De politie staat in het middelpunt van de belangstelling de jongste weken. De ene keer krijgt ze het verwijt te laks op te treden, bijvoorbeeld tegen de overlast en kleine criminaliteit in het centrum. Andere keren vliegt ze er volgens getuigen dan weer te stevig in, zoals bij de ontruiming van het Koningsplein zaterdag. BRUZZ sprak erover met Michel Goovaerts, de grote baas van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene.
| Michel Goovaerts, korpschef politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene: "De burgemeester moet altijd zijn telefoon bij zich hebben. Ik moet hem dag en nacht kunnen bereiken."
Wie is Michel Goovaerts?
- 55 jaar
- Geboren in Etterbeek, groeit op in Sint-Stevens-Woluwe
- Loopt school in Sint-Jozefschool in Sint-Lambrechts-Woluwe, studeert criminologie aan de VUB
- In 1985 bij de gemeentepolitie van Brussel gegaan
- In 2012 adjunct-kabinetschef ministerie van Binnenlandse Zaken
- Op 1 januari 2017 ingezworen als korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene
Dit interview met de korpschef is vorige week al afgenomen, enkele dagen voor de klimaatactivisten van Extinction Rebellion de koninklijke tuin probeerden te bezetten, en voor burgemeester Philippe Close (PS) aankondigde een alcoholverbod op het Beursplein in te voeren.
Maar natuurlijk kwam de problematiek al aan bod, net zoals de reportage van VTM die over de criminaliteit en overlast op het Beursplein ging. Brussels by Night oogde niet zo fraai, en ook een eigen bevraging van cafébazen leerde dat de overlast fel is toegenomen in het hypercentrum.
Ook volgens collega’s lijkt het Beursplein in de vroege uurtjes op de Wild West.
Michel Goovaerts: (zucht) Eerst sprak men van een no-man’s land, dan over no-gozones, later over een danger-zone en nu hoor ik de Wild West. Voor alle duidelijkheid: no-go zones bestaan niet. De politie komt overal. Maar ik ontken niet dat er aan de Beurs problemen zijn. Door de voetgangerszone zijn de trappen van de Beurs nu de place to be. Daar komt iedereen op af, ook mensen met minder goede bedoelingen. Wij zetten daar met de politie zwaar op in, in burger en in uniform. Ook 's nachts ja. Onder burgemeester Yvan Mayeur (PS) hebben we de aanwezigheid 's nachts opgetrokken.
Ik zie 's nachts zelden of nooit politie in het centrum.
Goovaerts: Dat zou kunnen. Wij hebben ook niet de capaciteit om daar permanent acht agenten te laten rondlopen. We doen al veel maar doen wij genoeg? Absoluut niet. We moéten extra capaciteit hebben op de centrale lanen, want er is daar een enorme begankenis. Het Beursplein is een beetje de Times Square van Brussel hé. Daar is dag en nacht volk, zeven dagen op zeven.
Nog een mogelijke vergelijking is het Amsterdamse Rembrandtplein. Dat uitgangsplein heeft tijdens het ‘valmoment’, wanneer de cafés dicht gaan, ook last van een omslaande sfeer. Ze hebben er nu pleinhosts ingezet. Is dat een oplossing?
Goovaerts: Ik ken het Rembrandtplein heel goed, en inderdaad: de politie alleen gaat dat probleem niet oplossen. Zo hebben wij in het centrum van Brussel steeds meer tussenkomsten voor mensen die eigenlijk psychiatrisch behandeld zouden moeten worden. Die cijfers pieken. Zij vallen mensen lastig, schreeuwen, gebruiken drugs en zijn voortdurend dronken. De vraag is wat de politie daartegen kan doen.
U kan ze oppakken voor openbare dronkenschap.
Goovaerts: Dat doen wij, soms zitten onze cellen vol. Maar als ze hun roes na een nacht hebben uitgeslapen, staan ze daar weer. (Stellig) Die mensen hebben hulp nodig. En de politie kan die niet bieden. Want brengen we ze naar het hospitaal om hen door een psychiater te laten onderzoeken, dan ziet die vaak geen voldoende reden voor gedwongen opname. Voor het parket zijn de door hen gepleegde feiten dan weer niet ernstig genoeg. En de hulp die Samusocial aanbiedt, weigeren ze. Zij glippen dus tussen de mazen van het vangnet.
Hoe werd dat vroeger opgelost?
Goovaerts: Tot 1993 hadden we de wet op de landloperij en bedelarij. Dolende mensen gingen naar de opvangtehuizen in Wortel en Merksplas. Dat waren geen gevangenissen, maar ze werden wel verplicht om zich te laten behandelen (onder meer via tewerkstelling op boerderijen, red.). En dat ontbreekt momenteel.
"Natuurlijk heb ik sympathie voor sommige betogers"
Pleit u dan voor een herinvoering van de wet op de landloperij?
Goovaerts: Daar pleit ik absoluut niet voor. Maar wel voor een wet die het mogelijk maakt om iemand verplicht laten verzorgen als hij een drugs- of een drankprobleem heeft. Een wet waarbij de politie of burgemeester kan zeggen: jij moet je nu door Samusocial laten verzorgen. Vorig jaar is beslist om mensen bij al te erge kou manu militari van straat halen, en hen in hun eigen belang administratief aan te houden. Maar strikt genomen laat de wet dit niet toe. Administratieve aanhouding is voor iemand die wanorde veroorzaakt, niet voor iemand die weigert naar een opvangcentrum te gaan.
De mensen waar u het tot nu toe over heeft, veroorzaken overlast. Maar er is ook echte straatcriminaliteit.
Goovaerts: (knikt) Dat is de tweede groep, de multi-recidivisten in illegaal verblijf. Er zijn een aantal nationaliteiten waar de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) moeite mee heeft om hen het land uit te zetten.
Welke nationaliteiten?
Goovaerts: Vermeende Algerijnen, hoor ik. Algerije wil die mensen niet terugnemen, maar de feiten zijn voor het parket ook niet altijd ernstig genoeg om een onderzoeksrechter te vorderen. Ligt de oplossing dan bij de politie? Dat is een internationale kwestie.
Zijn het vooral die twee categorieën, de veelplegers en geesteszieken, die het onveiligheidsgevoel veroorzaken?
Goovaerts: Als je dat aanpakt heb je toch een groot deel van het probleem opgelost. Het gaat makkelijk om een paar tientallen feiten per nacht.
Maar het geraakt niet opgelost. Snapt u dat sommige mensen zeggen dat er straffeloosheid heerst?
Goovaerts: Ik begrijp die zeker en vast. Maar ik denk dat we al maatschappij daar een collectief antwoord op moeten vinden. Politie en parket zijn daar natuurlijk een onderdeel van. Maar er is ook nood aan tewerkstellingsprojecten, of aan begeleiding van mensen die zich op een bepaald moment willen settelen.
U werkt nu al 30 jaar voor de Brusselse politie, wat hebt u zien veranderen?
Goovaerts: Het geweld bij interventies. Vroeger kalmeerde de situatie als de politie binnenkwam. Die tijd is voorbij. Mijn gasten moeten nu altijd voorzichtig zijn als ze tussenkomen.
"We doen al veel, maar doen wij genoeg? Absoluut niet"
En qua veiligheid voor de burgers?
Goovaerts: Als ik dat vergelijk met vroeger vind ik het…(aarzelt) ik ga niet zeggen verbeterd maar het is toch onder controle.
Is er dan een hogere gevoeligheid naar geweld toe? Zo was er veel te doen rond een getuigenis van een dame in wiens auto herhaaldelijk is ingebroken. Maar misschien hoort dat gewoon bij de stad.
Goovaerts: Dat hoort er waarschijnlijk wel bij, maar we mogen ons daar niet bij neerleggen. Ik kan mij daar behoorlijk kwaad in maken als men zegt: ‘We zijn in Brussel, dat is normaal’.
Dat is nochtans wat de politie tegen haar gezegd zou hebben, toen zij aangifte deed.
Goovaerts: We hebben haar daarover gecontacteerd want we nemen dit heel ernstig. (gedecideerd) Zo’n antwoord geef je niet aan de mensen. En al weten we uiteindelijk niet of ze in onze zone aangifte heeft gedaan, ik heb het toch nog eens in ‘Het woord van de korpschef’ van de maandelijkse nieuwsbrief beklemtoond: die reactie kan niet.
Soms werken burgers en politie ook samen. Via Buurt Informatie Netwerken (BIN) bijvoorbeeld, waar de buurt verdachte zaken doorspeelt aan de politie. Burgemeester Close (PS) was eerst tegen maar nu stemt hij er toch mee in. Wat is er veranderd?
Goovaerts: Vroeger dacht men bij BINs aan privé-milities die met de bottines aan gingen patrouilleren. Maar intussen heb ik de burgemeesters van Elsene en Brussel daar extra over geïnformeerd. En als het initiatief van de burgers of van handelaars komt, ondersteunen we dat nu. We hebben trouwens al twee BINs, maar dan met handelaars: aan de Zavel en op het Kastelijnsplein. En in de Nieuwstraat doen we nu een bevraging.
"Ik kan mij behoorlijk kwaad maken als men zegt dat bepaalde criminaliteit nu eenmaal bij Brussel hoort"
Hoe werkt zo’n BIN?
Goovaerts: Burgers of handelaars hebben een whatsapp-groep waarin ze verdachte zaken kunnen melden. Onze buurtregisseur zit daar niet in, maar hij staat wel in contact met de verantwoordelijke van dat groepje. Die hem dan die info doorspeelt.
En werkt het?
Goovaerts: Toch wel. Op de Zavel zijn een aantal zaken opgelost door informatie verkregen via het BIN.
Een BIN is jullie laatste nieuwe wapen, maar er zijn er nog andere. Te beginnen met de ‘batmobiel’: een cabine met camera’s die acht meter omhoog kan. Gebruiken jullie dat nog?
Goovaerts: Wij huren dat voertuig en gaan dat ook tijdens de volgende kerstmarkt doen. Maar de meerwaarde is beperkt, je kan de massa overzien maar dat is het dan ook. Wel is het een eyecatcher: iedereen komt eens kijken en komt een praatje slaan. Maar dat geldt ook voor een paard of een hond.
Hebt u nog bereden politie?
Goovaerts: Wijzelf niet maar de federale politie wel. En daar doen wij soms beroep op. De operationele meerwaarde is enorm. Bij de gele hesjesbetoging van 8 december 2018 bijvoorbeeld, waren er overal problemen en moesten we snel tussenkomen om mensen uiteendrijven. Dan kun je niet beter hebben dan een paard.
Een ander wapen is de taser of het stroomstootwapen. Daarvan zouden jullie er twaalf besteld hebben in het kader van een proefproject.
Goovaerts: Een aantal incidenten heeft ons doen beslissen om toch mee te doen. Zo is hier voor de deur om vijf uur ’s morgens een collega aangevallen. Die heeft moeten schieten en die jongen is overleden. Ook in de Notelaarsstraat heeft de anti-overvalbrigade moeten vuren, met een overlijden tot gevolg.
Dan was er de man in het Maximiliaanpark die een mes trok toen hij wakker werd gemaakt. En er was nog een incident in de Marollen. Vier keer ging het om wettige zelfverdediging, maar met een taser hadden we misschien levens kunnen sparen. Daarom zullen onze anti-overvalbrigades, die van de zwarte wagens, het uitproberen. We hebben ze nog niet in ons bezit maar ik hoop dat we in 2020 kunnen starten.
Als enige Brusselse zone.
Goovaerts: Momenteel wel ja.
Het vierde wapen dan: Skyfall, een Europees project om vijandige drones uit de lucht te halen.
Goovaerts: Op Youtube zag ik hoe er tijdens een speech van Angela Merkel plots een drone voor haar gezicht hing (een stunt van de Piratenpartij, red.). Toen besefte ik dat we niet klaar zijn voor drones. Bij het eerste bezoek van Donald Trump heb ik daarom een beroep gedaan op de Nederlanders, met hun fameuze arend.
In de voorbereiding van het tweede bezoek van Trump hebben we dan samen met de federale politie geïnvesteerd in detectie. We hebben nu al oplossingen, maar die zijn nog niet honderd procent. Daarom doen we nu mee met het Europese project, dat getrokken wordt door de Antwerpse politie.
Wat is het grote gevaar van drones? Kun je daar een bom op monteren?
Goovaerts: Het volstaat je drone te laten vallen.
Dan moet je wel al goed kunnen mikken.
Goovaerts: (lacht) Dat bedoel ik niet. Paniek is hier het grote gevaar. Stel dat er boven het Paleizenplein een drone vliegt, dan worden de mensen ongerust en bang. Als die drone dan naar beneden valt, kan paniek uitbreken en dreigen mensen vertrappeld te worden.
Wat zijn naast drones de verdere uitdagingen voor deze zone?
Goovaerts: Het verzoenen van onze verplichtingen als wijkpolitie met die van de grote evenementen en de betogingen. Het gaat om 4.500 evenementen en 1.000 betogingen per jaar. Morgen zijn het de Koerden, zaterdag is het Extinction Rebellion. Die laatste hebben gisteren al betoogd in Amsterdam, Parijs en Londen. We zijn zelfs naar Londen geweest om te kijken hoe ze dat daar organiseren. (Dit interview vond plaats enkele dagen voor de politie de betogers met geweld van het Koningsplein verdreef, red.)
Hoe kijkt u naar de bezetting van de koninklijke tuin?
Goovaerts: De burgemeester staat alle betogingen toe, maar niét in de neutrale zone. Bon, we zullen Extinction Rebellion de kans geven om te betogen zoals alle anderen, en zolang er geen schade is…Maar ook dan verwachten we dat ze op voorhand overleggen met de politie, om samen te bekijken wat toegelaten is en wat niet. Wij onderhandelen veel en oeverloos met de betogers, ik heb iemand die dat fulltime doet. De Fransen doen dat niet, die gaan veel meer in de confrontatie.
Heeft u voor de ene betoging meer sympathie dan voor de andere? En speelt dat mee in de manier waarop u het aanpakt?
Goovaerts: Ik heb die sympathie, ja. Maar dat heeft totaal geen invloed op hoe we het beheren. Alles wat met climate change te maken heeft bijvoorbeeld, daar hebben we uiteraard sympathie voor. Maar dat verandert niks aan onze aanpak als wij vaststellen dat ze de neutrale zone willen bezetten.
Ik kan mij soms wat ergeren aan de pers wanneer die ons sympathie voor deze of gene groep verwijt. Het is de burgemeester die beslist, en wij beheren dat als een goede huisvader, ongeacht of wij sympathie of antipathie hebben. Dat is onze mening, die mogen ze ons niet afpakken (lacht). Maar naar beheer toe geldt voor iedereen hetzelfde en wij praten ook met iedereen.
De laatste gele hesjesbetoging was nochtans verboden.
Goovaerts: Zij wilden principieel niet overleggen. Hetzelfde met de extreemrechtse mars op Brussel. Daar waren interne twisten, waardoor er geen officiële aanvraag en dialoog kwam. Dan moet ik de burgemeester wel zeggen dat het niet kan doorgaan. Al ligt de eindbeslissing altijd bij hem.
U werkt nu voor andere burgemeesters dan enkele jaren terug. Voelt u dat eigenlijk, zo’n burgemeesterswissel?
Goovaerts: Tuurlijk. Burgemeester Close is bijvoorbeeld nog kabinetschef geweest van ex-burgemeester Freddy Thielemans (PS). Hij heeft dat dus allemaal al eens meegemaakt. Meneer Doulkeridis (Ecolo) of meneer Mayeur (PS) moesten daarentegen het wetgevend kader nog leren kennen.
"Vroeger kalmeerde de situatie als de politie binnenkwam. Die tijd is voorbij. Mijn gasten moeten nu altijd voorzichtig zijn als ze tussenkomen"
Ik hoor dat u een goede relatie hebt met Close.
Goovaerts: Ik mag het hopen. Maar ook met Mayeur kon ik goed opschieten. Het was mijn voorganger die een wat moeilijkere relatie met hem had.
Hoe vaak hoort of ziet u eigenlijk burgemeester Close?
Goovaerts: Wij bellen of whatsappen elkaar vanaf 6.30 uur ’s morgens tot 23 uur. Maar eigenlijk is dat zeven dagen op zeven, dag en nacht. Het is het eerste dat ik aan nieuwe burgemeesters zeg: je moet je telefoon altijd bij je hebben, ik moet je dag en nacht kunnen bereiken.
Dat vereist een grote motivatie. Waarom bent u eigenlijk bij de politie gegaan?
Goovaerts: Het is een roeping. Ik wist al op mijn zestiende dat ik bij de politie ging om mensen te helpen. Dat geldt voor het overgrote merendeel van het korps hoor. De Nederlanders gebruiken het woord diender, wat het goed weergeeft. We dienen de maatschappij.
Zou u die maatschappij beter kunnen dienen vanuit een eengemaakte politiezone?
Goovaerts: Ik pleit voor samenwerking maar niet voor een eengemaakte zone. In het buitenland stellen we vast dat alle lokale besturen teruggrijpen naar hun gemeentepolitie. Ik weet nog dat de Préfecture de police – zeg maar de politie van groot-Parijs – in 2017 tegen Hidalgo, de burgemeester van de gemeente Parijs zei: ‘Geen kerstmarkt dit jaar want we hebben geen capaciteit.’ Natuurlijk pleit zij dan met het oog op een herverkiezing voor meer gemeentepolitie.
Maar de politie van de ‘gemeente’ Parijs is de politie van 2,2 miljoen inwoners.
Goovaerts: De proporties en de principes zijn dezelfde. Het gaat erom dat je als burgemeester over manschappen kan beschikken om je werk te doen.
Misschien moeten die burgemeesters ook weg?
Maar zij komen op voor de belangen van hun bevolking. Bovendien is er altijd een aanzuigeffect van problemen, waardoor men sowieso manschappen naar de probleemzones zoals het centrum verplaatst.
En dan vragen de mensen buiten het centrum zich af: waar is mijn politie? Waar is mijn commissariaat? Als ik nu iets moet organiseren en Sint-Joost is betrokken, dan weet ik dat ik met Emir Kir (PS) rekening moet houden. Hij zorgt ervoor dat ik de Tennodenaars niet kan verwaarlozen.
Dan bent u tevreden met hoe het nu is?
Goovaerts: Ja maar de coördinatie kan nog beter. Gelukkig is het crisiscentrum van het Gewest in aanbouw, waar alle zones en hulpdiensten, tot en met de MIVB toe, samen zullen zitten bij grote evenementen of een terreurdreiging.
Klopt het bericht van begin deze maand dat de politie geen nieuwe terreurdreiging aankan?
Goovaerts: De federale politie zit op haar tandvlees, waardoor de lokale politie moet bijspringen. Naar de bevolking toe kan ik zeggen: u moet zich geen zorgen maken, wij zullen dat beheren. Maar dan wel ten nadele van de basispolitiezorg.
Wijkinspecteurs zullen opgevorderd worden, de fietsbrigades zullen de zwakke weggebruiker minder kunnen beschermen en de recherche zal zich enkel nog met terreur kunnen bezighouden in plaats van met gewone diefstallen. Daarom zeg ook ik: herfinancier de federale politie. De grote baas van de federale politie Marc Demesmaecker heeft daar 100 procent gelijk in. En dat is een beetje droevig.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Justitie , korpschef , Michel Goovaerts , politiezone Brussel Hoofdstad - Elsene , politiegeweld
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.