Leman: 'Daders hebben misschien niets met Molenbeek te maken'

Door het schietincident aan de Ninoofsepoort meteen in verband te brengen met "jongeren zonder toekomst uit Molenbeek" maken we dezelfde fout als bij de dood van Joe Van Holsbeeck. Dat zegt Johan Leman, antropoloog en voorzitter van vzw Foyer.

In een opiniestuk voor De Morgen ziet Leman een aanhoudend probleem met de kadering van incidenten in Brussel. Hij verwijst daarbij naar de moord op een tiener in het Centraal Station, in 2006. Meteen werd vooral de Marokkaanse gemeenschap geviseerd, maar achteraf bleek dat die er helemaal niets mee te maken had.

"Wat me opvalt, is dat men niet veel geleerd heeft uit de mediatieke kadering van de dood van Joe Van Holsbeeck", schrijft Leman. "Spontaan luidt de kadering voor het schietincident: 'jongeren zonder toekomst', 'uit een getto', 'het zal wel Molenbeek zijn want het gebeurde aan de rand ervan en ze spraken een vreemde taal'."

Leman vraagt om stil te staan bij wat dit betekent voor de jeugd in Molenbeek. "Voor hen is dit weerom met dezelfde hamer op hun kop krijgen. Of denkt men echt dat dit niet meespeelt als zij zich ergens op school of bij een sollicitatie aanmelden? Des te erger, als nadien vaak blijkt dat ze niet eens betrokken partij waren." Zolang we niets weten van de daders, kunnen we zo ook niet kaderen, en zijn we enkel bevolkingsgroepen aan het stigmatiseren, is de redenering.

'Atypisch voor Molenbeek'
"Het enige wat we weten over de daders is dat ze een vreemde taal spraken", aldus nog Leman. "In Brussel spreken echter heel veel mensen een vreemde taal, en er zijn tientallen vreemde talen in omloop. Kan het dan niet om jongeren uit Molenbeek gaan? Jawel, dat kan inderdaad. Maar het kan eigenlijk evengoed om jongeren gaan die helemaal niets met Molenbeek te maken hebben of zelfs niet 'zonder toekomst' zijn. Ik begrijp de politiecommissaris uit Molenbeek die dit incident toch wel als erg atypisch voor Molenbeek ervaren heeft."