G1000-man: 'Onze democratie kweekt fatalisme'

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
31/10/2012
Op 11 november is het een jaar geleden dat de 'G1000' van auteur David Van Reybrouck onder veel mediabelangstelling plaatsvond op Thurn &Taxis. Een jaar later is het stil rond die volksvergadering, maar de G1000 is niet dood, zegt Didier Caluwaerts, die het project brandstof leverde. "Democratie is meer dan gaan stemmen."

I n zijn doctoraat onderzocht Didier Caluwaerts hoe gewone burgers met zeer uiteenlopende opvattingen over de Belgische politiek toch tot oplossingen kunnen komen en elkaars mening toch kunnen blijven respecteren. Een volksvergadering in minivorm, met andere woorden, die Caluwaerts zelf omschrijft als 'deliberatieve democratie'. Schrijver David Van Reybrouck (bekend van onder meer 'Congo', red.) was geïnteresseerd. En dus werd het onderzoek in het groot nagedaan op Thurn&Taxis, nu een jaar geleden. Op resultaten is het nog altijd wachten.

Caluwaerts zelf woont nu tijdelijk in Amsterdam. "De G1000 is niet dood, integendeel," zegt hij van uit het noorden.

Vanwaar uw interesse in nieuwe vormen van democratie?
Didier Caluwaerts: "De bestaande kennis over 'nieuwe vormen van democratie' was nogal abstract en filosofisch. Voor ik met mijn doctoraat begon was er in België nauwelijks onderzoek over. Het jaar 2010 - in volle onderhandelingscrisis voor de vorming van een federale regering - was een geschikt jaar om daar verandering in te brengen. België was diep verdeeld, het terrein onbeslagen."

"En dus selecteerde ik met behulp van een onderzoeksbureau negentig mensen - Vlamingen, Walen en Brusselaars - met heel uiteenlopende meningen over complexe samenlevingsproblemen als BHV, de sociale zekerheid, enzovoort. De meeste mensen waren van bij het begin heel enthousiast. En anders dan je zou denken waren ze ook bereid om hun opinies te herzien, om zich te laten overtuigen van het tegendeel van hun mening."

Dat strookt niet met sociologische theorieën die ons vertellen dat mensen zelden van standpunt veranderen en alles aanwenden om hun mening te bevestigen.
Caluwaerts: "Inderdaad. Wat vooral opviel tijdens de debatten van mijn onderzoek was dat mensen vooral niet zo goed geïnformeerd zijn omdat ze zelf niet veel moeite doen. Ze vormen hun mening op een paar nieuwsfeiten en daar wijken ze niet meer van af. Tenzij je ze samen zet, en mensen confronteert met andere gezichtspunten. Dat leidt tot wederzijds begrip. Als je mensen maar uit hun comfortzone haalt, zijn ze eigenlijk heel erg bereid zich rationeel te laten overhalen."

"Een voorbeeld uit mijn doctoraat: een Franstalige vrouw die niet overtuigd was van het nut van een federale kieskring. De rest van de groep was dat wel, in uiteenlopende mate, en om verschillende redenen. Op het einde van het proces bekende die vrouw dat haar mening aanvankelijk onwrikbaar was, maar dat zij rationeel overtuigd was omdat de anderen betere argumenten hadden. Dat zie je vaak bij deliberatieve democratie: de macht van het betere argument. Je moet als onderzoeker dan gewoon zachtjes modereren, en de groep vooral laten praten. Want hoe je het ook probeert, beladen thema's als BHV of een federale kieskring neutraal houden, dat lukt niet. Dat doen de mensen uiteindelijk zelf bij consensus."

Natuurlijk zijn er culturele verschillen tussen Vlamingen en Franstaligen, waardoor er erg uiteenlopende visies zijn. Merkte u daar iets van?
Caluwaerts: "Franstaligen zijn in hoofdzaak voor een federale kieskring, bijvoorbeeld, om België te redden, terwijl Vlamingen zo'n kieskring eerder nuttig zouden vinden om bestuurskundige redenen: zo maak je politici van aan de andere kant van de taalgrens ook verantwoordelijk voor de andere gemeenschap. Ik zou dat trouwens niet zozeer een cultureel verschil noemen, maar een resultaat van verschillende vorming door de media. De media zijn soms te eenzijdig in hun informatie, vooral als die informatie van de andere kant van de taalgrens komt."

U zegt dat België diep verdeeld was in 2008, en dat nu nog altijd is. Hoe los je dat dan concreet op met 'deliberatieve democratie'?
Caluwaerts: "Mensen willen gewoon betrokken worden bij besluitvorming. Nu leeft het gevoel bij de bevolking dat ze alleen goed zijn om om de zoveel jaar te stemmen, en niet meer dan dat. Dan kweek je vanzelf fatalisme in de zin van 'mijn stem telt toch niet echt, wat maakt het dus uit'. Nee! Het volk wil er aan te pas komen. Zeker in België, waar het gevoel leeft dat er wel democratie is, maar dan alleen van en voor de elite. Ik zeg niet dat je mensen onmiddellijk verantwoordelijk moet maken voor alle grote thema's, maar begin al eens bij het lokale niveau, waar zeer werkbare en duidelijke problemen opgelost dienen te worden. Een straat die moet heraangelegd worden, bijvoorbeeld."

"Kijk, sinds de jaren 1990 is hier een kloof ontstaan tussen publiek en politiek. Dat komt deels door de ontzuiling. De traditionele zuilen waren zelf bastions die zeer hiërarchisch te werk gingen, met kaderfiguren, middenkader, en onderaan de gewone mensen. Maar die voormalige zuilorganisaties zijn nu ook op zoek naar nieuwe manieren om met hun basis om te gaan. Ook daar zijn de thema's direct en duidelijk, en kan dialoog en deliberatie tot betere resultaten leiden."

Goed, maar als je mensen alleen inspraak geeft op een laag niveau, dan blijft het gevoel dat de hogere beslissingen toch onherroepelijk door een elite worden genomen.
Caluwaerts: "Grote thema's zijn dan ook erg complex. Ik ga er wel mee akkoord dat je mensen moet betrekken bij de grote thema's, maar de mate waarin hangt af van het bestuurlijke niveau. Vlaanderen is bijvoorbeeld klaar voor meer volksraadplegingen, het federale Belgische niveau minder. Dat komt omdat Vlaanderen minder verdeeld is dan het federale niveau, maar evenzeer omdat de bestuurscultuur er anders is. Eerder Nederlands."

In IJsland is gebleken dat het volk zelfs een nieuwe grondwet kan schrijven. Van een groot thema gesproken.
Caluwaerts: "IJsland is dan ook een erg homogene samenleving. Ze zijn maar met 300.000. Bovendien was er een kritisch moment: in 2008 is de helft van hun financiële sector in elkaar gestuikt. En natuurlijk was er ook een deel opportunisme van de politieke klasse mee gemoeid: als we nu niet naar het volk luisteren, worden we binnenkort niet verkozen. Tja."

Homogeniteit, u zegt het. En dan is er een stad als Brussel waar de bevolking uiterst divers is. Dat gaf tijdens de jongste verkiezingen problemen: in sommige gemeenten heeft twintig procent van de kiezers niet gestemd. Als dat zo doorgaat zullen de lokale besturen aan legitimiteit inboeten. Hoe pak je dat aan?
Caluwaerts: "Goeie vraag (lacht)."

"Laat het mij met een anekdote proberen. Ik heb een Amerikaanse vriend in Brussel die heel erg in onze democratie is geïnteresseerd, maar zelf zegt nooit te zullen stemmen zolang die democratie zich beperkt tot alleen maar stemmen. Politiek is voor hem meer dan dat. Waar hij zich bijvoorbeeld wel voor wil engageren, is voor zogenaamde townhall meetings naar Amerikaans model, waar er over zaken die de burger aanbelangt openlijk wordt gediscussieerd en waar hij zijn ei kwijt kan. In New York werkt dat, dus waarom niet in Brussel?"

Begin er maar eens aan, in een meertalige stad.
Caluwaerts: "Juist. En een democratie met simultaanvertaling is praktisch gezien ook niet je dat, want elk voorstel wordt dan door de andere taalgroep met twee seconden vertraging gehoord. Een overvloed aan meningen. Maar toch zullen de democratische problemen van de toekomst in die zin moeten worden opgelost: rationeel en technisch."

Kan er niet gewoon een stap terug worden gezet? Een terugschroeving van het stemrecht voor niet-Belgen, bijvoorbeeld? Dat is toch ook een rationele optie.
Caluwaerts: "Dat zou ingaan tegen de richting van de geschiedenis, vrees ik. In het beste geval zou dit thema aan de bevolking moeten worden voorgelegd."

Hoe is het de G1000 nog vergaan, het experiment van de nieuwe democratie waarover we al een tijdje niets meer hebben gehoord?
Caluwaerts: "De G1000 werd na afloop opgedeeld in een zogenaamde G32, een selectie van burgers die vorig jaar in november aan de burgertop deelnamen. Die G32 heeft zich drie weekends gebogen over het thema dat zij zelf het belangrijkste vond uit de G1000, namelijk 'werkgelegenheid'. Want daar liggen de mensen dus wakker van, en dat zien ze als noodzakelijke voorwaarde om het over de sociale zekerheid en migratie te kunnen hebben."

"Meer kan ik nog niet zeggen over de uiteindelijke afloop. Maar we hebben onze stempel wel al gedrukt: het was het grootste evenement in zijn soort dat ooit heeft plaatsgevonden in dit land, misschien wel in de wereld, en er zijn verschillende middenveldgroeperingen, ja zelfs politieke partijen die zeer geïnteresseerd zijn in de nieuwe manier van democratie. Die verandering is het voornaamste."
_______________________________________________________________

Wie is Didier Caluwaerts?

Didier Caluwaerts (1983) is postdoctoraal onderzoeker van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) aan de Vrije Universiteit Brussel, en tijdelijk als gastonderzoeker verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn doctoraatsonderzoek handelt over 'deliberatieve democratie' en democratische vernieuwing en verschijnt volgende maand bij Peter Lang Publishers. Voor zijn werk mocht hij onlangs de Jean Blondel-prijs ontvangen, die jaarlijks wordt toegekend aan het beste Europese doctoraat in de politieke wetenschappen. Hoewel Caluwaerts de G1000 mogelijk maakte met zijn onderzoek, verkoos hij om grotendeels uit de media te blijven. Binnenkort vertrekt hij naar de Amerikaanse universiteit Harvard.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni