Leerlingen uit het secundair onderwijs met een niet-westers klinkende naam hebben meer moeite bij het vinden van een job. Dat blijkt uit onderzoek aan de VUB. Toch is het niet de enige factor die meespeelt, ook de motivatie, het zelfvertrouwen, het sociaal netwerk, de sociaaleconomische status of de studierichting van de leerling spelen een rol.
Niet-westerse naam kan job vinden bemoeilijken bij studenten
Het onderzoek van masterstudent Céline Martens werd uitgevoerd in het kader van de YOUCA Action Day, waarbij leerlingen uit het secundair onderwijs één dag gaan werken en met hun loon jongerenprojecten wereldwijd steunen. Martens nam 1.563 cases onder de loep en hield ook bevragingen bij leerkrachten. In totaal waren er 302 cases van leerlingen met een niet-westerse naam.
De discriminatie waarvan op de reguliere arbeidsmarkt al sprake is, blijkt ook de leerlingen van het secundair te treffen. Het valt op dat de jongeren met een niet-westerse naam 4,28 keer meer kans hebben om geen job te vinden. En die 'vreemde' naam, weegt ook door op andere factoren.
"Leerlingen met een groot en arbeidsactief netwerk vinden volgens de leerkrachten sneller en makkelijker een job dan leerlingen met een klein of arbeidspassief netwerk. Ook het hebben van een studentenjob of een stageplek kan helpen bij het vinden van een job. Dat zijn niet toevallig bijna allemaal factoren die harder spelen bij leerlingen met een migratieachtergrond, uit een kansarm milieu en in BSO-richtingen," legt Martens uit.
In haar aanbevelingen geeft de VUB-masterstudent aan dat werkgevers constant gesensibiliseerd moeten worden en overheden en middenveldorganisaties het best aandacht blijven hebben voor de problematiek.
Lees meer over: Samenleving , onderzoek , VUB , YOUCA Action Day , discriminatie , Céline Martens