Het Brusselse vicariaat reageert misnoegd op de plannen van de Brusselse regering om de financiering van de kerkfabrieken terug te schroeven. “Dit is een symbolenstrijd,” zegt hulpbisschop Jean Kockerols.
Hulpbisschop: 'Minder geld voor kerkfabrieken is een symbolenstrijd'
De Brusselse regering zet de kerkfabrieken op dieet. Zo titelt Le Soir vandaag.
Het is al langer een doorn in het oog van (sommige vrijzinnige) gemeentebesturen dat zij moeten opdraaien voor de tekorten op de begrotingen van de kerkfabrieken. Dat zijn de beheerders van de kerkgebouwen. Die bijpassing is nochtans verplicht. Het is vastgegelegd in de Napoleontische code.
De gewestregering heeft nu een voorontwerp klaar om die oude wet aan te passen. De lokale besturen zouden volgens Le Soir nog slechts 30 procent van de tekorten moeten terugbetalen, in plaats van de volle 100 procent. Tegelijk moeten de kerkfabrieken beter aantonen dat ze geen andere inkomsten hebben - zoals legaten of vastgoedopbrensten - waarmee de kas gespijsd wordt. De wet ligt voor advies bij de raad van state.
'Betreurenswaardig'
Brussels hulpbisschop Jean Kockerols heeft het wetsontwerp nog niet gezien, maar wil niettemin reageren “op basis van de elementen die in het artikel in Le Soir staan”. Hij stipt ten eerste aan dat de betoelaging van de lokale besturen aan de kerkfabrieken goed zijn voor maximaal 0,2 procent van de gemeentelijke budgetten. In Brussel-Stad belopen de kerkelijke investeringen zelfs slechts 0,1 procent van het totaalbudget.
“De kosten die de kerkfabrieken maken, dienen inderdaad om de erediensten in Brussel mogelijk te maken”, zegt woordvoerster Hellen Mardaga van het vicariaat. "Maar ze dienen net goed het patrimoniaal belang." Met andere woorden: een opgeknapte kerk is goed voor alle Brusselaars. “Zeker als het om een beschermde kerk gaat”, aldus Mardaga.
Tot slot betwist hulpbisschop Kockerols de bewering in het artikel in Le Soir dat de kerkfabrieken over niet voldoende competentie zouden beschikken om alle finesses van de publieke financiering te doorgronden. “Dat is een betreurenswaardige uitspraak,” zegt Kockerols, die hier graag tekst en uitleg over wil. “De kerkfabrieken tellen 500 vrijwilligers die, zeer loyaal en nauwgezet, complex werk verzetten.”
Als de regering iets wil veranderen, dan moet dat in samenspraak gebeuren met de kerkfabrieken, zo klinkt het nog.
Lees meer over: Samenleving , Jean Kockerols , kerkfabriek , vrijzinnigheid , lokale besturen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.