lonen krijgen werknemers zonder papieren vaker te maken met onveilige werkomstandigheden. Of dat een rol gespeeld heeft in de dood van Osmar, is nog niet helemaal duidelijk. Het onderzoek van de arbeidsauditeur loopt nog. "Het hangt af van werkgever tot werkgever", zegt Knockaert, "maar jammer genoeg merken we dat werkgevers die mensen zonder wettig verblijfsrecht tewerkstellen, ook werkgevers zijn die het niet zo nauw nemen met veiligheidsvoorschriften. Gezien de precariteit waarin zij leven, zullen die werknemers vaker risico's aanvaarden."
Corona-effect: 'Meer uitbuiting'
De precariteit waarin werknemers zonder verblijfsrecht in verkeren, is sinds het begin van de coronacrisis toegenomen. Tijdens de eerste lockdown kwamen er bij Fairwork Belgium meer oproepen binnen van mensen die geen job meer hadden, en dus ook geen geld meer voor een onderdak of voeding.
"Mensen die al jaren zonder papieren voldoende inkomen hadden, hadden plots niets meer", vertelt de coördinator van Fairwork. "De armoede was al groot bij mensen zonder wettig verblijf, en ging toen door het dak."
Na de eerste coronagolf merkte de organisatie een stijging op van het aantal mensen die klacht wilden indienen. "Maar tijdens de tweede golf begonnen die mensen ons terug te bellen om ons te vertellen dat ze toch geen klacht willen indienen. Ze gingen op zoek naar een andere job en merkten dat er niets anders is", zegt Knockaert.
"Dan denken ze: 'Ik werk liever bij een werkgever die me uitbuit en me op het einde van de maand maar tweehonderd euro geeft in plaats van de beloofde duizend euro. Dat is beter dan niets.' Je voelt dat de uitbuiting naar een grotere schaal wordt getild. Betalingen worden sporadischer en langer uitgesteld dan voordien. En het was hiervoor al dramatisch."
Lees meer over: Anderlecht , Samenleving , sans-papiers , mensen zonder papieren
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.