“Sinds ik schepen ben, ben ik geen Marokkaanse meer, maar een Vlaamse,” zegt Khadija Zamouri (Open VLD) “Ik vind het belangrijk om Nederlands te spreken, ook op het schepencollege, want als je dat niet doet, gaat het binnen de kortste keren ook alleen over Franstalige verenigingen.”
| Khadija Zamouri in Sint-Jans-Molenbeek.
De afspraak met Khadija Zamouri (Open VLD) vindt plaats halverwege juli, net voor de hittegolf er aankomt en ook de Brusselse politici met vakantie vertrekken. In de straten van Molenbeek is opvallend weinig volk te zien, op het plein voor het gemeentehuis na waar de markt net afgelopen is en de straatvegers aan hun ondankbare taak beginnen om het plein schoon te vegen.
Het personeel aan de receptie in het gemeentehuis staat ons netjes te woord in het Nederlands, zoals het hoort. Wel moeten we onze identiteitskaarten laten zien. Er gelden drie jaar na de aanslagen in Zaventem en Maalbeek nog altijd scherpe veiligheidsmaatregelen.
Dit is het gemeentehuis van de gemeente die de Amerikaanse president Donald Trump als hellhole betitelde: wat gaat Zamouri ons laten zien? Zamouri, die ook Brussels parlementslid is, werd schepen van Molenbeek na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. “Ik vind Molenbeek erg gevarieerd.
Dat klinkt misschien vreemd, maar dat is het niet. Ik heb het ook niet over de diversiteit aan mensen, die kennen jullie wel. Maar ik kan jullie meenemen naar het dorp Molenbeek, waar de koeien en geiten grazen aan het Scheutbos en waar het Huis van de Natuur klaar is om per 1 september scholen te ontvangen. Dat is overigens niet mijn verdienste, maar die van mijn voorganger Jan Gypers. Het natuurcentrum moet de kinderen uit onze scholen respect voor de natuur bijbrengen. Molenbeek is overigens veel groener dan veel mensen denken: het Karreveldpark, het Marie Josépark, het Albertpark, het Muzepark ...”
Zamouri merkt op dat er de voorbije decennia enorm veel is geïnvesteerd in laag-Molenbeek. “Terecht, maar ook hoog-Molenbeek – Molenbeek Rural zoals het bij de Franstaligen heet – is veranderd, ook aan de Mettewielaan wonen ondertussen mensen met kinderen, vaak de tweede generatie migranten die er op vooruitgegaan zijn.
Ook daar zijn buurt- en jeugdhuizen nodig, al zullen ze misschien andere diensten moeten aanbieden dan in laag-Molenbeek. Bovendien mogen we ook niet vergeten dat niet alle autochtone Belgen rijk zijn. De mensen die destijds de middelen hadden om een appartementje te kopen, hebben vaak niet de middelen om de terrassen te restaureren. Hiervoor moeten we samenwerken met het Gewest.”
Zomertijd
Omdat in het gemeentehuis van Molenbeek de zomerregeling geldt, moeten ook wij om drie uur het gemeentehuis verlaten. Al krijgen we wel enig respijt. Zamouri zucht: “We zijn toch geen ambtenaren?”
Een van de ambities van Zamouri is om alle plekken in het dichtbevolkte Molenbeek optimaal te gebruiken en om Molenbeek te promoten als ‘studentenstad’. “Ik ben nog niet lang schepen, maar ik heb toch al een en ander kunnen veranderen, en ik moet zeggen dat er binnen het schepencollege veel goede wil is.
Voor het eerst zijn er tijdens de vakantie jobstudenten aan het werk in nagenoeg alle diensten van de gemeente. En voor het eerst heeft de gemeente lokalen ter beschikking gesteld van jongeren om te studeren. Ik dacht: waarom moeten onze jongeren naar Muntpunt? Ik heb contact opgenomen met de studentenorganisatie Brik. Zij hebben ’s ochtends de deuren van het zaaltje in de gemeentelijke Jeugddienst opengedaan en ’s avonds opnieuw gesloten.
De enige plek in heel Brussel trouwens waar jongeren op zondag konden studeren. Toen ik er eens langsliep, kwam een jongeman op me toegestapt: hij stelde zich voor als Johan en zei dat ik hem als kind had gekend. Hij kwam vanuit de buurt rond Ikea in Anderlecht in Molenbeek studeren. Toen was ik fier.”
In de toekomst zou de gemeente de deuren moeten open- en dichtdoen, maar het personeel van de jeugddienst werkte tot nog toe niet op zondag. Zamouri: “Ik stond werkelijk versteld toen ik dat vernam. Hun argument luidde: ‘Nous aussi on a des familles’. Maar dat vind ik geen argument. Je kan niet voor de jeugddienst van een gemeente werken en het ritme van een koekjesfabriek volgen. Kort door de bocht: het product van de jeugddienst zijn jongeren en die zijn tijdens het weekeinde vrij. Het is echt een voordeel dat ik ook schepen van Franstalige Jeugd ben, zo kan ik bruggen bouwen. Zo is de Nederlandstalige vzw Jeugd en Stad al animaties komen verzorgen voor de Franstalige jeugddienst.”
Ik ben voorstander van de integrale overheveling van netheid naar het gewestelijk niveau"
Bonnevie
Onze eerste stop wordt de Jeugddienst van Molenbeek, die aan het Bonneviepark ligt waar terreinen ingericht zijn voor balspelen. Niet onmiddellijk een rustige plek, maar het zaaltje dat ter beschikking van de studenten stond, geeft uit op een verwilderd grasperk tussen de jeugddienst en de Vierwindenschool. Zamouri: “Tijdens het weekeinde is de Vierwindenschool leeg en de speelplaats ook. Daarom zullen we een doorgang creëren tussen de jeugddienst en de school, zodat we de speelplaats op zaterdag en zondag kunnen gebruiken. In ruil krijgt de Vierwindenschool het lapje grond cadeau om er een moestuin aan te leggen.”
Samenwerken, dat is het credo van Zamouri als schepen: “De gemeente moet niet alles zelf willen doen, we moeten samenwerken met andere instellingen en individuen.”
Zamouri troont ons mee naar de Zwarte Paardstraat, waar er een beschilderde garagepoort is. De straat ligt er verwaarloosd bij. Op lapjes grond waar ooit bloemen stonden, groeit alleen nog onkruid en ook de wilde graffiti is niet direct een aanwinst.
Een buurtbewoonster zet haar gele zak met papier buiten. Zamouri vraagt of de vrouw niet geïnteresseerd is om eens langs te komen om over de opsmuk van haar straat te spreken. De gemeentelijke plantsoendienst zou bijvoorbeeld het onkruid kunnen vervangen door bloemstruiken op voorwaarde dat de vrouw ze onderhoudt. Zamouri: “Dat is het verschil tussen liberalen en socialisten.”
Maar de vrouw wil eerst een ander onderwerp aansnijden: “Of de schepen niets kan doen aan de overlast van jongeren die ’s nachts in de doodlopende straat parkeren om in hun auto naar loeiluide muziek te luisteren en keer op keer hopen sigarettenpeuken achterlaten?” Zamouri belooft het te melden en geeft haar visitekaartje: “Vergeet niet langs te komen.”
Heropleving
De Kanaalzone leeft op – gentrificeert zouden sommigen zeggen – en dat heeft pro en contra’s, zegt Zamouri. Langs de Henegouwenkaai is Foodhub gevestigd, een privébiowinkel die het gros van zijn groenten inkoopt bij de vzw Atelier Groot Eiland die een tuin heeft van 1.500 vierkante meter achter restaurant Bel Mundo, het Meiningerhotel en het Mima. “Kijk,” zegt Zamouri, “ik heb geen problemen met de verhipping van de Kanaalzone zolang ernaast initiatieven van sociale economie blijven bestaan. Hippe toestanden zoals Cowboy, de winkel van peperdure fietsen, hebben ook hun voordeel. Net zoals het Mima en Meininger brengen ze een ander publiek naar de wijk. Jammer genoeg leven er in buurten als deze mensen die heel erg in zichzelf gekeerd zijn. Die hippe mensen kunnen helpen hun ogen te openen.”
Het is Atelier Groot Eiland dat de buurt heeft doen herleven, zo concluderen we. De vzw wordt vanuit Vlaanderen gesubsidieerd. Eerst hoorde ik, zegt Zamouri: ‘Qu’est-ce que ces flamands viennent faire ici?’ Want sinds ik schepen ben, ben ik geen Marokkaanse meer maar ‘une flamande’. Ik spreek op het schepencollege ook Nederlands, want als je dat niet doet, gaat het binnenkort alleen nog over Franstalige initiatieven en verenigingen terwijl ook Vlaamse verenigingen zoals Atelier Groot Eiland schitterend werk doen in Molenbeek en elders in Brussel.”
Moestuin
De moestuin van Atelier Groot Eiland ligt te gloriën in de felle zomerlucht. Atelier Groot Eiland verzorgt verschillende opleidingen: horeca, schrijnwerkerij en onderhoud van de tuin. Zamouri: “Er komen ook mensen met een handicap in de tuin werken. Dat schijnt therapeutisch te werken. En eerlijk gezegd: ik denk dat het ook bij mij therapeutisch zou werken.”
Eerst gaan we langs in het schrijnwerkersatelier waar het heerlijk naar hout ruikt. Hier werden de tafels, stoelen en houten luchters van Bel Mundo gemaakt naar een ontwerp van Arne Quinze. Zamouri: “Hij heeft ze uit sympathie gratis ontworpen, maar geïnteresseerden kunnen ze hier tegen betaling uiteraard ook laten vervaardigen.”
Zamouri is een regelmatige klant van Bel Mundo, waar met groenten uit de eigen tuin wordt gekookt. Het eten is er volgens haar super lekker, gezond en bovendien goedkoop. Bart, onze fotograaf die in Molenbeek woont, bevestigt: ook hij komt in Bel Mundo.
Atelier Groot Eiland heeft een lange voorgeschiedenis. Nena Cornelis, de verantwoordelijke van Bel Mundo vertelt: “Op vraag van Teledienst is Atelier Groot Eiland in 1986 begonnen met een verzendatelier om mensen met psychische problemen die nooit meer aan een reguliere baan zouden raken aan werk te helpen. De Munt behoorde tot de eerste klanten.”
Atelier Groot Eiland mag dan een ‘Vlaams’ initiatief zijn, het gebouw is destijds aangekocht door wijlen burgemeester Philippe Moureaux, in het kader van de wijkcontracten. Zamouri knikt, de wijkcontracten – meer dan dertig jaar geleden gelanceerd door Charles Picqué – zijn een zegen voor achtergestelde wijken. “Nu is er een wijkcontract voor de Heyvaertwijk,” zegt Zamouri.
De straten van laag-Molenbeek liggen er al bij al netjes bij, op hier en daar een niet-opgehaalde vuilniszak of een vuilniszak die te vroeg op de stoep is gezet na. Zijn de straten geveegd omdat BRUZZ langskwam? Zamouri gaat niet in op de plagerige vraag: “Nochtans is het dweilen met de kraan open.
Ik ben voorstander van de integrale overheveling van netheid naar het gewestelijke niveau: preventie, ophaling, straten vegen en bestraffing. Op voorwaarde dat Net Brussel uitgebouwd wordt tot een goed draaiende machine. Als arme gemeente kunnen wij dat allemaal niet doen, we kunnen hoogstens om de zoveel maanden eens twee camera’s aankopen om sluikstorters te beboeten.”
Op weg naar het museum voor industriële geschiedenis La Fonderie merkt Zamouri op: “Hier bevinden we ons in het armste van het armste gebied van het Brussels Gewest. Geef toe dat het uitzicht meevalt. Al weten we natuurlijk niet welke schrijnende toestanden zich achter de gevels afspelen.”
Helemaal achteraan in de tuin van La Fonderie komt de lerares geschiedenis in Zamouri boven: “Zie je hem daar liggen,” vraagt ze, terwijl ze naar een enorme mal wijst: “Leopold I zoals hij nog altijd in De Panne staat.
En kijk hier: de mal van het standbeeld van Albert I, die na de Eerste Wereldoorlog Brussel doelbewust via het volkse Molenbeek binnenreed. Ook het standbeeld van Godfried van Bouillon werd hier gegoten. Ooit was dit de place to be voor het gieten van enorme standbeelden, die ook voor de Amerikaanse markt bestemd waren.”
De tijden veranderen, maar Trump heeft ongelijk.
In deze zomerreeks laat BRUZZ vier Vlaamse schepenen tijdens een wandeling aan het woord over hun gemeente.
In de volgende aflevering (28 augustus) leidt OCMW-voorzitter Brigitte Depauw (CD&V) onze redacteur rond in Jette.
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Politiek , Khadija Zamouri , Open VLD , op stap met
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.