Indische stewardess nog op zoek naar haar redder bij aanslag in Zaventem

De Indiase stewardess Nidhi Chaphekar (44), bekend van de iconische foto van vlak na de aanslag op Zaventem, is nog steeds op zoek naar haar redder. Dat heeft ze zondagavond verteld in het programma Make Belgium Great Again op VTM. “Deze man is de enige die ik nog niet heb teruggevonden. Ik wil al mijn redders bedanken, want zonder hen had ik het niet overleefd.”

Op 22 maart 2016 raakte Nidhi Chaphekar zwaargewond bij de aanslagen in Zaventem. De iconische foto, waarop ze te zien is in haar gele uniformjasje, ging nadien de wereld rond. Dat ze het overleefd heeft, dankt ze naar eigen zeggen aan één man. Hij loodste haar door het moeilijkste uur van haar leven, maar van deze man ontbreekt nog steeds elk spoor.

VTM probeerde al eerder de man, die tussen 40 en 50 jaar oud is, te vinden, maar zonder resultaat. “Nu VTM-journalist Faroek Özgunes en het hele team van Make Belgium Great Again zich over de zoektocht hebben gebogen, hebben we nu wel goede hoop”, laat hoofdredactrice Ellen Vanhove weten aan Het Laatste Nieuws.

Faroek heeft intussen contact opgenomen met Annet Ardesch, een Nederlandse forensisch tekenaar. “Zij maakte een robotfoto op basis van de talrijke details die de stewardess zich nog kon herinneren”, vertelt Vanhove.

Uniform

De stewardess vermoedt dat haar redder op de luchthaven van Zaventem werkt. “Hij droeg een wit hemd. Ik denk dat het een soort van uniform was. Hij was aan het werk op de vooruitgeschoven medische post.”

Tijdens de uitzending van gisteravond werd de kijkers opgeroepen om zo veel mogelijk tips binnen te sturen. Daarvoor werd een live callcenter opgericht om alle telefoontjes te beantwoorden. Ook vandaag en de komende dagen kan er nog gebeld worden.

“In het meest ideale geval reageert de man zelf of een van zijn familieleden. Of een van de vijf andere mensen die hij geholpen heeft. We hopen dat het een Vlaming is, want Nidhi vertelde dat hij zeer goed Engels sprak en een taal die ze niet kon thuisbrengen. Dat zou Nederlands kunnen zijn”, voegt Vanhove er nog aan toe.