De handelaars in het centrum zien hun omzet fors dalen sinds Brussel-Stad eind juni een stuk van de centrale lanen autovrij maakte. Het probleem ligt deels bij de belabberde communicatie van de stad. “De klanten denken dat het centrum niet meer bereikbaar is.”
Kwaliteitswinkels voelen zich dupe van voetgangerszone
Lees ook: Affichecampagne tegen voetgangerszone
Normaal gesproken spelen handelaarsverenigingen eerder cavalier seul dan dat ze samenwerken. Maar nu hebben de handelaren van de Dansaertstraat, de Kartuizerstraat, de Vismet- en Sint-Jakobswijk, de Zuidstraat en de Adolphe Maxlaan de handen in mekaar geslagen. Want, zo klinkt het, de sector is in gevaar. “Er moet snel iets gebeuren om de vrije val van de handel in het centrum te stoppen,” zegt Hugo Desmecht van de gelijknamige herboristerie op het Katelijneplein. “Sinds de inrichting van de voetgangerszone lijdt het merendeel van de winkels twintig tot dertig procent omzetverlies. Voor jonge starters kan dit fataal zijn.”
Bij de horeca valt het volgens hem allemaal nog wel mee, met dank aan de schitterende zomer. Het zijn vooral de onafhankelijke kwaliteitswinkels die lijden onder de herinrichting van het centrum. “Wij kunnen niet leven van de klanten uit de buurt. We hebben de koopkracht nodig van de mensen uit de rijkere gemeentes en uit de Vlaamse Rand, zoals Dilbeek,” zegt Desmecht.
Probleem is dat de klanten denken dat het centrum niet bereikbaar is. “De communicatie van de stad was enorm slecht. Wij krijgen nog dagelijks telefoon van mensen die denken dat ze met de wagen niet meer van de bovenstad naar de benedenstad geraken of dat ze de centrale lanen niet meer over kunnen. En dat terwijl het nooit eerder zo makkelijk en vlot ging om rond te rijden in het centrum.”
De informatie en signalisatie liet in de zomer inderdaad te wensen over. Wekenlang stonden aan de rand van de vijfhoek mobiele signalisatieborden met de boodschap: centrum afgesloten (inmiddels veranderd in: centrum bereikbaar).
Maar sommige plekken zijn ook in werkelijkheid bijna onbereikbaar. Het Hotel Metropole op het De Brouckèreplein bijvoorbeeld. Vroeger kon je met de auto tot aan het hotel rijden en waren er voor de deur veertig gratis parkeerplaatsen voor de gasten. Nu moet je van op een afstand de voiturier zien te waarschuwen, die je wagen vervolgens in een betalende parkeergarage stalt. Het hotel heeft ondertussen een rechtszaak tegen de stad aangespannen, vertelt het personeel.
Voor Sonja Noël van kledingszaak Stijl in de Dansaertstraat is er ook een probleem met de bussen vanuit de rand. “Vroeger reden de bussen tot aan de Beurs. Nu stopt de bus uit Dilbeek, waar wij ook klanten hebben, aan het kanaal bij het Klein Kasteeltje. Voor sommige mensen is dat te ver. Zij voelen zich daar ook niet op hun gemak.”
Noël vindt de gedeeltelijke afsluiting van de centrale lanen sowieso geen goed idee. “Pleinen moet je autovrij maken, niet een brede rijlaan. Daar zal je altijd het gevoel van een rijbaan blijven behouden. Maak er een weg van met traag verkeer en brede trottoirs.”
Noël wordt hierin bijgetreden door François Chladiuk, die een eind verderop in de Adolphe Maxlaan sinds 1990 de Western Shop uitbaat. “Jaren geleden werd een mooie boulevard van noord naar zuid aangelegd om beter te circuleren. Nu wordt die in twee gesneden. Brussel is een oude stad met vele smalle straatjes. Maak die autovrij in plaats van de enige boulevard.”
Hij herinnert zich nog hoe door de aanleg van de metro in de jaren zeventig heel wat mooie winkels in de Maxlaan verdwenen. “Dat gaat nu ook weer gebeuren met twee jaar wegwerkzaamheden voor de boeg. Dit is zogezegd een testfase, maar de werkzaamheden zijn nu al bezig. Er gingen tijdens de zomer al twee zaken dicht in de straat, een derde gaat binnenkort sluiten.”
Chladiuk nam vorige week met enkele collega’s dan ook het initiatief voor een affichecampagne in de Adolphe Maxlaan, een rouwbrief met de woorden pietonnier = mort du commerce.
Hugo Desmecht van zijn kant, probeert constructief te blijven en voorstellen te doen om de klanten snel terug te halen, want de tijd dringt. “Wij zijn in overleg met de stad over de plaatsing van wegwijzers die de automobilisten vanuit de hoogstad naar de Dansaert- en andere handelswijken in de benedenstad moeten leiden. Ook gaan we een filmpje laten maken om de klanten duidelijk te maken dat het centrum bereikbaar is.”
Voorts wil hij dat Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) een initiatief neemt voor de bussen: als de grote bussen niet meer tot in het centrum rijden, moeten er kleine, goedkope busjes rondrijden. “Ook moet het aangekondigde parkeergeleidingssysteem snel ingevoerd worden.” Smet liet intussen echter weten dat dit nog twee, drie jaar zal duren.
Tegen het definitief autovrij maken van het Beursplein en een deel van de centrale lanen is Desmecht niet gekant. “Want als de stad niet snel aantrekkelijker wordt, zal ze klanten verliezen aan de shoppingcentra in de stadsrand die er zitten aan te komen. Voorwaarde is wel dat de voetgangerszone functioneert en dat de mensen met auto of openbaar vervoer makkelijk in het centrum geraken.”
Voetgangerszone Vijfhoek
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Economie , Voetgangerszone Vijfhoek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.