Met de Sint-Nicolaas is Louis Maes (59) aan zijn derde café toe, maar hij zal vooral herinnerd worden als de baas van het mythische Rijk der Zinnen.
| Louis Maes.
Lees ook: Homo's maken de stad
In de Steenstraat tierde het homoleven ooit welig, en dat was - grotendeels - te danken aan twee legendarische cafés: Het Rijk der Zinnen en Het Vermoeden.
Twee namen die ook hetero’s nieuwsgierig maakten. En zo gebeurde het dat Het Rijk der Zinnen en het Vermoeden wel veel homoseksuele klanten hadden, maar eigenlijk gemengde cafés waren. “Toen Simple Minds optraden in de AB zat het café vol met fans en dat waren heus niet allemaal homo’s,” zegt Louis Maes, nu volbloed Brusselaar, maar tot zijn achttiende een buitenjongen uit Boortmeerbeek, tussen Mechelen en Leuven. Maes: “Dankzij een radioprogramma leerde ik De Babbelkroeg in Brussel kennen en van het een kwam het ander. Ik ben nog actief geweest bij de Rode Vlinder in Gent, een zeer radicale homogroep die heel gedreven bezig was met politieke acties, theater en cinema.”
Maes verhuisde op zijn achttiende naar Leuven, waar hij in theatermiddens werkte. “Er woonden heel wat van mijn homoseksuele vrienden en tussen de studenten leven was goedkoop.” Het was ook in Leuven dat hij de smaak te pakken kreeg voor de organisatie van homofuiven.
“In Leuven waren de homo’s actief in de Leuvense Werkgroep Homofilie, maar wij wilden af van het woord homofilie. We hebben toen een fuif georganiseerd met op de affiche HOMO en niet homofiel. Daar was heel wat discussie aan vooraf gegaan, sommigen waren bang om de subsidies van de universiteit te verliezen.”
Die fuif was een gigantisch succes, alleen waren er bijna geen homo’s. “Die affiche lokte enorm veel studenten van de faculteiten geneeskunde, politieke en sociale wetenschappen en rechten,” vertelt Maes.
“Die wilden weleens weten hoe een homo eruitzag, maar helaas: als er duizend man op de fuif was, waren er ‘maar’ twintig tot dertig homo’s. Het werd een gewone studentenfuif, waar veel gedronken werd. Ook de homo’s waren teleurgesteld. Met de opbrengst hebben we toen een kasteeltje in de buurt van Leuven afgehuurd voor een privéhomofuif.
En opeens belandde u in Brussel.
Louis Maes: Toen ik een twintiger was, moesten jonge mannen nog legerdienst doen, maar daar had ik geen zin in. Ik koos voor burgerdienst en wou die het liefst in de culturele sector doen.
Toen de AB groen licht gegeven had voor mijn burgerdienst, kwam echter het bericht dat ik toch geen legerdienst moest doen. Daar stond ik dan. Recht tegenover de ingang van de AB - toen nog in de Steenstraat - had ik echter een leegstaand pand gezien.Ik had meteen door dat dat de ideale ligging was voor een café, maar omdat ik niet veel geld had, wou de eigenaar, die in het vastgoed zat, het pand alleen maar opknappen als zijn werkmannen elders niet nodig waren.
"Ik wou geen homocafé waar je moest aanbellen om binnen te raken, zoals de meeste homokroegen toen waren"
U dacht een goede zaak te doen: dankzij de AB een goed draaiend café uitbaten. Maar niets is wat het lijkt.
Maes: Daar zegt u wat. Op 27 juni 1982 heb ik Het Rijk der Zinnen geopend en op 28 juni sloot de AB de deuren gedurende een jaar en moest ik van elders klanten lokken. Gelukkig kende ik veel mensen in Antwerpen en Leuven en had ik het geluk dat er een ander homocafé was: Het Vermoeden van Jacques De Lange. Zijn klanten laveerden van hier naar daar. Na drie, vier jaar had ik een vast cliënteel, én de concertgangers van de AB.
Ook de naam maakte nieuwsgierig: Het Rijk der Zinnen.
Maes: De seksueel expliciete Japanse film Het Rijk der Zinnen was verboden in België. Met mijn achtergrond bij De Rode Vlinder vond ik het een goed idee om het café naar de film te noemen. Ik wou ook geen homocafé waar je moest aanbellen om binnen te raken, zoals de meeste homokroegen toen waren. We kregen mensen van alle slag over de vloer, tot advocaten en politici toe. Eén van onze sympathisanten van het eerste uur was Vic Anciaux en later ook zijn zoon Bert.
Na de val van de muur hebt u in Het Rijk der Zinnen wel een sluis gebouwd en moest er ‘s avonds aangebeld worden.
Maes: Dat klopt. Iedereen was blij dat de muur gevallen was, ik ook, maar België, Brussel en de Brusselse politie waren niet voorbereid op de gevolgen. Die mensen uit het voormalige Oostblok vergaapten zich aan de weelde waarin wij leefden, en heel begrijpelijk, zij wilden ook mooie kleren kopen, maar hadden er het geld niet voor.
Ik wil niet veralgemenen, maar voor mensen die het niet zo nauw nemen, zijn prostitutie en diefstal de snelste manieren om geld te verdienen. Ik herinner het me goed: op een namiddag kwamen er twee jonge mannen binnen die wilden praten over een voorval de avond voordien. Een van de twee was betrapt op stelen en mijn barman had hem de deur gewezen. Hij vroeg mij of hij opnieuw binnen mocht.
Ik heb resoluut nee gezegd en toen haalde hij uit met een klein vlijmscherp mesje. Het mes raakte mij niet, maar wel zijn maat die hem wou tegenhouden. Het mes stak dwars door zijn hand. Ze zijn gaan lopen, die ene man verloor enorm veel bloed. Ik belde de politie. Die kon hem oppakken en naar het ziekenhuis brengen, anders was hij misschien doodgebloed.
Straks stappen alle politieke partijen weer mee in de Gay Pride. Was de steun in de jaren 1980-1990 algemeen?
Maes: Neen. Zeker niet van de grote namen. In het begin ook niet van de socialisten. De Anciauxs waren de spreekwoordelijke uitzondering.
U hebt ook niet minder dan zeven succesvolle homofuiven in de AB georganiseerd. Waarom bent u daarmee opgehouden?
Maes: Ik had succesvolle homofuiven in Leuven georganiseerd en dacht: waarom zou het in Brussel niet kunnen? De zevende en laatste heeft niet minder dan 1.800 man gelokt.
Het begon bescheiden in de Bar Américain, maar we hadden succes. Toen de AB voor de tweede keer dichtging voor verbouwingswerken in de eerste helft van de jaren 1990 ben ik ermee opgehouden. De organisatie bracht te veel stress met zich mee. Ik organiseerde twee fuiven per jaar. De fuif in de maand mei schrikte me niet af, daar zou
veel volk op afkomen.Maar in december was ik iedere keer bang: wat als er een meter sneeuw viel?
Maar ik bewaar er mooie herinneringen aan: op een zaterdag was ik in Antwerpen op een fuif beland waar knappe, gespierde jongemannen torse nu achter de toog stonden. Ze waren lid van een of andere sportclub.
Ik vroeg hen of ze wilden komen tappen op een homofuif. Ik betaalde per uur, het geld was voor hun club. Ze gingen onmiddellijk akkoord, op een voorwaarde: ze wilden weten wat ze moesten doen als mannen hun telefoonnummer vroegen. Het was nog het pre-gsm-tijdperk. Ik antwoordde dat alleen ik dat mocht geven. Ik herinner me dat theaterrecensent Pol Arias me kwam feliciteren voor de hoge opkomst en er met een knipoog aan toevoegde dat ik ‘een klein smeerlapke’ was met die telefoonrichtlijn.Ook herinner ik me dat ik panikeerde toen ik die avond de grote zaal van de AB binnenkwam: er was bijna geen volk. Ik begreep wat er aan de hand was toen ik naar de Bar Américain ging: daar stond het volk opeengepakt om naar de blote bovenlijven van die knappe gasten te kijken. Ik heb ze maar één keer gevraagd, want ik kreeg kritiek dat ik beter volk van homoverenigingen of sociale verenigingen zou vragen, omdat die het geld goed konden gebruiken. Ik heb geprobeerd om lesbische verenigingen te vragen, maar die hielden altijd de boot af. In Brussel is dat nooit gelukt.
Was het gemakkelijk om de AB af te huren?
Maes: Directeur Ivo Goris heeft altijd sympathie voor ons gehad, maar er is wel tegenkanting geweest. Op een bepaald ogenblik lagen we niet goed bij de liberalen in de raad van bestuur. Ivo waarschuwde me dat het moeilijk kon worden.
Gelukkig brachten onze fuiven veel geld op en geld, daar hebben de liberalen het voor hé. Bij de presentatie van het jaarverslag bleek dat het eindejaarsfeest van de AB één miljoen frank (ongeveer 25.000 euro, red.) had opgebracht, op nummer twee stond de derde homofuif van Het Rijk der Zinnen met 800.000 frank (zo’n 20.000 euro, red.), op nummer drie Chinees nieuwjaar en op vier opnieuw de homofuif van het Rijk der Zinnen met 600.000 frank (15.000 euro, red.). De liberalen hebben nadien niet meer geprotesteerd.
Brussel was soms verrassend eigenaardig. Er zijn homofuiven van de Babbelkroeg geweest in De Graaf van Egmont, het café van de Volksunie in de tijd dat het communautaire hoog op de politieke agenda stond. Er kwamen alleen Vlamingen in De Graaf van Egmont, tenzij voor de homofuiven, daar kwamen ook veel Franstaligen op af, maar daar had de VU geen problemen mee.
Hoe kijkt u tegen de Brusselse homoscene aan?
Maes: Toen Het Rijk der Zinnen stopte met homofuiven kwam er korte tijd later La Demence. De technologische ontwikkelingen maken contact leggen buiten het barcircuit mogelijk, er zijn gsm’s en er is internet. En er is ontzettend veel veranderd sinds artikel 372bis is afgeschaft (dat artikel verbood homoseksuele contacten onder de achttien, voor hetero’s was dat toen zestien jaar, red.).
Er zijn niet zoveel homobars meer in Brussel. Een homogetto is niet langer nodig. Jonge homo’s gaan samen met hun vrienden-hetero’s naar dezelfde cafés en dat is goed. Toch is het belangrijk dat er nog een aantal blijven voor homo’s die er behoefte aan hebben.
Louis Maes
- belandde van Boortmeerbeek via Leuven in Brussel
- was uitbater van het legendarische café Het Rijk der Zinnen
- organiseerde homofuiven in de Ancienne Belgique
- baat nu de Sint-Nicolaas uit in de Korte Boterstraat
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Pride , homo , holebi
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.