Greenpeace verwelkomt onderhandelaars met verbrandingsmotor

Milieuorganisatie Greenpeace heeft de onderhandelaars voor de nieuwe Brusselse Gewestregering maandagmiddag opgewacht met een cadeau: een verbrandingsmotor, omgetoverd tot museumstuk. De milieuorganisatie pleit ervoor om van Brussel een voorbeeldstad te maken die resoluut kiest voor een sociale en klimaatvriendelijke mobiliteit, zonder auto's op fossiele brandstoffen. Concreet vragen ze een rijverbod voor dieselwagens vanaf 2025 en benzinewagens vanaf 2030.

"Deze verbrandingsmotor als museumstuk staat symbool voor de achterhaalde auto-mobiliteit en voor het einde van de fossiele diesel- en benzineauto's. Onze hoofdstad staat voor een kruispunt. Het nieuwe regeerakkoord moet van Brussel een stad maken die - zoals steeds meer steden - niet langer kiest voor een mobiliteit op maat van auto's, maar wel op maat van mensen én het klimaat. De nieuwe hittegolf kan de onderhandelaars eraan herinneren dat de klimaatopwarming niet wacht, en ambitieus beleid vereist in deze legislatuur", zei woordvoerder Joeri Thijs.

De vorige Brusselse Gewestregering kondigde een verbod op dieselwagens aan vanaf 2030 ten laatste, maar Greenpeace roept de nieuwe bestuursploeg op om nog meer ambitie te tonen. De milieuorganisatie wijst op de klimaaturgentie en de gezondheidsimpact van luchtvervuiling als redenen om dezelfde ambitie te tonen, maar dringt ook aan op sociale begeleidende maatregelen.

"Wij bepleiten een fonds voor massale investeringen in alternatieven voor de auto, gerichte sociale subsidies voor de aankoop van elektrische deelwagens of fietsen, en compensaties voor het inleveren van een nummerplaat. Ook de autofabrikanten moeten stevig aan dit fonds bijdragen, zoals in Duitsland. Zij dragen immers een grote schuld in de problemen met luchtvervuiling en klimaatopwarming", besloot Thijs.