Pareltjes aan de Zenne (1): De catacomben van Laken
Op 1 november mag ik er graag ronddwalen, tussen de vervallen mausolea en afgebroken crucifixen, groen uitgeslagen beelden van wenende vrouwen met zwierige jurken die nu met roet besmeurd zijn. Diepzinnige en vaak ook zwaarmoedige gedachten komen dan vanzelf opborrelen, wat natuurlijk ook de bedoeling van Allerheiligen is. De bloemisten doen goede zaken die dag, en het kerkhof loopt vol met gelijkgestemde mensen die later op het kerkplein, in cafés met welluidende namen als L'Isola, New Parvis en Chez Elodie, in een kopje koffie roeren en de dierbaren of hun eigen noodlot overpeinzen.
De mooiste weg om naar het kerkhof te gaan is via de Kerkeveldestraat, die begint op het schilderachtige Roodhuisplein. Als je het zwembad voorbij bent, een modernistisch gedrocht zoals ze dat alleen in de jaren zestig konden verzinnen, rijzen aan het einde van de straat langzaam de torens van de kerk van Laken op. Gaandeweg krijgt het stadgezicht een hoog Delvaux-gehalte, als rechts een schitterend staaltje van vervallen spoorwegarchitectuur opduikt: het stationnetje van Laken.
Vlak voor de ingang van het kerkhof ligt een voormalig grafzerkenatelier. Nu huist daar Epitaaf, een Vereniging voor Funeraire Archeologie. Hun museum en documentatiecentrum is helaas alleen de laatste zondag van de maand open en behoort misschien daarom, samen met het Straatlantaarnmuseum, tot de meest ondergewaardeerde plekken van Laken. Maar waar het natuurlijk echt om gaat, zijn de catacomben.
Instortingsgevaar
De entree is een pad tussen lange rijen identieke grafstenen, somber en donker, sommige ongeletterd, andere met onleesbare uitgesleten inscripties. Dat voert naar een halve boog met een intimiderende zuilengalerij, wederom streng en functioneel, als door bouwmeester Speer ontworpen. Een weidse wenteltrap leidt naar de ondergrondse galerijen, nu wegens instortingsgevaar afgesloten met eenvoudig overklimbare hekken. Daarachter is het te doen.
Bijzonder is het zuiderse karakter van de crypten, die je eerder in Latijns-Amerika zou verwachten. Dergelijke ondergrondse graven bestaan uiteindelijk maar op weinig plekken in de wereld. Op het kerkhof van Molenbeek zijn er ook soortgelijke galerijen, maar die zijn gewoon boven de grond, in een statig neoclassicistisch gebouw met 87 Dorische zuilen.
Stalactiet
Hier in Laken vormen de crypten een ondergronds labyrint met een totale lengte van wel driehonderd meter. Vervuilde lichtkoepels laten schaars licht door, binnen heerst duisternis, vochtigheid en stilte, enkel het gedrup van doorsijpelend vocht dat nagalmt in de holle leegte. Een klamme kilte bevangt je. Dit is geen plek voor bijgelovigen of mensen met een slecht geweten. De ene gang na de andere, rijen diepe nissen waar precies een grafkist in past. Sommige zijn leeg, andere nissen zijn afgesloten, her en der staat een deurtje op een kiertje. Op de grond hebben zich platte en plompe stalagmieten gevormd, onder de lichtkoepels waar mossen en varens welig tieren, hangen ranke stalactieten, sommige wel een halve meter lang.
Opknappen of laten zoals het is? Ware romantici kunnen hier hun hart ophalen en stuiten op een ondergronds paradijs waar de eindigheid van ons bestaan treffend wordt verbeeld in gebarsten sculpturen en poreus beton. Maat we hoeven ons niet druk te maken. Zoals zoveel dingen in Brussel blijft voorlopig alles zoals het is. Renovatie staat al jaren op het programma, maar is wegens budgettaire en technische gekrakeel nog steeds niet van de grond gekomen. Voorlopig worden de ondergrondse doden nog met rust gelaten.
Teun Voeten is oorlogsfotograaf en cultureel antropoloog. Hij woont sinds 1992 in Brussel. Voor brusselnieuws.be schrijft hij een tweewekelijkse column.
Teun Voeten
Lees meer over: Laken , Samenleving , Column , Teun Voeten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.