Toegang tot drinkbaar water of rechten gekoppeld aan het rijksregister: in ons land zijn we daarvoor sterk afhankelijk van een eigen woning of adres. Een paradox, zeggen onderzoekers van de ULB en VUB in een nieuwe opinie-paper, want diezelfde woningmarkt is moeilijk toegankelijk. “Goede praktijken worden niet systematisch opgevolgd.”
Onderzoekers ULB: 'Overheid versterkt kwetsbaarheden woningmarkt'
De position paper verschijnt in het vakblad Brussels Studies Institute en stoelt op drie aparte studies van de Brusselse universiteiten: een naar waterarmoede in Brussel, een naar uithuiszettingen en een naar mensen die om allerhande redenen geschrapt werden uit het rijksregister. Dat kan door een verhuis naar het buitenland, maar ook door het verlies van iemands woning.
“In elk van die studies merkten we dat de rechten van wie ermee te maken krijgt, sterk afhangen van de woningmarkt,” zegt sociaal geografe Pernelle Godart (ULB), een van de auteurs van de paper.
Minstens 8 procent van de Brusselaars zou bijvoorbeeld geen toegang hebben tot water om zich te douchen, de wc door te spoelen of kleding te wassen, grotendeels afhankelijk van de eigen woning. Elk jaar krijgt ook 1,3 procent van de Brusselse huurders een bevel om zijn woning te verlaten. Nog eens 1,3 procent van de Brusselaars verdwijnt elk jaar uit het rijksregister. Maar net die woningmarkt is voor een kwetsbare groep Brusselaars duur of ontoegankelijk, schrijven ze.
“Bovendien vonden we in alle drie onderzoeken te weinig duidelijke cijfers terug,” zegt Godart. “Zonder goede gegevens kan je het beleid moeilijk opvolgen of evalueren.”
Geen systematiek
Wel zien ze een zekere willekeur in behandeling, afhankelijk van de vrederechter of het OCMW waar je terecht komt, schrijven ze. “We stellen vast dat vrederechters helemaal niet op dezelfde manier oordelen over een verzoek tot uithuiszetting of over huurachterstal,” zegt Godart.
“Soms beslissen ze onmiddellijk tijdens de eerste zitting, soms stellen ze het vonnis enkele weken uit om de huurder tijd te geven om een advocaat te zoeken en het OCMW te contacteren. Dat laatste is beter, maar niet systematisch voorzien.” Vrederechters zijn vandaag ook niet verplicht om de kwaliteit en faire huurprijs van de woning in overweging te nemen bij een uithuiszettingsverzoek. “Dat zou beter zijn,” vindt Godart.
"Eenzelfde persoon kent in een andere gemeente andere rechten"
Eenzelfde verschil zit er in de aanpak van de OCMW’s. In de gemeente Sint-Gillis heeft het OCMW een afspraak met de politie, zodat die hen onmiddellijk verwittigt wanneer ze iemand uit huis zetten. Het OCMW kan dan meteen mee op zoek naar een nieuwe woning. “In veel gemeentes bestaat die afspraak niet. Dat wil zeggen dat eenzelfde persoon in een andere gemeente andere rechten kent,” zegt Pernelle Godart. OCMW’s verschillen ook in de manier waarop ze dakloze personen een referentieadres toekennen. En wie toegang zoekt tot proper water, is vaak afhankelijk van de goodwill van gemeentelijke sportzalen of privéfitnesscentra. Ook die hebben geen eenduidige openheid.
Het gaat voor alle duidelijkheid niet om een goed of slechte dag van de ambtenaar in kwestie, zegt Godart. “Ik wil geen enkele individuele sociaal werker of vrederechter met de vinger wijzen, want zij hebben zelf weinig oplossingen voorhanden,” benadrukt de onderzoekster. “Alleen worden de goede praktijken niet systematisch opgevolgd.”
De onderzoekers vragen een meer uniforme aanpak in Brusselse gemeentes en OCMW's om kwetsbare huurders te ondersteunen. Dat kan door proactief contact op te nemen in geval van een uithuiszettingsverzoek, huisbazen te verplichten de woningkwaliteit te bewijzen en proper water gratis aan te bieden via openbare fonteinen, suggereren ze.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Pernelle Godart , woningmarkt , uithuiszettingen , Brussels Studies Institute
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.