Wie graag echt Brussels wil horen, moet in de Marollen zijn. Maar vooral daar werd er tot de twintigste eeuw nog een ander taaltje gesproken, dat leek op het Nederlands, maar toch onverstaanbaar was: het Bargoens.
BIG CITY. Wie sprak er vroeger de geheime codetaal Bargoens?
"Wat weten we over de geheime codetaal Bargoens, die vroeger in Brussel gesproken werd?"
Dat niet iedereen Bargoens kon verstaan, was net de bedoeling van wie het sprak. Bargoens is geen dialect, dat is gekoppeld aan de streek van herkomst. Deze taal werd naast het dialect gesproken, door bepaalde groeperingen, in specifieke omstandigheden.
De subgroepen die het Bargoens gebruikten waren onder meer handelaars, daklozen, landlopers, foorkramers en woonwagenbewoners. De connotatie van dieventaal kreeg het Bargoens omdat ook boeven het taaltje spraken.
Enerzijds was het een manier om zich te onderscheiden van de dominante cultuur en om de groepsidentiteit te versterken. Anderzijds was het een tactische keuze om zich onverstaanbaar te maken, bij wie niet tot de groepering behoorde.
De Bargoense woordenschat leek meestal Nederlandstalig. Maar de woorden waren vervormd, ontleend uit een andere taal of dialect, of klonken als een Nederlandstalig woord, terwijl ze geen link hadden met de oorspronkelijke betekenis.
Welke woorden vervangen werden, verschilde van de groep die het sprak en de reden waarom. Soms was dat beroepsjargon, maar meestal waren het termen die anderen in de sociale context niet mochten verstaan.
Op verschillende plaatsen in de lage landen werd een vorm van Bargoens gesproken. De woordenschat werd gekleurd door andere talen en dialecten uit de streek. Het Brusselse Bargoens, dat vooral in de Marollen gesproken werd, had zelfs een eigen naam: Bergades. Hierin zijn bepaalde woorden uit het Frans en uit het Brusselse dialect te herkennen.
Zo werd er naar een politieagent verwezen als een 'granderik'. Ruziemaken kreeg het woord 'boeien', mogelijk van s'embrouiller in het Frans. Soms werden Franstalige woorden verkort, zoals trottoir dat 'toir' werd en légume 'gumme'.
Verdwenen
Hoewel het Bargoens een taaltje op zich lijkt, is het technisch gezien geen volledige taal, omdat het geen grammatica kent. Het bestond voornamelijk uit losse zinnen. Taalkundigen zijn er zich pas laat voor beginnen te interesseren. De eerste studies over de woordenschat waren eerder praktisch, om te 'dieventaal' te kunnen ontcijferen. Later hebben taalkundigen wel woordenlijsten van het Bargoens neergeschreven, maar hoe die lijsten tot stand zijn gekomen, is niet altijd duidelijk.
Om nu nog een praatje te slaan met sprekers van het Bargoens is het te laat. Er zijn zo goed als geen mensen meer die het taaltje nog machtig zijn. Sommige woorden zijn wel opgenomen in het dialect, zoals travakken, mokke of bink. Maar hoe een Bargoens gesprek echt geklonken heeft, zullen we nooit meer kunnen achterhalen. Waardoor het mysterieuze kantje ervan alvast wel blijft bestaan.
- VOLGENDE KEER Waarom zijn de Japanse Ginkgo bomen in Brussel zo bijzonder?
Zelf ook een vraag voor Big City? Stel hem hier
Big City
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Big City , Bargoens , de Marollen , Brussels dialect