Het rijk der lichten van Michel Draguet
Lees ook: Dalkia-schadedossier 'en cours'
De mot zit niet alleen in Jan Fabres oeuvre. Al een jaar wacht Michel Draguet (47) als directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) op de kans om aan het hoofd te komen van de vier afdelingen van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG). Daar cumuleert hij sinds de zomer 2010 een directeursfunctie ad interim. De tweestrijd met kandidaat Constantin Chariot kan niet beslecht worden zolang er geen nieuwe regering is. Ondertussen blijft Draguet onverstoorbaar grootse plannen tekenen en nieuwe samenwerkingen uitzetten.
Vindt u dat uittredend federaal minister van Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle (MR) het benoemingsdossier blokkeert?
Michel Draguet: "Neen, in lopende zaken moet ze de regels van de procedure tot aanstelling volgen. Alle musea moeten wachten tot er een regering komt voor een benoeming. Een voorlopig mandaat zou wel kunnen. Mijn visie (oprichting van een Kunstpool, red.) is genoegzaam bekend. Als de nieuwe minister vindt dat dit geen optie is, dan kom ik terug naar de KMSK en vergeet ik het project."
Legt u het concept 'Kunstpool' nog eens uit in enkele zinnen.
Draguet: "In de 21ste eeuw zijn begrippen als 'museum voor oude en moderne kunst' en 'museum voor kunst en geschiedenis' totaal achterhaald. Wij hebben een collectie die niet te betitelen valt als 'alle' moderne kunst, noch als dit of dat. Het concept van Pôle Art of Kunstpool - een koepelstructuur - draait niet louter om een economisch plan, maar ook rond collecties bijeenbrengen om nieuwe verhalen te vertellen. Daarbij komt dat één pool veel geld bespaart. De drie instellingen (KMKG, KMSK en KIK of Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium, red.) werken met drie algemeen directeurs, drie ondersteunende directeurs, dertien operationele directies. Er kan efficiënter gewerkt worden én bespaard met één algemeen directeur, twee ondersteunende en drie operationele directies. We zijn geen Mexicaans leger vol generaals."
Gaat u het model van het Magritte Museum overal kopiëren?
Draguet: "Het komt erop aan nieuwe structuren aan onze musea te geven. Toeristen weten niet wat we in huis hebben. Onze topcollecties moeten een duidelijkere naam krijgen om aan te slaan. Ik denk aan iets als 'The Flemish Heritage', wat zou beginnen met de Bourgondische bibliotheek, en alle meesterwerken verenigt van miniaturen, sculptuur en schilderkunst tot wandtapijten. Zowel het Museum voor Oude Kunst als het Jubelparkmuseum kan hier meer uithalen. Samen. Zolang Anne Cahen directeur was in het Jubelpark, viel daar niet over te onderhandelen."
Hoe staat het met de 'optie' Dexia Art-gebouw in de Schild-knaapstraat als extra ruimte?
Draguet: "De deal tussen Dexia en Brussel-Stad is ongeveer rond. De Munt wil een ruimte voor repetities van het koor. Mij interesseert het om in de rest van het gebouw de collecties moderne kunst onder te brengen. In afwachting van een museum in een nieuw gebouw. Nieuwbouw blijft hét doel. (Het project van begin jaren 1990 om op de Kunstberg tegenover het MIM een glazen huis te bouwen, werd onder meer door denktank Arau gekelderd, red.) Het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen is een perfect signaal geweest voor een stad. Nu is het aan Brussel."
Lukt het om minder afhankelijk te zijn van subsidies?
Draguet: "Met wat de overheid ons biedt, doen we alsmaar minder. We zouden lessen moeten trekken uit wat de Britse musea overkomt. Zij moeten gratis toegankelijk zijn, en daardoor hebben ze minder geld voor wetenschappelijk onderzoek, sociale en publieksprojecten. Sowieso kunnen wij ons al niet meten met de grote musea in Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland. Vandaar dat de tijd dringt om te vernieuwen. Door partnerschappen met de Stad en door citymarketing moet een groter publieksbereik mogelijk zijn."
Welk aankoopbudget krijgt u voor nieuwe kunst?
Draguet: "Daar is geen overheids-enveloppe voor. We moeten het stellen met het geld van activiteiten. Alleen meer bezoekers leidt tot meer inkomsten. De unieke correspondentie van Magritte met de Amerikaanse galeriehouder Alexander Iolas (geschat op 250.000 dollar voor de veiling bij Sotheby's op 17 juni, red.) interesseert ons. We hopen dat de Koning Boudewijnstichting het geld op tafel helpt te brengen. Anders vrees ik dat deze brievencollectie naar een fanatieke collectioneur gaat, die alles verbergt. Om meer dan dit wetenschappelijk interessant studiemateriaal durf ik niet te smeken. Want voor aankoop van een doek vinden we zeker nergens geld."
Moet u dan lijdzaam toezien hoe uw moderne kunstverzameling niet uitbreidt?
Draguet: "Er is nu eenmaal geen budget voor, al niet meer sinds de jaren 1990. Ik heb één werk gekocht van Thierry De Cordier (1954) en één van Luc Tuymans (1958). Dat we hedendaagse kunst minder kunnen opvolgen - wat nog wel kon in de jaren 1960, 1970 en 1980 -, heeft alles te maken met de hervorming van de Belgische staat. De verdeling van de bevoegdheid Cultuur onder de gemeenschappen heeft tot een vertraging en terugval geleid in de aankoopmogelijkheden. De Fédération Wallonie-Bruxelles wil nog een partner zijn, maar de Vlaamse Gemeenschap weigert elke vorm van steun, zelfs aan tentoonstellingen. Hun excuus is dat ze niets te schenken hebben aan een federale instelling. De federale regering moet ons nu maar zeggen hoe we verder te werk moeten gaan."
Het is toch bizar dat het openbaar kunstbezit niet representatief is voor alle kunstperiodes?
Draguet: "Vandaar mijn project om het Museum voor Moderne Kunst te vernieuwen door een 'fonds' op te richten binnen de KMSK. Eén conservator zal voor dit fonds instaan, in partnerschap met privéverzamelaars en derden die onze instelling ondersteunen."
Bezorgen de protestacties 'Museum zonder museum', tegen de sluiting van de afdeling moderne kunst, u geen kiespijn?
Draguet: "Iedereen vergeet onze geschiedenis. In de jaren 1960 bestond een project - over de waarde ervan spreek ik me niet uit - om een nieuw museum voor moderne kunst te bouwen. Begin jaren 1970 werd er ruim gereageerd door mensen die beweerden dat hedendaagse kunst niet tot het patrimonium behoorde. Ze hebben het bouwproject toen onthoofd, en het beperkt tot een 'putafdeling' van -2 tot -8 op het Museumplein. Toen het in 1988 openging, organiseerden vele kunstenaars een happening rond 'de dood van de moderne kunst'. Ik was ook niet overtuigd van dit museum. Het is geen volwaardig museum voor moderne kunst, en zelfs enkel een museum voor 'moderne kunst in België'. Ruim twintig jaar later heeft de put veiligheidsproblemen. En hoeveel keuzes heb ik? Ook de negentiende-eeuwse kunst moest verhuizen."
Waarom legt u de focus eerst op een Fin-de-sièclemuseum?
Draguet: "Omdat er veel partners in de stad zijn om die periode mee in de verf te zetten. Beginnend met de wandelparcours langs art-nouveauhuizen, een topattractie voor Brussel. Brussel heeft stedenbouwkundig amper iets interessants te bieden van na de Tweede Wereldoorlog. De slechte ervaringen in stadsontwikkeling, lang gefocust op transport en administratieve gebouwen, hebben de negatieve term verbrusselen gevoed. Als we een signaal willen geven om moderne en hedendaagse kunst samen een gezicht te geven, dan heeft de hoofdstad van Europa daarvoor een etalage nodig: een nieuwbouw."
Wanneer ziet u dat nieuwe museum verrijzen?
Draguet: "Alles vraagt tijd. Er moet eerst een wedstrijd voor grote architecten komen. Kijk naar de situatie in Lens (daar, in Noord-Frankrijk, komt een nieuwbouw-dependance van het Louvre, red.), toch ongeveer the middle of nowhere. En Metz met zijn nieuwe museum: een stad die men al het kruispunt van Europa durft te noemen, terwijl dit duidelijk Brussel blijft en nergens anders."
"Minister Laruelle vindt het nieuwbouwproject positief, al kan zij vandaag niets doen, want ze is ontslagnemend. En zeg me eens welke minister ons zijn American Express leent? Ik geloof dat bij privépartners gemakkelijker geld te vinden is voor een project rond moderne en actuele kunst dan rond negentiende-eeuwse of oude meesters. Ons volwaardige partnerschap met Brussel-Stad en het Brussels Gewest heeft ertoe geleid dat er een aantal plaatsen 'afgetast' worden (Beursgebouw, Dexia Art Center, Congrespaleis, red.). Maar mijn voorkeur blijft uitgaan naar het Jubelpark."
Een nieuwbouw in het Jubelpark?
Draguet: "Moet kunnen. De plek bij de omgekeerde krater ('la trémie') waar de Wetstraat-tunnel even in het park bovengronds komt, zou perfect zijn voor een modern ontwerp. Het zou het verkeer ondergronds houden en aan diverse functies tegemoetkomen. De site is bovendien prachtig gelegen, naast het Legermuseum, de KMKG en het KIK. Voor mij is deze locatie een prioriteit, net als dit museum dag in, dag uit mijn prioriteit is. Het wordt een museum voor kunst van 1914 tot 2014, 2015, en verder. Ik bestudeer dagelijks alle mogelijkheden en ontmoet mensen die me erbij willen helpen."
Zou u de protestvoerders niet mee voor die kar spannen?
Draguet: "Dat heb ik geprobeerd. Hun antwoord was simplistisch: eerst een nieuw museum, en dan pas de afdeling sluiten. Sinds 2006 strijd ik al voor die optie, eerst met het Dexia Art Center. Maar de toon van de politici was: 'Waarom creëert u een probleem voor moderne kunst? U heeft toch een museum!' Wel, nu is er pas een echt probleem."
Denkt u dat de acties tegen de sluiting uw visie ontkennen?
Draguet: "Men joelt over de naam Museum voor Moderne Kunst, maar ziet de inhoud van de werking niet. Laat staan of de naam museum de lading dekt, zoals Pol Bury in 1988 terecht schreef door een lijst te maken van alle kunstenaars die niet vertegenwoordigd zijn. Al sinds 2006 tonen we in de Patio moderne werken in het rotatieproject 'De keuze van de conservator'. Dat loopt nog. Vijftig, en in september zelfs tachtig werken tonen: dat is niet min. Er zullen ook tijdelijke oplossingen volgen, zoals Cadavre exquis, een soort verhaalexposities met een selectie van moderne kunst door mensen als Paul Dujardin.
Trouwens, hoeveel betogers doken er de afgelopen weken nog op? Dertig? Daartussen zitten zelfs oud-personeelsleden die hun persoonlijke probleem met onze instelling ventileren. En een van de actieve initiatiefnemers van de kritiek is iemand die een topwerk van Broodthaers bezat. Wel, hij heeft het verkocht zonder een voorstel aan ons Museum voor Moderne Kunst te doen."
De federale culturele instellingen
Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws , De federale culturele instellingen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.